Trouwringen

De trouwring is als kleine gesloten cirkel het symbool van de oneindige, eeuwige liefde.  De ring was al in gebruik bij de Romeinen en kwam via het christendom tot bij ons.  Tot na de Eerste Wereldoorlog droeg alleen de vrouw een trouwring.  Vanaf ca. 1920 werden ook de mannen “geringeld”.   Maar het is pas vanaf de jaren ’50 dat in de kerk twee ringen werden gezegend, wat nog steeds geenzegend, wat geen twee ringen gezegend, wat geen verplichting is. Personen die zich geen twee ringen konden veroorloven en leenden dan maar hun trouwring bij familie, vrienden of buren.

Vroeger was het gebruikelijk dat de bruidegom de ringen betaalde, samen met de trouwmis.  De ouders van de bruid betaalden dan het feest. Aan de trouwring worden soms magische krachten toegedicht.  Zo kan men met  een ring van iemand anders het Katarinawiel (soort ekseem) afbidden.  Men beweert ook dat men beter zijn trouwring kan afdoen als men zelfmoord wil plegen, anders heb je veel kans op mislukken… Wanneer je de trouwring verliest zul je ongeluk krijgen in jouw huwelijk, maar geen nood er zijn vele verhalen gekend over het wonderbaarlijk terugvinden van een verloren trouwring. Een zwangere vrouw pendelt met haar trouwring over haar buik om het geslacht van het kindje na te gaan. Naargelang de streek wordt de trouwring gedragen aan de ringvinger van de linker- of van de rechterhand.  In de bisdommen Brugge en Gent draagt men de vinger aan de rechterhand, in het bisdom Mechelen aan de linkerhand.  Men geloofde dat vanuit de ringvinger een zenuw rechtstreeks naar het hart liep.

Bij het overlijden van een gehuwd persoon, wordt de trouwring verder gedragen door de partner die dan twee trouwringen draagt.

kussentje_met_trouwringen01

Vorige pagina  /  Overzicht  /  Volgende pagina