torenvalkDe Torenvalk is zonder twijfel onze meest voorkomende roofvogel. Iedereen die een oog heeft voor de natuur in het algemeen en de vogels in het bijzonder kent deze prachtige valk.

Vooral zijn karakteristiek "bidden" is merkwaardig. Torenvalken zie je vaak boven weiden, polders en langs de wegkanten snel klapwiekend ter plaatse blijven hangen. Dit gedrag dient om een overzicht te hebben van het gebied. Zijn oog is zeer sterk ontwikkeld. Ze zien acht maal vergroot van wat wij kunnen zien. Zo zien ze vanop wel 20 meter hoogte een kever of een muis lopen. Daarna stoten ze pijlsnel naar beneden en verrassen hun prooi. Deze kleine valk voedt zich voor wel 95% met kleine knaagdieren. Dat weet men ondermeer door braakballenonderzoek. Braakballen zijn onverteerbare voedselresten die zich in de maag samenklitten en die dan door de roofvogels worden uitgespuwd.

Daarin vindt men ondermeer muizenhaar, kaakbeenderen van kleine knaagdieren, vogelsnavels e.d.

Ze wonen in holen van knotwilgen, ook in boomgaarden, grote nestkasten en ook torens. In een opening in de kerktoren van Damme broedt bijna elk jaar een Torenvalk. Het aantal jongen dat grootgebracht wordt is afhankelijk van het voedselaanbod. In muizenrijke jaren worden meestal alle jongen grootgebracht; in muizenarme is er soms een grote mortaliteit.

De verzwakte kleinste jongen worden door de broers en zussen opgegeten. Prachtig voorbeeld is dat toch van een natuurlijke selectie. Meestal zijn er 4 à 6 jongen per broedsel.

Terug