HomeActiviteitenActiviteiten 20062006 - Open Monumentendag - De windmolen als Vlaams exportconcept
titel_zwin
Het Zwin ligt ingesloten tussen de duinen en een hoge dijk en staat via een geul in verbinding met de Noordzee. Het Zwin is het laatste overblijfsel van de historische toegangsgeul naar het middeleeuwse Brugge. Een omvangrijke natuurlijke duinengordel scheidt het reservaat van Knokke-Het Zoute. Het gebied is 150 hectare groot ligt voor 125 ha op Belgische en voor 25 ha op Nederlands grondgebied.

Het Zwin is al sinds 7 april 1939 een beschermd landschap. Maar ondanks deze bescherming wordt het met de regelmaat van de klok bedreigd. Zo worden plannen van de Belgische regering verijdeld om Breskens met Het Zoute te verbinden door een baan met een tramspoor dwars door het Zwin aan te leggen. In 1950 ontstaat er heel wat beroering over de eenzijdige beslissing van Nederland om de Zwinmonding af te sluiten met een dam. Onder druk van de publieke opinie en de media komen er onderhandelingen tussen de Belgische en de Nederlandse regeringen. Nederland stemt in met het graven van een nieuwe toegangsgeul tot het Zwin tussen het einde van de duinreep en de opgeworpen dam. De uitvoering is van lange adem en het effect is beperkt. De vrees groeit dat de Zwinvlakte nog slechts een 2-tal keren per jaar onder water zou komen, wat het geleidelijk verdwijnen van de typische flora en fauna en het einde van Het Zwin zou betekenen.

Naar aanleiding van al deze gebeurtenissen beslist Graaf Léon Lippens in 1952 om het gebied tot het eerste Belgische natuurreservaat uit te roepen. Toen een gedurfde beslissing. Hij laat het gebied omheinen, vaardigt een reeks beschermingsmaatregelen uit en plaatst het gebied onder toezicht van enkele wachters. De Koninklijke villa krijgt restaurant als bestemming. De omliggende tuin wordt ingericht met kooien, waardoor bezoekers van dichtbij kennis maken met de vogels die ze tijdens hun wandeling in het natuurreservaat enkel van ver kunnen waarnemen. De combinatie van dit educatief vogelpark met het uitgestrekt natuurreservaat is in die tijd baanbrekend.

De storm op 1 februari 1953, die langs onze kust en vooral in Zeeland rampzalige gevolgen heeft, slaat ook de (Nederlandse) dam in de Zwinmonding weg. Daarmee is het grootste gevaar voor het droogvallen van het Zwin voorlopig geweken. In 1960 worden de activiteiten op de luchthaven stopgezet. De graspistes worden in weilanden opgesplitst en aan boeren verpacht. Waar Sabena-toestellen opstijgen en landen, ontstaat een druk vogelverkeer.

Nu bestaat Het Zwin uit een vogelpark, een gedeelte van het reservaat dat publiek toegankelijk is en een deel waar fauna en flora heer en meester zijn en publiek niet welkom is.

ZwinHet is de enige plaats aan de Belgische kust waar de natuurlijke opeenvolging zee/strand/duinen/schorre/grasland nog te zien is. Tweemaal per dag stroomt bij hoog tij een grote hoeveelheid zeewater het gebied binnen. Hierdoor heeft het Zwin een bijzondere plantenrijkdom en is het één van de rijkste vogelgebieden in ons land. De helft van in België waargenomen vogelsoorten zijn in dit gebied al gezien. Het is een favoriete plaats voor zee- en landvogels. Het Zwin is niet alleen een ideaal broedgebied voor veel vogelsoorten. Ook voor heel wat trekvogels die de kustlijn (trekroute) volgen is het ook een belangrijke tussenstop op hun lange reis. Het is als het ware een internationale vogelluchthaven. In het voorjaar komen vogels uit zuidelijke gebieden om hier te broeden en vanaf het einde van de zomer weer richting Afrika te trekken om daar te overwinteren. In het najaar arriveren ook vogels uit het Noorden om in Het Zwin een minder koude winter door te brengen en in het voorjaar weer richting Scandinavië te trekken. Het Zwin is ook geknipt voor vogels die willen uitrusten en op krachten komen in een voedselrijke plaats.

Het reservaat is het meest gekend voor zijn ooievaars (Ciconia Ciconia). Deze mooie vogel was in deze regio uitgestorven, maar dankzij een heel succesvol voortplantingsprogramma zijn ze tot het symbool van het natuurreservaat uitgegroeid.

 

Naar hoofdpagina  /  Naar OMD 2006