Zondagbabbel -Theo Van Rysselberghe en Knocke
Lezing op zondag 23 november 2014 om 10 uur door Danny Lannoy
Knokke stond omstreeks 1880 nog aan de wieg van het toerisme. Kunstenaars waren de eerste toeristen die het groenrijke dorp tussen duin en polder ontdekten.
Onder hen bevond zich Theo Van Rysselberghe die op vrij jonge leeftijd de leider was van een groep schilders in Knokke. Hij verbleef omstreeks 1893 in Heist en zou verschillende doeken schilderen in de buurt. Hij huurde verscheidene jaren de villa ‘Duivekot’ te Knokke en kreeg er ondermeer het bezoek van de grote Franse kunstenaar Camille Pissarro, die in de zomer van 1894 ook Knokke op doek bracht. Een vaste gast was de dichter en kunstcriticus Emile Verhaeren.
Deze boeiende periode ‘Theo Van Rysselberghe en Knocke ‘wordt belicht met zeldzaam fotomateriaal.
Daarnaast wordt een film vertoont van Raphael Dupouy ‘Van Noord naar Zuid’ met Nederlandstalige commentaar over het leven van Van Rysselberghe. De kunstenaar week eind van de 19de eeuw uit naar Le Lavandou in het zuiden van Frankrijk waar hij ook stierf in 1926.
Van Rysselberghe mag beschouwd worden als één van onze grootste neo-impressionisten.
Verslag van de lezing "Theo Van Rysselberghe en Knocke" door Danny Lannoy op 23 november 2014
Op zondag 23 november 2014 mocht voorzitter Eric Huys in Museum Sincfala 79 aanwezigen verwelkomen voor de lezing "Theo Van Rysselberghe en Knocke" en de spreker voorstellen. Hoewel Danny Lannoy voorstellen aan de vrienden van Sint-Guthago in feite een overbodige bezigheid is: in 2006 leidde hij ons rond in het stadhuis van Knokke, in 2007 en 2012 leerde hij ons de kunstenaarskolonie van de Zwinstreek kennen tussen 1880 en 1940 en in 2013 loodste hij ons door de boeiende geschiedenis van het Knokse stadhuis aan het Verweeplein. Danny was 30 jaar schepen in de gemeente Knokke-Heist waar hij o.a. het erfgoed heeft helpen op de kaart zetten.
De uitbouw van het Museum Sincfala is één van zijn verwezenlijkingen waar de inwoners oprecht fier over mogen zijn. Sedert de jaren '80 van vorige eeuw heeft hij talrijke boeken en artikels over Knokke gepubliceerd, al dan niet in samenwerking met andere auteurs: "Van het atelier naar de kust. Knocke en Heyst 1880-1940", "Impressionisten in Knocke & Heyst", "Compagnie Het Zoute 100 jaar in Knokke". Samen met zijn artikelen in "Cnocke is hier" geven deze publicaties een beeld van de evolutie en de groei van Knokke, een landelijk dorp dat zich in een relatief kort tijdperk ontpopte tot een mondaine badplaats. Zijn brede visie en kennis over de Zwinstreek garandeert altijd een boeiend verhaal waarvan de betekenis het lokale overstijgt. Begin december 2014 verscheen een nieuw boek van Danny Lannoy en Frieda Devinck: "Knokke, de jaren '60", de opvolger van "Knokke, de jaren '50" uit 2004.
Na deze inleiding startte Danny Lannoy zijn lezing over de bekende schilder Theo Van Rysselberghe die op vrij jonge leeftijd de leider was van een groep schilders in Knokke.
Theo Van Rysselberghe werd in 1862 geboren te Gent. Hij studeerde eerst aan de Gentse Academie voor Schone Kunsten en daarna aan de Brusselse Academie. Daar kreeg hij les van Jean-François Portaels, een schilder, die vele maanden in Marokko had doorgebracht en met zijn Noord-Afrikaanse schilderijen een oriëntalistische mode had geschapen. Deze werken hadden een sterke invloed op de jonge Van Rysselberghe. Theo Van Rysselberghe ging in 1881 in Brussel wonen en in 1882 vertrok hij voor een reis naar Marokko. Ook Anna Boch en haar broer waren in Marokko geweest. Van Rysselberghe reisde in het gezelschap van Frantz Charlet en de Spaanse schilder Dario de Regoyos. In Sevilla ontmoette hij Constantin Meunier, die een kopie aan het maken was van de "Kruisafneming" van Pedro de Campaña.
