tt_scholen_heist_gemeente_webDe schoolwet van 1842 gaf alle kinderen van 7 tot 14 jaar recht op gratis onderwijs. De gemeente moest een lagere school inrichten of een bestaande vrije school aannemen. Door de groei van de bevolking en de handel drongen ruimere schoollokalen zich op. In 1845 bezocht de provinciale inspectie de lagere school van Heist. Het schoollokaal werd afgekeurd. In de weinig verluchte kamer zaten soms twintig en meer kinderen. Het ene kind was aan het spellen, een ander aan het lezen of het schrijven en nog een ander maakte rekensommen.

Onder druk van de provincie werd met geleend geld van het armenbestuur in de Pompestraat (nu Kursaalstraat) in 1851 een school opgericht waar vóór 1600 het Gasthuis had gestaan. 87 knechten en 26 meisjes liepen school. De ‘grootsten’ gingen nog steeds naar Ramskapelle. D. Schramme werd schoolmeester en Leon Lams werd aangesteld als hulponderwijzer.

Het bleef echter kommer en kwel. In 1863 kwam de gemeenteraad tot het besluit dat het lager onderwijs in Heist in bedenkelijke staat verkeerde. Ouders achtten schoolmeester Schramme onbekwaam om behoorlijk onderwijs te geven. Bovendien beschikte de gemeenteschool nog niet over een onderwijzerswoning. Er kwam een huis op een perceel grond van het bureel van weldadigheid. Pieter Schramme zou, na het afleggen van examens op de normaalschool, de kans krijgen zijn vader op te volgen. Tenslotte werd Jozef Dewilde, hulponderwijzer in Westkapelle, in 1865 benoemd, met  Jan Dewilde als hulponderwijzer.

Door de groeiende toeristische nijverheid drong een afzonderlijke gemeenteschool voor meisjes zich op. De gemeenteraad besloot in 1865 de school te bouwen, maar door financiële problemen kwam er achteraan de bestaande gemeenteschool enkel een klaslokaal bij.

In 1866 voerde de gemeenteraad kosteloos onderwijs voor volwassenen in. Een jaar later volgde het besluit de gemeenteschool te verkopen omdat ze niet meer aan de behoefte voldeed. In 1869 werd Antoon Van Oyen benoemd tot hulponderwijzer, in de plaats van Pieter Schramme die voorlopig aangesteld was. De arrondissementscommissaris verwierp de plannen om aan de Achterstraat (nu Noordstraat) een school te bouwen op een al aangekocht stuk duinengebied. Daarom besliste de gemeenteraad in 1870 naast de bestaande gemeenteschool een stuk grond te kopen voor de bouw van een jongens- en een meisjesschool. De notulen vermelden Konstant Delanghe (1870), Konstant Ackx (1871), Robert Pieters (1871) en K. Ackx (1875) als hulponderwijzers.

De nieuwe gemeentelijke jongensschool werd in 1879 aanbesteed. Aannemer Th. Moens zorgde voor de realisatie. In 1881 vroeg het gemeentebestuur toelating om, in de oude gemeenteschool, een bewaarschool voor jongens en meisjes in te richten. Deze scholen werden gehouden door de Zusters van de Orde van de Onbevlekte Ontvangenis.

De schoolstrijd woedde in alle hevigheid en de gevolgen drongen ook tot in Heist door. De gemeenteraadsleden confereerden in 1885 over de onderwijsproblemen in Heist en namen de volgende beslissingen: de gemeentelijke bewaarschool afschaffen wegens te weinig leerlingen en onderwijzeres Idalie Pauwels ontslaan, de lagere meisjesschool opheffen wegens te weinig leerlingen, de lagere gemeenteschool bestuurd door Jan Dewilde wordt een gemengde school voor knechten en meisjes met één onderwijzer en arme kinderen krijgen kosteloos onderwijs.

In 1897 besloot de gemeenteraad een nieuwe en grotere gemeenteschool te bouwen. De gemeente kocht een perceel in de visserswijk aan de Pannenstraat. René Buyck maakte de plannen. Hij zocht zijn inspiratie in de Brugse neogotische baksteenarchitectuur. De Heistse aannemer Pieter Thiel nam de bouw voor zijn rekening. Camiel Devliegher werd aangesteld als hoofdonderwijzer van de school in aanbouw. In 1900 volgde de inhuldiging. De school telde een bijkomende vierde graad en zes onderwijzers: Jan Dewilde (uit de verkochte jongensschool), Jules Dewilde en Jozef Walgrave (uit de vrije jongensschool) en Richard Gobert, Jules Nollet en Hilaire Vandewalle (nieuw aangeworven).

Meteen na de opening kwam er een tekenschool en een aanpalende gemeentelijke bergplaats bij. Op het achterliggend terrein werd later een speelplaats aangelegd en een klassiek schoolgebouw met verdieping en zadeldak opgetrokken. Hier is nu nog de gemeenteschool Het Anker. Sinds 1970 is in het oud schoolgebouw Museum Sincfala gehuisvest.

 


Gemeentelijke Basisschool Het Anker