HomeActiviteitenActiviteiten 2008Lezing Vlaamse landbouw rond 1700 - zondag 16 maart 2008

2008erfgoeddag_affiche_web_kleinHet thema van deze Erfgoeddag is Wordt verwacht. Hoe keken (en kijken) we aan tegen de onzekerheden van de toekomst? Dit is de vraag van waaruit alle activiteiten op Erfgoeddag vertrekken. Geen alledaags thema, toegegeven. Maar wel veelzijdig en verrassend! Ontdek het allemaal op Erfgoeddag.

Tentoonstelling De potten van Heist
i.s.m. Raakvlak
doorlopend tussen 10 en 18 uur

In 2007 ontdekten archeologen bij opgravingen in het oude Heyst een tiental oude waterputten. Een schat aan materiaal, vooral middeleeuws aardewerk, kwam boven. Op Erfgoeddag kun je deze vondsten bewonderen in Sincfala. De tentoonstelling geeft ook weer waar, op basis van oude gegevens over de bevolking, in de toekomst nog opgravingen zullen volgen. Kinderen kunnen aan de slag als archeoloog in spe!

Lezing Archeologisch onderzoek in Heist
i.s.m. Raakvlak en Geschied- en Heemkundige Kring Sint-Guthago
10u

kursaalstraat-kerkstraat_20070504-002_webIn Heist kwamen in 2007 op een oppervlakte van amper 250 vierkante meter 11 tonwaterputten, 1 bakstenen waterput en 1 beerput aan het licht. Dat laat de tentoonstelling zien. Over deze opmerkelijke ontdekking, andere vondsten en toekomstige opgravingsplannen in Knokke-Heist geeft Raakvlak-archeologe Bieke Hillewaert toelichting.

Bieke Hillewaert is diensthoofd van Raakvlak, de Intergemeentelijke Dienst voor Archeologie in Brugge en Ommeland. Raakvlak heeft als werkgebied Brugge, Zedelgem, Beernem, Torhout, Jabbeke en Knokke-Heist.

Verslag lezing

Bieke Hillewaert leidde haar voordracht in met een chronologisch overzicht van de vroegere vondsten in onze streek door amateur-archeologen en gaf daarbij uitgebreid tekst en uitleg.

Vroegere vondsten

Talrijke vondsten uit de zee (Romeinse terra sigillata, baardmankruiken,…)

  • 1894: Knokke – St.-Margaretakerk: bronzen aquamanile
  • 1897: strand Knokke: silexvondsten
  • 1907: strand Heist: aardewerk, dierenbot, schoenzolen, baksteen
  • 1911: Romeinse (?) vondsten op de “Smalle Bank”
  • 1920: strand Heist: aardewerk uit de 14de-15de eeuw
  • 1922: strand Heist: voor-Romeins (?) aardewerk
  • 1962: Ramskapelle: Brugse Tegelrie (steenoven)
  • 1964: Meerlaan: grote voorraadpot, gevuld met zgn. zoete teer (Scharpoord)
  • 1967: Knokke - gracht langs spoorlijn Brugge-Knokke: bronzen aquamanile
  • 1978: Heist – Kursaalstraat: 6 houten tonnen uit de 14de – 15de eeuw
  • 1978: Ramskapelle: opnieuw Brugse Tegelrie (steenoven)
  • 1978 : ruilverkaveling Westkapelle: aardewerk uit de 17de – 18de eeuw

Het gericht archeologisch onderzoek kwam er niet zonder slag of stoot. Vroeger hadden de grote bouwmaatschappijen en aannemers niet veel en soms geen begrip voor het archeologisch onderzoek. Nu is dit bij wet geregeld en krijgen de archeologen de nodige tijd voor het onderzoeken van een terrein.