Het Marokko van toen bevatte een zekere authenticiteit. Van Rysselberghe heeft er toen tijdens zijn verblijf van vier maanden enkele studies gemaakt die hij nadien in Brussel afwerkte. Hij tekende en schilderde er pittoreske scènes op straat, in de kasba en in de soeks: "Arabische schoenlappers" (1882), "Arabische jongen" (1882) en "Rustende wachter" (1883).
Terug in België, neemt hij met ongeveer 30 werken deel aan de "Cercle Artistique et Littéraire" in Gent. Hij had onmiddellijk succes, in het bijzonder met "De kif rokers", "De sinaasappelverkoper" en de marine "De zee-engte (ondergaande zon), Tanger". Hij stelde deze werken ook tentoon in 1883 in het Salon L'Essor in Brussel. Rond deze tijd knoopte hij een levenslange vriendschap aan met de schrijver, dichter en kunstcriticus Emile Verhaeren, die hij later verschillende malen zou portretteren. Deze portretten behoren tot de beroemdste werken van Van Rysselberghe.
In de zomer van 1883 kwam Emile Verhaeren met Van Rysselberghe mee naar Knokke. Theo Van Rysselberghe was de chef van de kleine groep schilders die in Knokke verzamelden in Le Cygne. Onder meer Rodolphe Wytsman, Frantz Charlet en Willy Schlobach behoorden tot die groep, evenals de Spanjaard Dario de Regoyos, die zijn vrienden vermaakte met zijn gitaarspel. Willy Schlobach verliet België bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. In 1893 verbleef Theo Van Rysselberghe in Heist bij het echtpaar Picard, een advocaat uit Brussel.
Tijdens de lezing toonde Danny Lannoy verschillende tekeningen en foto's van Knokke uit die tijd, o.a. van Hôtel Prince Baudouin, waar de schilders toen verbleven. Een deel van deze schilders was lid van de kunstenaarsgroep Les XX, een groep jonge radicale artiesten die rebelleerden tegen het verouderde academisme en de heersende artistieke standaarden. Les XX werd in 1883 opgericht te Brussel en Théo van Rysselberghe was één van de voornaamste medestichters ervan. De Brusselse jurist Octave Maus werd als secretaris verkozen en speelde een belangrijke rol bij de organisatie van de tentoonstellingen van Les XX. Andere bekende leden waren James Ensor, Willy Finch, Fernand Khnopff, Félicien Rops, en later Auguste Rodin en Paul Signac. Een foto van de eerste tentoonstelling van Les XX te Brussel liet zien dat de schilderijen toen op een heel andere manier werden tentoon gesteld dan nu het geval is: de schilderijen hingen in twee rijen boven elkaar en ook heel dicht naast elkaar.
Danny Lannoy las ook voor uit enkele brieven van of gericht naar Van Rysselberghe, o.a. één naar Eugène Boch, waarin hij het had over het speciale licht hier aan de kust. Er werden ook enkele beelden van werken van Van Rysselberghe getoond, o.a. de zee te Heist, de molen van het Kalf, golfbrekers te Heist en de Damse Vaart. Na zijn verblijf in Heist nam Theo Van Rysselberghe zijn intrek in villa "Duivekot" te Knokke.
In 1886 ontmoette hij in Parijs Georges Seurat, die een nieuwe techniek introduceerde: het pointillisme. Het schilderij "Un dimanche après-mide à l'île de La Grande Jatte" van Georges Seurat zorgde toen voor opschudding. Dit schilderij heeft een sterke invloed gehad op het werk van Van Rysselberghe.
In 1889 huwde Theo Van Rysselberghe met Maria Monnom. De oudste broer van Theo, Charles van Rysselberghe (1850-1920) was de Gentse stadsarchitect en zijn andere broer Octave (1855-1929) was een bekende art-nouveau architect die samenwerkte met Henry Van de Velde. Deze laatste was ingeschreven in het bevolkingsregister van Knokke van 1890 tot 1896. Hij woonde toen in Villa "Ten Anker" op de zeedijk.
