De dorpskom van Lissewege en de omgeving (Deel 2)
Germain Vandepitte
Alfabetisch Register : (voor de Afkortingen: zie blz 17, deze jaargang)
Aschoop (den): 44e begin / Sand. 9 f° 225: ande strate ten haschope / KaL 1555 f° 36 v°: anden heerwech by den oostasscoope / GaL lijst 1822: regt over den asschope.
Aymanskinderen (de Vier): 51e begin, Kad C 177 s, Herberg / RaB Brugse Vrije reg 16511 nr 29 (1774): huys en herberghe ghenaemt de Vier Aymanskinderen RaB inv. Familiefonds nr 2 Liss. 9-5-1778 Rentebrief: de Vier Ayemanskinderen.
Beukemaremolen (de): 43e begin, Kad B 211, molen van het leengoed Beukemare / D.F. I-898: heerwech die loopt te beuckemare muelne B.TH. 1429 / Moet reeds vroeg verdwenen zijn. In de oudste parochierekeningen (1624) wordt geen melding meer gemaakt in de pointinghe en zettinghen.
Beukemaremolenhuis: 44e begin, Kad B 235a-236a / Sand 123: een driehouckxcken daer tmeulenhuus up staet daer Carel Drubbele meulenaere woondt
Buekemaremolenwal: 43e begin, Kad B 211 / KaL 1555 f° 30 v° en 31 r°: neffens an bueckemaremuelewal.
Beukemarestraat: GaL lijst 1841 nr 22. Beukemaer stratje: weg beginnende van noorden uit de Sanselstraete en leidende langs dhofstede daer P. Pijpers woonde tot de Heische straete (Kad B 281 tot 427) / Straatje vanuit de Ramskapellestraat, door het Strooidorp, voorbij Beukemaremolen en aansluitend met de Zandscheerstraat in het knooppunt nu verdwenen in het Boudewijnkanaal. / De huidige Beukemarestraat ligt in het Nieuwdorp en loopt naar het Boudewijnkanaal toe. Het noemde vroeger ook Heissche- of Moerstraat, volgens lijst 1822 ( Kad B 281 tot 747).
Boudewijnkanaal (het): Zeekanaal Brugge-Zeebrugge, gegraven 1898-1907.
Breeden Steegher (den): 44e begin, Kad 831, Herberg, nu “In den Ouden Toren”. Arch. Doest nr 111 f° 149 (1567): es dherberghe den breeden steegher / Sand 123: en and oostzyde van de chruusstrate een huus ghenaemt den Breesteghere / steher = steiger, trap.
Brouwerij 1 : 45e begin, Kad 1555 f° 128 r°: up schuere west de cruusduere westende en Jan Colijns muur en huus dat wijlent brauwerye was / Is niet helemaal juist te situeren, maar lag vlak voor de kerk ... met de oostzyde an strate.
Brouwerij 2 : 45e begin Kad 857 h, Brouwerij en herberg, De Drie Koningen. / RaB Br. Vrije 16511 nr 29 Liss: dhelft van een huys zynde eene herberghe en brouwerye genaemd de Drij Coninghen (1774).
Brouwerij 3 : 45e begin, Kad deel van 812 t3 / GaL Brouwerijvergunning toegestaan aan de broeders Pieter en Jan Berton in het jaar 1857 om een bierbrouwerij te bouwen langs de steenweg naar Dudzele op een afstand van 16,18 m. van de weg.
Brouwerij 4 : 50e begin, Kad 762,765,767 / Sand 9: up zuudhende ende es een brauwerye met datter toe hoort / Deze lag noord van de Valkenaere langs het Vaartje.
Brouwerij 5 : 51e begin, Kad 167/4, brouwerij en herberg, Sint Joseph, einde 1800
Brug (de): Bes Wat 1838 f° 50 / 50e begin / = Dorpsheule.
Caespenninckrente (de): 44e begin, Kad 218, 220 e.a. / Rente op verscheidene percelen grond in de N.O.hoek van het 44e begin en meestendeels verdwenen bij de aanleg van het Boudewijnkanaal. Deze rente hoorde toe aan de abt van de St-Baafsabdij te Gent.
Canonninckxsche (het): Toebehorend aan de kanunniken van St-Donaas te Brugge. Leen van het Can.... (zie tCussen)
Congo: 45e begin, Kad B 815 h, Herberg tot 1940? vroeger hofstede waarvan op de schuur een rente lag van St-Obrechts in Brugge (Sand 9 en 123)
Costerie (de): 44e begin, Kad B 343 kmn en 344 d / KaL 1555 f° 36 r°: Fransois Coeman costere heeft in pacht een huus met 108 roen .. zuudhende an heerwech by den oostasschoope / Kal 1616 pachtjaar 1629: Coster Lauwereys Bauwens: de coster es toegheseyt een wuenhuus met den boogaert groot 1 lijn 8 roen, staende 84 roen up vidua [= weduwe] Jan Bake, ende heeft zyn zelve verobligeert daghelic avé Maria te clippen met de middel clocke smergens snoens ende savents ende eene corte pose daernaer te luyden.
