De begraafplaats aan de De Klerckstraat (vóór de gemeentelijke fusie Polderstraat) werd in 1929 in gebruik genomen omdat de begraafplaats rond het Sint-Margaretakerkje vol lag. Vroeger kreeg een begraafplaats de naam van de patroonheilige van de eerste persoon die er begraven werd. Voor het toen nieuwe kerkhof was dat Helena Vanhoutte, een jong gestorven vrouw, echtgenote van Adolphus De Ruyter. De Sint-Helenabegraafplaats werd ingewijd op 3 november 1929. Deken Vander Heeden leidde de plechtigheid. Op de begraafplaats zijn echter graftomben aanwezig die veel ouder zijn. De reden daarvoor is eenvoudig. Bij de ontruiming van het kerkhof rond de voormalige Sint-Margaretakerk werd een reeks arduinen graven overgebracht naar het kerkhof aan de Polderstraat. Voordien waren uit de Sint-Margaretakerk al alle oude middeleeuwse grafzerken en grote vloerstenen verdwenen door achtereenvolgende verbouwingen. De grafzerken werden eenvoudigweg niet meer teruggeplaatst.
Ook de Sint-Helenabegraafplaats is niet meer in gebruik. Enkel bijzettingen in bestaande grafkelders zijn mogelijk. Het kerkhof is bereikbaar via een lange oprit, afgezoomd door hulstbomen. Een grote witgeschilderde getrapte toegangspoort met geboogde doorgang tussen twee pijlers en flankerende zijdoorgangen laten de bezoeker toe het terrein van 1,3 ha te betreden. Meteen rechts zet een arduinen kruis, uit 1949, van de hand van een Doornikse beeldhouwer, de toon. Het werd op 2 november van dat jaar ingewijd. Het kruis werd opgericht op initiatief van het gemeentebestuur en vermeldt op het voetstuk de tekst: ‘O Kruis, onze enige hoop’ en het alfa- en omega- en Christussymbool.
Een asymmetrische hoofdlaan leidt (waar de meeste belangrijke personen liggen begraven) naar het gedenkteken voor de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Daarrond staat een reeks huldezerkjes van de talrijke Knokkenaren die ondermeer in de concentratiekampen om het leven kwamen. Aan de ingang van het kerkhof werd een grafheuvel aangelegd met erop zeven witgeschilderde betonnen kruisen. Een eerbetoon aan de militaire slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog. De burgerlijke slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog werden begraven tegen de haag aan de rechterkant van het kerkhof.
Naast de ‘gewone’ stervelingen liggen er een hele reeks personen die vanaf de 19de eeuw een kleine landbouwgemeenschap hebben omgevormd tot een bloeiende badplaats en daarom een streepje voor hebben: kunstschilders Paul Parmentier (ook schepen van Knokke), Louis Ludwig en Bayaux. Op de Sint-Helenabegraafplaats staan ook een mooie reeks monumentale en veelal met zin voor kunst ontworpen graftomben. Opmerkelijk is het grafmonument van Leander Waeghe, een Knokse jongeman uit de Oosthoek, die bij het smokkelen van correspondentie in 1915 over de Belgisch-Nederlandse grens (toen afgesloten met een levensgevaarlijke elektrische schrikdraad) meedogenloos door de Duitse bezetter werd neergeschoten op de Nieuwe Hazegraspolderdijk. Op zijn grafzerk staat gebeiteld: ‘De bevolking van Knocke aan Leander Waeghe, gevallen voor zijn land: 13 juli 1915’. Van een aantal Knokse burgemeesters noteren we bijvoorbeeld de zerk van Frans Desmidt, die tijdens de Tweede Wereldoorlog omkwam in een Duits concentratiekamp. Ook begraven op het Sint-Helenakerkhof is Marie Siska (Marie Devos, jongste dochter van moeder Siska, die in 1842 geboren werd als Francisca 'Siska' Fincent). Zij huwde achtereenvolgens Frans Defonseca, schaapherder van beroep, Felix Vandepitte, molenaarsknecht, en ten derde male molenaar Ludovicus Devos. Vermelden we ook nog de graven van monseigneur Lagae (‘de bisschop van Het Zoute') en van pastoor Leo Bonte.
Bronnen
• Van Steene, Gaston – De Zeekust & Knocke, n.d.
• Jacobs, M. - Zij die vielen als helden... Inventaris van de oorlogsgedenktekens van de twee wereldoorlogen in West-Vlaanderen, deel 2, Brugge, 1996, p. 178.
• Bonte, Jozef – De geschiedenis van de St.-Margaretaparochie Knokke, 2001