Tentoonstelling "Molens van de Zwinstreek – Molens veelvuldig bekeken" Molens veelvuldig bekeken: symbool, metafoor en allegorieCauserie: Wie dit jaar naast de molens van de Zwinstreek kijkt, moet wel een slag van de molen gekregen hebben. Vooreerst opende in Cultuurcentrum 'Scharpoord' op 11 juni de tentoonstelling door het Interreg III-project 'Ruimte voor Molens' met de letterlijk veelzeggende titel "Molens van de Zwinstreek – Molens zonder grenzen – Molens inventief bekijken". Door de toeristische diensten van de betrokken gemeenten en VVV Zeeuws-Vlaanderen werd voorbije maand een aantrekkelijke fietsroutekaart met de titel – jawel – "Molens in de Zwinstreek – van molen tot molen" uitgegeven. Ook dit jaar verschijnen aan de maalvaardige molens in de vier Zwingemeenten meertalige infoborden, dank zij de Werkgroep West-Vlaamse Molens en dat eveneens in het kader van het project 'Ruimte voor Molens'. En dan, last but not least, de tentoonstelling "Molens in de Zwinstreek – Molens in veelvuldig perspectief bekeken". De essentie van deze tentoonstelling is dat je met het thema molen echt alle registers kan bespelen. Je mag dat niet als verwonderlijk beschouwen. Want aan de molen zijn de meest diverse aspecten verbonden: er is - natuurlijk - een technisch, een historisch, een landschappelijk aspect, maar ook een maatschappelijk, een sociaal , een cultureel, en een artistiek-technisch aspect, én, jawel en waarom niet: een symbolisch aspect. Sta me toe wel eens stil te staan bij een minder gekend aspect van het thema molen: namelijk de symboliek die de wind- en watermolens – ook en zeker die van de Zwinstreek – kunnen oproepen. Die symbolische zijde van de molen is misschien niet zo bekend, maar heeft toch in het volks- en cultuurleven in onze Nederlanden, maar ook in West-Europa, een zeer sterke stempel gedrukt gehad. Vlaanderen is, in de geschiedenis meer nog dan Holland hét land van de molens geweest: Flandria molendina terra est. Molens waren in het leven van de gemeenschap van onze voorouders diep verankerd. Ze waren letterlijk en figuurlijk overal tegenwoordig. Kijk maar naar de talloze afbeeldingen van het vroegere Vlaamse land, die ons zijn overgeleverd. En leeft in ons collectief bewustzijn nog altijd niet de connotatie van een Vlaams of Nederlands dorp met: een kerktoren met huisjes eromheen, en de onafscheidelijke molen? Maar ook in de geesten was de molen alom tegenwoordig. Het ongeletterde, maar des te meer beeldende en verbeeldende volk, trof in de molen een dankbaar, levend en bezield object om zich in de vele gebeurtenissen van het leven te definiëren. Dat gebeurde met schilderijen, met gedichten, met ontelbare sagen en legenden en vertellingen, met raadsels en symbolen. Gaande van het meest verhevene tot het grofst triviale. Je overdrijft niet, wanneer je stelt dat de molen onovertroffen was in het wijde gebied van symboliek, metaforiek en allegoriek . Wellicht is er in de westerse cultuurgeschiedenis geen onderwerp, geen zinnebeeld te vinden dat zoveel bovenzintuigelijke verbeeldingskracht heeft gehad als de molen. En toch is daarvan maar weinig over gebleven in het geheugen en dus in het taalgebruik van de hedendaagse, eenentwintigste-eeuwse mens. Hoe is dit collectieve geheugenverlies tot stand gekomen ? De oorzaak is te vinden in de verdwijning van de duizenden wind-, water- en rosmolens uit onze omgeving. De molen is immers definitief uit het economische landschap verdwenen, en daarmee dus ook uit het collectieve geheugen. De verstaanbaarheid en invoelbaarheid van de volkse molentaal is dan ook voor een grootste deel verloren gegaan. Juist omdat ook de molen uit dat dagdagelijkse leven is verdwenen, is de molensymboliek een mentaal erfgoed dat uit het leven-van-alledag van onze mensen is verdwenen. En de bescherming als monument van de weinig overgebleven molens kan daaraan nog weinig verhelpen. De molen speelde in de voorbije eeuwen echt de rol van universeel “vergelijkings”-instrument. Het is daarom dat molens een dankbare stijlfiguur waren in de