Cruusduere (de): KaL 1555 f° 128 r°: west jeghens [= tegen/tegenover] de cruusduere / Deur in de kruisbeuk van de kerk.
Cruusstrate (de): 44e begin / Sand 9 f° 27: ende an de cruusstrate / Sand 123: an de chruusstraete een huus metter erve ghenaemt den breestegere / De Kruisstraat is de straat vanaan het St-Jacobshuis tot aan de Roelantsbrug; ook Zuidstraat genoemd.
Cussen (het): 51e begin, Kad 163 g, 163 f, 164 c / Sand 123: ende heet tcussen ende es leen ten canonnincxsche ... int zelfde stick ende es bylewijs. Dus een stuk land dat leen was van de kanunniken van St-Donaas te Brugge.
De Saedeleerpad (het): Het Valerius De Saedeleerpad is de vroegere tragelwegel of het wegeltje langs de westzijde van de Lisseweegse Watergang. Genoemd naar de bekende schilder (1867-1941) van de school van St-Maartens Latem, die op de gemeente Lissewege heeft gewoond.
Doestland: landerijen die toebehoorden of toebehoord hadden aan de abdij van ter Doest.
Doeststeen: KaL 1616 f° 151 : Den 10n april 1640 heeft Jan Stael aengenomen het matsen van het zuutportael ende noortportael van de kercke van Lissew[ege]; de mueren moeten dicke wesen eene Groote doeststeen ofte anderhalf steen van cleene forme... / Grote doeststeen is dus de bij ons gekende moef.
Dhondtstraat (de Pol): Straat aangelegd langs de spoorlijn noordwaaerts vanuit de Statiestraat, west van het Schottershof en doodlopend in de velden. Id. met de vroegere “Zinderdreef”.
Dorp (het): In algemene zin: heel de gemeente Lissewege; “het dorp Lissewege”, “het mooiste dorp” enz / Vnl bedoeld als het centrum, de kern van de gemeente, vooral door hen die buiten deze kern wonen.
Dorpsbrug: Bes Wat 1838 f° 46, 44e begin / Identisch met Dorpsheule
Dorpsmolen (de): 50e begin, Kad 804 e, De omstreeks 1960 afgebroken korenwindmolen / KaL 1555 f° 164 v°: een letter oost by den dorpmuelene / RaB Brugse Vrije 1e reeks nr 864: De Dorpmolen (1768).
Dorpsplaats: 45e begin, Bes Wat 1838 f° 47 / Id. met Plaatse, Dorpplaatse / Heden heet het Markt.
Dorpsheule: stenen heulbrug over de Lisseweegse Watergang tussen de Statiestraat en de Walram Romboutstraat.
Dorpsstraat: GaL lijst 1822 nr 1: Beginnende aen d’heule genaemd Roelantsbrugge en leydende door de plaetse van Lisseweeghe tot aen de groote steene heule / Lijst 1841: Dorpstraet van B 812 tot B 860 / Op een gedeelte van de vroegere Cruusstrate of Zuutstrate, heden de Walram Rombout - en de Willem van Saeftingestraat.
Dorpsweg. 45e begin, Besch Wat 1838 f°47 / D.P. III 466, Oml. Dudzele 3.141 … aen den dorpweg …. / Identisch met Dorpsstraat.
Dorpswegel: GaL lijst 1822: Voetwegel strekkende van zuyden het pastoriehuys en leydende langs de Sanselstraete en voorts door een bosch van W. De Schietere tot in de straete nr 8 (Leenbilckstraat)
Drie Koningen (de): 45e begin, Kad B 857 h en 858 b. Herberg, later brouwerij. Arch. Doest 111 f° 30 r°: De Drie Coninghen (1567) / Sand 123: Drie Conijnghen / RaB Br Vrije 16511 nr 29 Liss: d’helft van een huys zynde herberghe en brouwerye genaemt de drije Coninghen (1774) - 95 roen erve.
Drij Jiserbollekens (de): 45e begin, Kad 859 e / RaB Br Vrije 16511 nr 29 Liss: Huys staende nevens den voorgaenden huyse (Drie Koningen) suyver en onbelast (1774) / Nu deel van het restaurant Rombout.
Duc de Brabant: niet gesitueerde herberg, jaar 1869. Lokaal van de Maatschappij voor Balpijp en Balboog met de kenspreuk “De Lisbloem”.