Archeologisch onderzoek

  • 1986: Ramskapelle – Distrigas-leiding: afvalkuilen baksteenproductie (Dirics Voswal)
  • 1987: Heist – Kerkstraat: werfcontrole
  • 1988: Ramskapelle – uitdiepen gracht Heistlaan: Romeinse zoutwinning
  • 1988: Heist - Vuurtorenstraat / Kerkstraat: werfcontrole
  • 1992-93: Heist – Heistlaan /Kerkstraat (weide Vivey): werfcontrole
  • 1994: Heist –St.-Jozefstraat (pastorie): werfcontrole
  • 2000: Heist – Kerkstraat – Vlamingstraat : werfcontrole

De gemeente Knokke-Heist is sinds 1 januari 2007 toegetreden tot Raakvlak. Meteen is de structurele en systematische zorg voor het archeologisch erfgoed uitgebreid met gans het grondgebied van Knokke-Heist.

Reeds in het verleden kwamen talrijke archeologische sporen aan het licht tijdens opgravingen in de Kerkstraat (1987) en de Vuurtorenstraat (1988) in Heist. De geplande bouw van “Residentie Stefanie”(2007) op de hoek van de Kursaalstraat-Kerkstraat gaf aanleiding tot een nieuw archeologisch onderzoek. Met de medewerking van de bouwheer Sabijac bouwteam-groep Jacxsens, konden tijdens de graafwerken heel wat archeologische sporen worden geregistreerd. Op een oppervlakte van amper ca. 250 m² kwamen 11 tonwaterputten, 1 bakstenen waterput en een beerput aan het licht.

Een tonwaterput bestaat uit op elkaar gestapelde tonnen zonder deksel of bodem. Het gebruik van afgedankte houten tonnen als waterput komt vaak voor tijdens de late en post-middeleeuwen, maar dateert al uit vroegere tijden.

Van alle aangetroffen tonwaterputten was slechts een deel van de onderste ton bewaard. De opgegraven tonnen bestaan uit 14 tot 24 verticale planken ook duigen genoemd. Bij de vroegst aangetroffen tonnen worden de duigen bij elkaar gehouden door hoepels van gespleten takken. Bij de post-middeleeuwse waterputten komen zowel hoepels als nagels voor. Bij één ton werden de duigen samengehouden met behulp van een ijzeren band. Enkele duigen dragen ingekraste merktekens. Ze bestaan uit combinaties van de letter X, cirkels en streepjes. Het is niet duidelijk wat de precieze betekenis van deze merken zijn. Ze kunnen een verschillende oorsprong hebben: van de kuiper, de handelaar of van de eigenaar. De hoogte van de tonnen kon niet achterhaald worden. Enkele duigen zijn bewaard tot een hoogte van 1,10 meter , wat doet vermoeden dat we met eerder grote tonnen ,de zogenaamde wijntonnen te maken hebben.

Opvallend is de grote concentratie waterputten op een kleine oppervlakte. Tevens blijken de tonwaterputten in groepjes voor te komen. Elk groepje bestaat uit enkele waterputten met een verschillende datering. De oudste zijn te dateren op het eind van de 14 de eeuw, de recentste werden opgegeven tijdens de eerste kwart van de 18 de eeuw. Tussen de vele tonwaterputten werd één bakstenen waterput aangetroffen. Deze bakstenen constructie was gebouwd boven op een karrenwiel, waarvan de spaken verwijderd waren. De vulling van deze is te dateren in de 17 de eeuw.

Ook werd een rechthoekige bakstenen beerput aangetroffen. Op de bodem lagen enkele planken voorzien met gaatjes. De beerput had een vondstrijke vulling met veel aardewerk, botmateriaal en etensresten. De inhoud is te dateren tijdens de 2 de helft van de 15 de en het eerste kwart van de 16 de eeuw.

In de bakstenen beerput werd een mooie verzameling 15 de -16 de eeuws steengoed gevonden. Zeldzaam was één olieflesje in steengoed, verder rood aardewerk, één schenkkan, glas, tafelgerief, majolica en een stuk touw. In de tonwaterputten werden visgraten en netnaalden gevonden.