schilderkunst. Tussen haakjes: molens in schilderkunst is een typische zaak van zowel de Zuidelijke en de Noordelijke Nederlanden, maar dan ook daar maar alleen. Dat molens op de landschapsschilderijen van alle grote en kleine meesters in die beide Nederlanden een niet onaardige plaats kregen toebedeeld, is niet alleen omwille van de perspectieve kwaliteiten. Het was bijvoorbeeld onze Fluwelen Breughel (Jan de Oude, zoon van) die ontdekte dat een windmolen in een geschilderd landschap de diepte en het perspectief enorm verruimde. Neen, de molen kreeg een ruime plaats in de kunst juist omwille van de geladen symboliek en allegorie. Onze schilderkunst door de eeuwen heen is dus het beste middel om de symboliek van de molen in de geest van onze voorouders te onderkennen en te herontdekken. En bij wie kunnen we dan beter te rade gaan dan bij onze goede oude Pieter Brueghel, bovendien een onuitputtelijke bron voor heemkundigen en folkloristen. In latere tijd werd hij al Peer den drol genoemd, omwille van zijn volkse en soms platvloerse thema's – zo dacht men tot in de twintigste eeuw – die hij in zijn werken tekende. Maar zijn werken barsten van de symboliek en allegorieën. Graag wil ik graag met de hulp van Pieter Breughel enkele van deze symbolen, waar de molens voor stonden, ontrafelen: Symbool voor huwelijk en voortplantingVoor onze voorouders stond de molen onbetwistbaar symbool voor huwelijk en voortplanting. Dit is treffend te illustreren met een bekend schilderij van Breughel “De bruiloftstoet”. In het korte leven van de 16de eeuw was er weinig ruimte voor vreugde en overvloed. Het feestelijk hoogtepunt in het mensenleven was het huwelijk: het was een essentiële schakel in het levens- en overlevingsproces. Het huwelijk is de ruimte van feestelijke vruchtbaarheid, in verbondenheid met landschap dat leven gaf en geeft. Het is niet toevallig dat bruid én molen in dit moralistisch schilderij van Brueghel centraal staan. De bruidegom daarentegen loopt er wat verloren bij. De bruid is duidelijk zwanger, terwijl de molenaar toekijkt, zijn volle zak klaar hangt om het graan binnen te halen, in het kropgat te storten om het te malen tot levensverschaffend meel. Dit is geen eenmalige interpretatie: er zijn tientallen schilderijen en liederen aan te duiden met diezelfde symboliek. Symbool en metafoor voor sexuele belevingOnze voorouders zagen sterke sexuele symboliek in de molen. Dat is niet zo verwonderlijk omwille van de vruchtbaarheidssymboliek: graan of zaad wordt via een gat (het kropgat) tot levensbrengend meel omgezet. Jacob Cats dichtte het in de zeventiende eeuw als volgt: "den man is met de vrouw gelijk twee molenstenen. Want als er een zijn beweging staakt, ofschoon de tweede maalt, daar wordt geen bloem gemaakt !" Het is trouwens een onloochenbaar gegeven dat in de oude plastische Nederlandse taal “malen” een tweede betekenis had. Geef toe: “malen” klinkt toch heel wat menselijker en plezanter (in elke betekenis van het woord) dan het harteloze hedendaagse (en Noord-Nederlandse) woord “neuken”. Molenaars worden daarom in tal van liederen en verhalen bezongen om hun seksuele exploten. Maar ook de molenaarsvrouwen lieten zich volgens de volksmond niet onbetuigd. Het is niet toevallig dat, "des winters als het regent", het “loze vissertje” wordt aangeklampt door het molenarinnetje. In de Nederlandse volkscultuur, in liedjes en kluchtige tonelen, waren het dikwijls de molenaarsvrouwen die gretig gebruik maakten van de molen om hun seksuele lusten bot te vieren. Die seksuele symboliek van de molen kan men niet beter illustreren dan te citeren uit het eeuwenoude lied van de "Maalderszoon", dat in Vlaanderen onder de nieuwe generatie molenaars nog altijd furore maakt. De Maalderszoon Er was d’r eens een maalderszoon, Er kwam een schoon meisken aangegaan, Wel schoon meisken, kom eens hier Zij is op zijn voorstel ingegaan Hij legde haar op de molensteen Toen hij dat drie keren had gedaan, ‘tWas na negen maanden en eenen dag