Duiventoren (de): 45e begin, Kad B 817 u / De duiventoren die bij het goed Van Kerschaever hoort (vroeger Franckin), werd waarschijnlijk in de tweede helft van de 19e eeuw gebouwd, toen ook het statige herenhuis zijn verdieping kreeg en grondige verbouwingswerken gedaan werden aan de bebouwing die dateerde van einde 1700. In 1500 à 1600 was dit goed een verzameling van afzonderlijke perceeltjes die naderhand al aan één eigenaar kwamen. De Franckins zijn tijdens of kort na de Franse tijd vanuit Antwerpen op de gemeente gekomen en waren groot-grondbezitters. Tevens waren ze secretaris en ontvanger van Lissewege, Heist en Ramskapelle.
Eersten Hoek (den): 51e begin / Naam gegeven aan de landerijen die de genoemde eerste hoek vormden en gelegen waren in dit begin. / D. F. III 924: Renteboek St. Jans f° 87: leghet ten Esinhoeke (1300) / Arch. Doest B. Thos f° 82 (1429): es geheeten ten heesenhoucke / D. F. III 907, St Juliens f° 6: in eene plaetse ghenaempt ten eersten houcke (1565) / Sand 9 f° 225 v° - 226 r°: cum zuudtzide an de adere in tghescheet van beede wateringhen cum westhende en de heerwech ten eesten houcke.
Esinebrug: M. Coornaert, Bijdrage tot de historische geografie van de streek rondom Brugge, overdruk. Hand. der Maatsch. voor Geschied. en Oudheidk. te Gent, Nieuwe reeks dl XXI, 1967, f° 15 laatste alinea: Brug over de Lisseweegse Watergang op de scheiding van Lissewege- en Dudzele Ambacht, evenals op de scheiding van de Wateringen Eiensluis en Reigarsvliet. Deze brug moet dus gelegen hebben rechtover de huidige Vaartstraat.
Engel (de): 51e begin, Kad c 117 s, Herberg. / D. F. III 1063, lijst 1910: eene herberg op den hoek bij de brug. Is identisch met “De Vier Heemskinderen”.
Gaerlem: 50e begin, Kad D 693, 694a, 695 a; Hofstede / D. F. IV 355, Cart Dun (1341): te broeders Pieters boef van gharleem ; Cart Dun (1352): te broeders Pieters boef van gharleem broeder in die Does; Reg Proosche f° 227: Jan van Garnem 1529 / KaL 1555 f° 48 Haerleem; f° 159 Gaerleem / Bes. Wat. 1838 f° 51: Gaernem / id. kaart: Garnem
Gaerlembrugge: KaL 1555 f° 24 r°: oost by den Gaerlembrugghe / Bes. Wat. 1838 f° 51: de steenen brug wat noord op den zelfden watergang (Lis. wat.) voor den uytrede van de hofstede Gaernem genaemt, is last van den eygenaer der gemelde hofstede.
Gasthuis (het): 51e begin, Kad C 159 b / B. Thos 1429 f° 85: soe staet tgasthuus van Lissewege / Sand 9 f° 227 v°: es d'hofstede daer tgasthuus up staet / KaL 1555 f° L56bis r°: by den gasthuus / KaL 1616 (1625): Lieven en Gabriel Allaert ... gepacht een aerme huuseken genaemt het gasthuus.
Gemeentehuis (het): 51e begin, Kad C 170 h / Gebouwd als schoolwoning van de gemeentelijke meisjesschool in 1865. Later omgebouwd als Gemeentehuis.
Gemeenteschool (de): 51e begin, Kad. C 168 b2 en 168 w / Gronden aangekocht in 1862, hofstede de Zetele. Bouw van een gemeentelijke jongensschool en een meisjesschool, elk met een onderwijzerswoning (1865). In 1924 werden deze scholen afgebroken en de huidige Gemeentelijke Jongensschool werd ter plaatse herbouwd.
Gijzele: 89e begin Reigarsvliet, Kad Brugge 10e afd. T enig blad, Hofstede. KaL 1555 f° 53: noordt van Ghijzeele / Sand 123: 56e begin.., d'hofstede mette boogaerde te Ghijsele / B. Thos. (1429): voors ter Ghijseelscher bruggewaert.
Gijzelebrug: 51e begin / Stenen heulbrug over de Lisseweegse Watergang, scheiding der wateringen / Bes. Wat. 1838 f° 51: Gyzeelebrug / Deze brug werd op aanvraag (11-9-1901) begin 1902 verlaagd om het vervoer te vergemakkelijken over deze boogbrug. Als reden werd opgegeven “daar er toch geen scheepvaart meer is op de watergang”.
Gijzelestraat: GaL lijst 1822 nr 17: Beginnende aan de Gijseeleheule en leydende langs het hofstedeken van Frans Roeland ... en het hofstedeken het Palmhof tot in de paelende straete.
Goeden Dag (den): 44e begin, Kad. 327 d. Restauraant in de Walram Romboutstraat (±1960).