Theo Van Rysselberghe haalde ook de grote Franse schilder Camille Pissarro, die in Brussel verbleef nadat hij Frankrijk ontvluchtte omdat hij daar beschuldigd werd van anarchisme, naar Knokke. Pissarro logeerde toen in Hotel de Bruges. Tijdens zijn verblijf in Knokke maakte hij een 13 tal werken, o.a. één met de kerk van Knokke (dat nu in het Louvre hangt), een landschap met de molen van Driewege en één met de molen van Van Damme. Deze werken van Pissarro zitten verspreid over heel de wereld: o.a. in Boston, Teheran en Tel Aviv.
Een vaste gast te Knokke was Emile Verhaeren. Toen Van Rysselberghe enige tijd in Londen verbleef voor een tentoonstelling, bleef Verhaeren in villa "Duivekot" bij de vrouw van Van Rysselberghe. Hun wandeltochten in de duinen werden door de andere kunstenaars met een scheef oog bekeken.
Théo van Rysselberghe verhuisde later definitief van Brussel naar Parijs. Na 1910 verliet hij zijn pointillistische techniek. Zijn verfstreken werden langer en hij gebruikte meer levendige kleuren en meer intense contrasten, of soms zachtere kleurtonen. Hij was een meester geworden bij het toepassen van licht en warmte in zijn schilderijen. Hij vertoonde ook meer en meer belangstelling voor de Middellandse Zee. In de lente van 1904 toerde hij rond per fiets, samen met zijn vriend, de schilder Henri-Edmond Cross langs de Middellandse Zeekust tussen Hyères en Monaco, op zoek naar een geschikte plaats voor zijn nieuwe woning. Ten slotte streek hij neer in Saint-Clair, waar ook Cross en zijn broer, architect Octave Van Rysselberghe, woonden. Zijn broer ontwierp in 1911 voor hem zijn nieuwe woning. Théo van Rysselberghe trok zich nu volledig terug aan de Middellandse Zee en schilderde bijna uitsluitend landschappen van de Middellandse Zee en portretten van zijn vrouw en dochter, of van zijn broer Octave.
Theo Van Rysselberghe stierf in Saint-Clair op 14 december 1926 ten gevolge van een aandoening aan de luchtwegen. Hij werd begraven op het kerkhof van Le Lavandou. Zijn huis in Saint-Clair werd in 1927 verkocht en is nu een centrum voor plastische kunsten. Theo Van Rysselberghe mag beschouwd worden als één van onze grootste neo-impressionisten.
De lezing werd afgesloten met de vertoning van de film "Van Noord naar Zuid", gemaakt door cineast Raphael Dupouy, een prachtige veertig minuten durende documentaire over het leven van Van Rysselberghe.
Hierna bedankte voorzitter Eric Huys spreker Danny Lannoy voor de zeer interessante en rijk geïllustreerde lezing die Van Rysselberghe een plaats heeft gegeven in de geschiedenis van de Zwinstreek en duidelijk heeft aangetoond dat Theo Van Rysselberghe een internationale figuur is geworden. De voormiddag werd dan zoals gewoonlijk afgesloten met een drankje aangeboden door Museum Sincfala.
Marc De Meester
Foto's: Etienne Decaluwé
Praktische informatie
Lezingen zijn gratis voor leden van Geschied- en Heemkundige Kring Sint-Guthago.
Niet-leden betalen 3,50 euro, bezoek aan het museum inbegrepen.
Na de lezing bieden we je een drankje aan.
Plaats
Sincfala, Museum van de Zwinstreek
Pannenstraat 140, 8300 Knokke-Heist.
Tel. 050 530 730 Dit E-mail adres wordt beschermd tegen spambots. U moet JavaScript geactiveerd hebben om het te kunnen zien.
Parkeergelegenheid
Op de speelplaats van de gemeentelijke basisschool Het Anker, bereikbaar via de Felix Timmermansstraat nummer 37 (klik op de foto voor Google streetview)