Symbool van de liefdeDaarbij aansluitend werd de molen meermaals aangehaald als symbool voor de liefde: liefde is als de windmolen: zonder de wind of het water (uw liefde) kan hij niet draaien (leeft hij niet). Dit wordt treffend verbeeld in een prent, emblemata, van de Leidense hoogleraar van Gentse afkomst, Heinsius. “Een windmolen, die niet in beweging is gebracht als de wind niet waait, staat stil: zo zal ik, zonder de bezieling van uw genegenheid, een (zielloze) klomp vlees zijn”. Symbool, metafoor van de blinde liefdeDe molen, en meer bepaald de rosmolen, aangedreven door een paard (met oogkleppen), stond dan weer symbool voor de blinde liefde. Hier wordt dit verduidelijkt door eveneens een prent van Heinsius. “Waar vlucht je, o dwaas? De straf achtervolgt je, zoals de zware gewichten van een sjofele molen het lastdier volgen”. De metafoor is duidelijk: blinde liefde stort een mens in het ongeluk ! Symbool van de terugkerende jeugdDe molen was ook symbool van de terugkerende jeugd, en dat werd treffend gesymboliseerd met de zogenaamde “oude wijvenmolen”. Er bestaan honderden varianten van dit thema in beeld en gedicht. Oude mannen brengen hierin hun vrouw naar de molenaar, die haar maalt – jawel – en die de echtgenoot een nieuwe jonge echtgenote aflevert. Symbool van nijverheid en gezond verstandEn natuurlijk fungeert de molen als symbool van taak en inzet, noeste en zinvolle arbeid, nijverheid en gezond verstand. Ook dat vinden we weer bij Breughel in overvloed terug: bijvoorbeeld “De Misantroop”, “De Heks van Mallegem”, “De toren van Babel”. In zijn verachting voor de mensheid gaat de misantroop voorbij aan de concrete dingen van het leven. Molen, paarden en karren verzinnebeelden het geëngageerde bestaan. Symbool en metafoor voor de verbondenheid tussen hemel en aardeDe molen stond ook symbool voor de verbondenheid tussen hemel en aarde. Samen met de even onafscheidelijke kerktoren in het Vlaamse landschap reikte de windmolen naar de hemel. In vele schilderijen kreeg de windmolen een haast menselijke gedaante, die met zijn armen letterlijk naar de hemel reikte en tegelijkertijd een kruis maakte. Metafoor van offer en vervullingTegelijk was hij een metafoor voor offer en vervulling. In het schilderij "De Kruisdraging" van Breughel neemt ook hier de windmolen een centrale plaats in, malend hoog op de rots en reikend naar de hemel. Zoals het graan wordt omgezet tot meel: zo is hier de molen de omzet van het offer en het lijden in overwinning en vervulling. Het is geen toeval dat “mola”, Latijn voor molen(steen), ook “offergave” betekent! Daarbij aansluitend was de molen het symbool van de eucharistie en de daaraan verbonden verlossing. De molen was met nog andere woorden het symbool van de heilsboodschap van de Menswording, kruisdood en verrijzenis. De molen was dit nog veel meer dan de wijnpers. Aan dit instrument dankt de mens zijn brood, en dus indirect het behoud van zijn leven. De molen is de schakel tussen het woord van Christus en het voedzame leven. Die schakel is Christus, verzinnebeeld door de molen. De windmolen fungeert zo ook als een allegorisch instrument van Christus. Lees in de tentoonstelling het molengedicht uit Heist van omstreeks 1800: “uw ziel zal uit het kwaad niet draaien, zo gods gratie niet wilt waaien !” Symbool van het levenMolens werden dus ook beschouwd als uitgesproken symbolen van het leven. Nu nog kennen de molenaars de betekenis van de stand der wieken, die belangrijke gemoedstoestanden en belangrijke keerpunten in het leven kunnen symboliseren: rouw, vreugde, rust. Symbool van vervalEen recenter symbool is de molen als teken van verval, als teken van het einde van een menselijke, begrijpbare wereld. Dikwijls krijgt de molen dan antropomorfe of menselijke trekken, schreeuwend om aandacht en hulp. Het beeld van een windmolen of watermolen in verval schept nog altijd sterk onbehagen. Het zal blijken in deze tentoonstelling. Molens zijn dus overbeladen met symboliek. Hier werden maar enkele historische symboolswaarden van de molens aangehaald: er zijn er tientallen meer. Walter Van den Branden, |