Gomarus de Soreyeleen (het): 45e begin, Kad. 799 t en 799 x. Gewezen leen-goed genoemd naar de toenmalige eigenaar. / Sand 9 f° 225: cum zuudtzyde an tkindt van Gommers de Soryeleen ... tkindt Gommers de Sorye up suudtzyde era cum westzyde an die van den Doest landt dick Roosendale met een stick landts cum noordtzyde an de kercke van Lesseweghe landt ende an de heerwech cum zuudtzyde ant voorseide kindts leen ende hofstede es daer Corneel f[iliu]s Jans Witterycx nu woendt cum walle ende singhele in al ...
Groten Boomgaard (den): 51e begin, Kad. C 164 c, 163 f / D.F. IV 1096 Venditie in Liss in den grooten boomgaard (1869) Adv. / Boomgaard aangelegd op een deel van het Cussen en aangrenzend perceel. Draagt nog steeds deze naam.
Haeymanskindern (de Vier): zie Heemskinderen / GaL lijst 1822 nr 26: Kasteelstraat, links d’herberghe genaemd de vier Haeymanskinderen.
Halfve straetkin (het): 50e begin, Kad. D 796 b,c,d / Sand 123: mette zuuthende in thalve straetkin; mette noortzyde int halfve straetkin / Kleine insprong langs de tragelwegel waar een paar huisjes stonden.
Heemskinderen (de Vier): 51e begin, Kad. C 177 s. herberg, hoek Heulebrug KaL O.L.Vr. 6 (1600): ten zuudwesthoucke van de huelbrugghe ende es ghenaempt de vier hemerskinderen / RaB. Br. Vrije 16511 nr 29 (1774): huys en herberghe ghenaemt de vier aymanskinderen / D. F. III 1063 Lijst 1910: eene herberg op den hoek bij de brug in de statiestrat : "Den Engel".
Heerwech ten eersten Houcke: de huidige Ter Doeststraat / Sand. 9 f° 225: cum zuudtzide an de adere in tgescheet der beede wateringen cum westhende an de heerwech ten eersten houcke.
Hendebrug (de): 1850 carte V.d. Maelen, 1876 carte de guerre / Verschrijving voor Tiendebrug.
Heule en Heulebrug: naam voor de in steen gebouwde boogbruggen over de Lisseweegse Watergang. Boogbruggen om de scheepvaart mogelijk te maken. Deze heulebruggen hadden tamelijk steile op- en afritten.
Hof van Commerce (het): Niet gesitueerde herberg 1869. Lokaal van de Gaaiboldersmaatschappij. GaL bundel 11, Affiche feestelijkheden 1869.
Hoge Hooft (het): 50e begin, Kad. D 753 a / ident. met Kasteel en Upperhof / KaL 1555 f° 50 v° : ten N.O. houcke van den ghoede ghenaemt thoge hooft.
Hoogstraat: Naam van een deel van de oude Zandheerstraat, Heiststraat of Moerstraat vanaf de Dorpsheule tot aan de Dorpsmolen (KZL 1912).
Hozendale: Sand 9 f° 226 v°: duidelijke verschrijving voor Rozendale.
Huys van Commercie (het): 44e begin, Kad. 293 1 / Herberg met de naam Estaminet Huys van Commercie. Was het molenhuis van de Witte Molen.
Kaaspenningrente: zie Caespenninckrente
Kapelrie (de) of Kapelriehuys: 45e begin, Kad. 953 d / KaL 1616 f° 62 (1625): erfve ghenaemt de Zwane neffens de Capelrie / Sand 123, O.L.Vr. Messe: een huys ... daer Hr Artus Ducanters Caepelaen van O.L.Vr. in woond. / RaB. Br. Vrije 12687 (1718) art 20: zijnde het Capelriehuys / Is later onderpastorij en vanaf 1935 beenhouwerij "St Marie".
Kassije (de): GaL lijst 1822 nr 12: van zuyden de Dorpstraete jeghens de Roelantsbrugge en leydende tot de paele van Dudzeele / Lijst 1841 nr 1: Lisseweegsche Kalsijde / Nu Ter Doeststraat.
Kasteel (het): 50e begin, Kad. D 749, 750, 751 f3, 752 b, 755 a / Id. met Hoge Hooft en Upperhof / Bes. Wat. 1838 f° 50: alwaer voor dezen het kasteel van Lisseweege gestaen heeft.
Kasteeldreef en Kasteelpoort: Sand 123: an de oostzyde eran over de walgracht een stick voor de Poorte genaemt de Maet, met de dreve hier noers deure.
Kasteelstraat: 50e begin, Kad. C 177 s tot 166 o . De huidige Statiestraat. GaL lijst 1822: beginnende aen het eynde van het dorp aen de steenebrugge en leydende tot in de Uytkerksche straete.