Het archeologisch onderzoek ondersteunt het historisch onderzoek en is wederkerig. Het bewijst dat deze site al in de 14 de eeuw bewoond was. Op deze plaats stond gedurende de 17 de en 18 de eeuw de herberg “De Croone” (1) .

Bieke Hillewaert verduidelijkte verder de opdracht van Raakvlak. De werking van de vereniging zal voornamelijk geconcentreerd zijn rond het beheer van het archeologisch patrimonium. In de eerste plaats is het de bedoeling om archeologie te integreren in de ruimtelijke planning van de gemeenten. Bij het toekennen van bouwvergunningen, het behandelen van BPA's en het opmaken van ruimtelijke structuur- en uitvoeringsplannen zal er rekening gehouden worden met archeologie. Wat het archeologisch onderzoek betreft, wordt er aangestuurd op systematisch vooronderzoek van bedreigde terreinen (nieuwe woonverkavelingen, bedrijvenzones e.a.) door middel van proefsleuven. Daarnaast zullen ook een aantal bouwwerven gevolgd worden en zal er in bepaalde gevallen een opgraving plaatsvinden. Het is tevens de bedoeling om enerzijds de gekende archeologische monumenten te gaan inventariseren, in het kader van de Centraal Archeologische Inventaris die door de Vlaamse Gemeenschap werd opgestart. Maar ook het beheer en de ontsluiting van archeologische collecties wordt nagestreefd. Een zeer belangrijke taak is de publiekswerking via informatieverstrekking, persberichten, opendeurdagen, tentoonstellingen, voordrachten. Het bewust maken van de burger van de waarde van het archeologisch erfgoed is immers een belangrijke taak van de archeoloog.

Jacques Larbouillat

(1) Maurits Coornaert, Heist & de Eiesluis, 1976, p.433 en Jacques Larbouillat , Heist in de 18 de eeuw, Aspecten uit het dagelijks leven. Deel 1,in Rond de Poldertorens ,jg.49 (2007),nr. 2,p.88.

Workshop: Vuilniszakproject
14 tot 18 uur
Archeologie voor kinderen

Een archeoloog legt aan de hand van een moderne vuilniszak uit hoe je het afval kan interpreteren. Zo weten we door de blikjes bier dat de mensen een feestje gegeven hebben, de fopspeen en het kapotte speelgoed leiden dan weer naar een baby en de spuitbus haarlak speciaal voor krullen vertelt ons dan iets meer over het uiterlijk. Op dezelfde manier kijken de kinderen dan naar echte vondsten: waarom vinden we zoveel vis in een kloostercontext, kan dit zijn omdat de paters en zusters enkel vis mochten eten? En de vele hoornpitten zijn typisch afval van de leerlooiers.

Daarna gaan we nog een stapje verder. Hoe weten we nu wat mensen aten? Door een zeefstaal voorzichtig te sorteren met een pincetje vinden de kinderen kersenpitjes, visgraten, aardbeipitjes, maar ook stukjes schoen, kleine restjes stof, steentjes enz. Voorzichtig leggen we uit dat alles wat ze voor zich zien uit een beerput komt en na de eerste kreten van afschuw gaan ze rustig en nog geconcentreerder op zoek naar de geheimen van het toilet. Het lijkt wel vies, maar het is het niet.

Rondleiding met gids in het museum
13, 14, 15 en 16 uur

Praktische informatie
Alle activiteiten vinden plaats in Sincfala, Museum van de Zwinstreek. U kunt daar ook terecht voor meer informatie: Pannenstraat 140, 8300 Knokke-Heist, tel.: 050 530 730, e-mail: Dit E-mail adres wordt beschermd tegen spambots. U moet JavaScript geactiveerd hebben om het te kunnen zien.. De toegang is gratis.

Activ_erfgoeddag_logo