Kemelader (de) waterloop te Lissewege van het dorp naar de Noord Ede / GaL boek 3 bis (1846): Kemelader 6000 m lang / San 123, hoofding 41e begin: tot an waterloop diene men heet de kemel.
Kerk (de): 45e begin, Kad. D 832 a / O.L.Vr. Visitatie / gebouwd onder het patronaat van de abdij van St Bertinus te St-Omaars omstreeks 1230-1270. Scheldegotiek Baksteenbouw.
Kerckebilck: 44e begin, Kad. B 260 b-263 b / Weiland en vettegars / KaL 1616 f° 40 (1622): verpacht à la hauche de Kerckebilck
Kerkhof (het): 45e begin, Kad. 832 a2 / San 9: an den Kerckhof heerwech
Kerkelant (het): Kal 1616 f° 58: dat hy moet planten ende houden groyende op het kerckelant.
Kerckemuur (de): Sand 9 f° 226: cum noordhende an de kerckemuur. (=kerkhofmuur)
Kerkstie (de): B. Thos 1429: met de zuutzide strecket an de kerckstye die comt van roelantsbrugghe / KaL 1555 f° 63 v°: tusschen de kerckstye an de..
Kerkstraat (de): KaL 1555 f° 127 r°: int dorp noordt west by de kercke en de noordtzyde van de kerckstrate / Nu Walram Romboutstraat.
Kerckweg (de) Sand 9 f° 225: cum westhende inde kerckwech / Id. met Zuutomme en Processieweg,
Kerkewerk: KaL 1616: voorts indien de pachter begeert te maecken een keucken zal die maecken op zyn burse behoudens behoorlick ende kerckelic werck. Zeer oude spreuk; ” ’t is kerkewerk”: zeer sterk en deugdelijk.
Keersenboomgaard: 45e begin, Kad. B 813 t/s / Send 123: andt oosthende daeran een keersenbogaert... ende heet Rosendale. ... eene platse jonghe keersenbogaert...
Kersebilk (de) D. F. VII 647, lijst 1901: Identisch met de Legghuut.
Klembrug: Bes. Wat. 1838 f° 50, 50e begin: De houtten klembrug omtrent het midden van dit begin over den Lisseweegschen Watergang / Houten brug die lag tegenover de Beukemarestreat in het Nieuwdorp.
Kwikker (de): 44e begin / D. F. VIII 1120: beemd percelen 250 tot 255, Adv 1909. De laaggelegen hooi- en graslanden tegenaan het Boudewijnkanaal, waar het Lisstraatje toegang geeft. Omvat meer percelen dan opgegeven.
Leenbilckstraat: GaL lijst 1822, Kad. 611 tot D 524: beginnende van zuyden in de sanselstraete op het eynde van het gars genaemd “de leenbilck” en leydende tot de paele van Dudzele. / Deze leenbilk was een grasland te Lissewege en wel het gedeelte van het 181e begin Reygarsvliet, dat op Lissewege ligt. Het was een leen van de Kalvekeete.
Legghuut (de): 45e begin, Kad. B 828 / Sand 9 f° 225: cum westhende an Kerckhof heerwech cum noordthende ande strate ten haschope cum zuudhende an Jan Aerents prespiter curatus de Lisseweghe lant ende heet de Legghuut. Sand 123: eene boomgaerde ghenaemt de lechuyt.
Lisbloem (de): kenspreuk van de maatschappij voor Balpijp en Balboog te Lissewege 1869 (Affiche feestelijkheden) / Een lisbloem komt voor in het oude wapen van het Ambacht Lissewege, nu het wapen van de gemeente Lissewege.
Lissewege: naam van de Gemeente / D. F. 777/787: Liswega 961 (lib STAT.S DONAT.5.v) Arch. Bisd. Brugge - Leswega 961 (Miraei I 4) - Lisguehia 1087 (chart. blauw nr 6637) - Liwegha 1089 - Lisvega 1106 - Lissewege 1125 -Lisseweghe 1212 - etc
Lisseweegsche Kalsijde: GaL lijst 1841. Steenweg van Lissewege naar Dudzele.
Lisseweegs Vaartje: id. met Lisseweegse Watergang.
Lisseweegse Watergang: Vaartje gegraven omstreeks 1200 van "muenicken speykine” tot aan Zwankendamme. Later doorgetrokken onder de naam Noordvaart en Olievliet. Was eertijds zeer belangrijk als vaarweg, maar evenzeer als aan- en afvoerweg van water, meer bepaald als drinkwater voor mens en vee. De bewoning van het dorp Lissewege situeert zich in de onmiddellijke nabijheid van deze watergang. Daar bevonden zich de voornaamste woonkernen. Zelfs vele huizen die er niet rechtstreeks aan paalden, hadden een uitweg van het dorp naar het vaartje. Er bestond en bestaat nog een publieke uitweg die van het dorp naar het vaartje loopt en nog ten huidigen dage aan de Gemeente behoort, hoewel nu afgesloten voor het publiek. Op het einde van de vorige eeuw is de scheepvaart totaal verdwenen. Op dit feit steunden zich de landbouwers bij hun aanvraag om de Gijzelebrug te verlagen (1901). Deze was ook een heulbrug met steile op- en afritten.
Lisstraatje (het): 44e begin. / GaL lijst 1822: landweg, beginnende van noorden de Sanselstraet en leydende naer differente landen en garsingen. Deze weg is eigendom van de aangelanden met reserve van te moeten passage verlenen aen de aengelanden en anderen./ Lijst 1841 / Kad. B 352 tot 256.
Maet (den): 50e begin Kad. D 756 / KaL 1555 f° 50 v°: landt ghenaemt den Maet. Sand 123: een stick voor de poorte ghenaemt den maet met de dreve hier noers deure. / Nu het station en afhankelijkheden.
Markt (de): Huidige benaming voor de plaatse, de dorpsplaats. Was voor 1869 merkelijk kleiner. Toen werden enkele gebouwen onteigend en in de markt opgenomen, o.a. het St-Jacobshuis.
Marktplaats: idem. Kiezerslijsten 1929-1932
Molen: zie Dorpsmolen 50e begin - Witte Molen 44e begin - Beukemaremolen 43e begin - Poer- of Zuidmolen 51e begin.-
Molenwegel (de): GaL lijst 1822: voetwegel beginnende aan de dorpmolen en leydende westwaerts door een hofbilck van Jos Van Kerschaever (Tiendehof) en het gars gebruukt door Daniel Luykx tot in den voetwegen nr 27 (Patentewegel).
Neerhof (het): GaL lijst 1822: Patentewegel, ter rechterzijde van de kasteelstraat beginnende aen de balie van westen dhofstede van Daniel Luyckx en leydende door tgars genaemd het neerhof en andere garsingen. / Neerhof [=Nederhof], vnl hoeve bij een kasteel of klooster. Hier het neerhof behorende bij het Upperhof of Kasteel.
Nieuwdrop (het): GaL lijst 1912. Naam van het gehucht rondom de Beukemarestraat.
Noordmolen: 50e begin. Identisch met Dorpsmolen / KaL 1555 f° 137 v°: recht west van de noordmuelne – f° 131 r°: ende zuudzyde van den noordtcoornemuelene.
O.L. Vr.-Adere (de): Bes. Wat. 1838: de zogenaemde O.LVr-adere
O.L. Vr.-Huuseken: 51e begin / Sand 123, hoofding van het begin: ande heerwech te ghijseele andt O.L.Vr. Huuseken / KaL 1616 f° 85 (1629): gepacht van O.L.Vr. in Lisseweeghe een vervallen erfve groet 40 roen / id, f° 117 (1634): Daniel De Riet heeft in pachte van O.L.Vr. ... ligghende te Gisseele ... daer up moet maecken een huuseken.
O.L.Vr.-Kapel: de kapel van Onze Lieve Vrouw was een stichting met eigen goederen waarvan met de inkomsten de kapelaan werd betaald voor het doen van de O.L.Vr. -missen.
O.L.Vr.-Lof en O.L.Vr.-Mis: andere namen voor O.L.Vr.-Kapel.
Oostas(sc)hoop: 44e begin, zie ook ashoop / KaL 1555 f° 35 v°: by den oostassch.
Oud Gemeentehuis: 50e begin, Kad. D 762 g -764 e 764 f. / Is de oudere Valckenaere - Herberg.
Oude Smisse (d’ ): 44e begin, vermoedelijk Kad. B 304 / Kal 1555 f°132 v°: ende es d’ oude smisse / Sand 123: es dhoude smisse.
Ouden Toren (bij den): huidige naam van de vroegere Breeden Steegher; herberg.
Overzet (den): Het veer voor personen en wagens, in dienst gesteld na het aanleggen van het Boudewijnkanaal.
Overzet (in den): Herberg ter hoogte van het veer aan de overzijde van het Boudewijnkanaal.
Pastorij: zie priestrage.
Pastorijstraat: GaL 1841; landweg behoorende aen de aenpalende eigenaars. Weg beginnende ten zuiden van de Sanselstraat en leidend naar de pastorij. Latere benaming voor Zuutomme, Kerckewech, Processieweg, op een deel daarvan.
Peerdesmisse: 44e begin / GaL lijst 1822 nr 2: Salselstraete, beginnende aen de plaetse van Lisseweghe regt voor dherberghe St Jacob en leydende langs de peerdesmisse van Amandus Vermeulen.
Piste (de): Bij de aanleg van de Zeebruggelaan, een gekalseide, afgeknotte driehoek ontstaan door de wegkruising met de Statiestraat. Zeer geschikt voor de jeugd om er omheen te koersen met de fiets. Vandaar de naam Piste, die gebleven is, ondanks deze reeds verdwenen is. 0p heden ook naam van een dancing dichtbij.
Plaatse (de): Nu de markt. 1822: Processieweg... tot op de plaetse.
Poermolen (de): Gehucht Z-W de kerk, aan en om de Roelandsbrug, Kiezersl. 1929
Poermolenstraat: GaL lijst 1900. Weg.
Priestrage (1e portie): 45e begin, Kad. B 823 a, 824 b, 825 a ; Pastorij. Sand 9 f° 225 r°: Mr Jan van den Dale ... ende es een vervallen priestrage Sand 123: deerste portie ... de priestrage daer Mr Walram De Croes wuent. Is de huidige pastorij - deze werd gebouwd in 1638.
Priestrage (2e portie): 45e begin, Kad. B 826 a, 827 d / Sand 123: Mr Heyndrick Munters curatus te Lisseweghe van de 2e portie.
Priestrage (3e portie): 44e begin, Kad. B 830 a, h, c / Lag oost van den Breeden Steeggher / Sand 123: Heer Gillis Adriaens curatus van de 3e portie
Processieweg: 45e begin / GaL lijst 1822: Begint van zuyden de Salselstraet regt over den asschope en leydende rond het kerkhof tot op de plaetse. Deze weg is eigendom van de aengelanden met reserve van te moeten passage verlenen voor de jaerlijksche processie. / In 1831 werd deze weg afgesloten voor alle passage en op de weg werden olmen geplant.
Rafoele (de): 44e begin (Kad. 275 ?) / Sand 123: ende heet de Rafoele. Rafoele is een slecht stuk land.
Ramskapellestraat: Lijst 1902. De vroegere Salselstraat
Reyvaert Jacob: rechtskundige geboren te Lissewege (1534-1568). Studeerde te Leuven en te Orleans. In Douai werd hij ziek en stierf aan T.B.C.
Reyvaertheem (Jacob): Jeugdhuis op het dorp,
Reynaert: Restaurant = de vroegere Drie Koningen.
Reyvaertstraat (Jacob): de vroegere Salsel- of Ramskapellestraat tot aan het kanaal.
Roelandsbrug: 51e begin. Stenen heulbrug over Liss. Watergang. / B Thos 1429: ende loopt zuutwaer te roelantsbrueghe waert. / Sand 9 f° 279: cum oostzyde ande waterganc ande roelandtsbrugghe.
Rombout Walram: ± 1598-1668. Kunstambachtsman. Van hem zijn orgelkast, doksaal en preekstoel in de kerk.
Rombout (Walram): 45e begin, Kad. B 859, 860. Restaurant. Huis waar hij woonde.
Romboutstraat (Walram): Huidige benaming van de straat tussen Dorpsheule en Markt. Vroeger Dorpsstraat, Kerkstraat of Weststraat,
Rozendale: 45e begin, Kad. B 816 d2, 816 m2, 820 b, 822 / B Thos 1429: zuut van der kercken.. . anden Kerckelant van den Does dat men heet Roozendale. KaL 1555: zuut van Roozendale. / Send 123: een keersebogaert ende heet roozendale.
Saeftinghe (Willem van): Broeder van de abdij ter Doest (1300)
Saeftinge: herberg op de markt
Saeftingestraat (Willem van): straat van de Markt tot aan de Roelandsbrug. De vroegere Chruus- of Zuudstraat.
Salselstraat (de): 44e begin, Kad. B 342 tot 520 / Gal lijst 1822: Salselstr, beginnende aen de plaetse van Lisseweghe regt voor d'herberghe St Jacob en leydende langs de peerdesmisse van Amandus Vermeulen tot aen de limieten van Dudzele en Ramskapelle / Bes. Wat. 1838 f° 46: Zalselstraet / Is de huidige Jacob Reyvaertstraat en de Ramskapellestraat.
Sas (het): Wijk van Lissewege, nu Zeebrugge-Heist. In 1869 aanleg van een steenweg van het dorp naar ‘t Sas. Ook wel genoemd “de Sluizen”.
Schaak (het): 45e begin, Kad. deel van B 817 / Arch. Doest nr 111 (1567) f° 150: zuutzide an thuus ghenaemt tschaeck / Sand 123: huus met erfve ghenaemd Schaeck
Schotterije of Schottershof: 50e begin, Kad. 759 c, 760 d, 761 e. Eigedom van Sint-Sebastiaansgilde / KaL 1555 f° 50 v°: metten oosthende en tschottershof / Rab. Br. Vrije 2997 (1680): Van de steene brugghe tot aan de schotterije.
Sluizen (de): de Zeesluizen van Heist = Sas van Heist,
Smisse 1 : 44e begin, zie Oude Smisse
Smisse 2 : 44e begin zie Peerdesmisse
Smisse 3 : 44e begin: rond 1930 de smidse van Louis Vermeulen langs de Hoogstraat.
Smisse 4 : 45e begin Kad. 860 c / Arch. Doest nr 111 f° 30 r°: westzide an Antheunis Gregoire smit / Sand 123: Anthone Gregore smidt... thuus metter smisse daer Anth. voorseit wuende.
Smisse 5 : 45e begin, Kad. B deel van 812 c. Smidse gebouwd door Jan Spriet in 1859. Opvolgers Jan Peere en zonen.
Spanje (het huis): 45e begin, Kad. 851, 851 b, 852. Naam die het St.- Jacobshuis een tijdje droeg / KaL 1555 f° 127 r°: es dherberg Spaengnen / KaL 1616 f° 172: het huus toebeh. de gilde van St Jacobs van houdts gheseyt Spaenynne.
Statiestraat: huidige benaming van de Kasteelstraat.
St-Bertinusabdij van St-Omaars: bezat het tienderecht op de parochie en in het ambacht Lissewege, tot in 1559 het Bisdom Brugge werd opgericht.
Sint Elooi: werd te Lissewege vereerd en een zijaltaar was hem toegewijd.
St-Elooismisse: een afzonderlijk beheerde stichting met eigen inkomsten van landerijen. Met de opbrengsten werd wekelijks een H. Mis opgedragen. RaB. Br. Vrije 12674 f° 54: den rendant (ontvanger) in voldoenijnghe van aldies, zeght ondersocht te hebben de registere zoo van kercke, disch als O.L.Vr.- capelle ende nerghens geene landen van St Eloy misse te vinden gheanno-teert vele min van eenighe fondaties op deselve te cannen achterhalen (1727 tot 1730) / Ondanks dit uittreksel vinden we in reg 12677 voor de jaren 1754-55-56 toch drie artikels die toebehoren aan St-Elooismisse.
St Jacob: had een altaar aan een der moerpilaren in de kerk. Afgebroken in 1644, volgens M. English, ”Op bedevaart naar O.L.Vr. v. Lissewege." 1930.
St Jacobsdag: KaL 1616 f° 140: Jooris Rombout heeft aangenomen den ontfanc van de Capelle ende gilde van St Jacob binnen Lisseweghe…. ende sijnen jaerlicxsche rekeninghe doen telcken St Jacobsdag wesende den 25n july. Actum desen 19 january 1639.
St Jacobsgild: Gild of Broederschap van Sint Jacob. M. English, op bedevaart n O.L.Vr. Liss: De inkomsten zouden gediend hebben om aalmoezen te geven aan de bedevaarders naar (en van?) Compostella. Schrijver spreekt van een vroeger St-Jacobsgild en geeft datum aan van 1664. Evenwel heeft het St-Jacobsgild veel langer bestaan ondanks het verdwijnen van het altaar in de kerk in 1664. In 1768 overleed de molenaar van de Dorpsmolen Jeannes Vandepitte. In de staat van goed lezen wij: betaelt aen de Confrèrie van de Ghilde van St Jacobs in Lisseweghe de somme van één pont tien schell. groten over de doodschuld van den overleden confrater van deselve ghilde. Hetzelfde bedrag werd betaald als doodschuld aan het St Sebatiaans-gild.
5t-Jacobsmisse = St Jacobscapelle.
St-Jacobshuis: 45e begin, Kad. B 851, 851 b, 852 RaB. Br. Vrije nr 1984 (staat v. goed: Jacob Gauweloose-Maaiken Vandepitte 1620): betaelt an Walram Rombout timmerman ... ende an Jooris Romhout weert in het St Jacobshuis in Liss. / Sand 123: De St Jacobsgilde in Lisseweghe ... genaemt St Jacobshuus / GaL Bund. 55 cheynspacht 1829 een woonhys van ouds genaamd St Jacobshuys. - Notarisakte: verkoop van het huis in 1868. In 1823 werd het St-Jacobshuis gepacht als school en onderwijzerswoning. In 1829 werd een cheynspacht aangegaan. In 1849/50 werd een nieuwe school gebouwd op het vrije erf tussen de oude school en de Capelrie. In 1869 werden de oude gebouwen van het St Jacobshuis gesloopt en de nieuwgebouwde school omgebouwd tot bakkerij die in 1871 in openbare verpachting werd toegewezen aan bakker Constant Van Kerschaever. Nu is het de Meubelzaak.
St-Jacobshuis: een St-Jacobshuis wordt ook genoemd in het 41e begin, hoewel ten onrechte. Wel is het waar, dat het St Jacobsgild er een huis in eigendom had. Dit droeg echter de mooie naam Riethuis.
St Jansmisse: rente op een hofstede in het 44e begin / Sand 123: Rente de St Jansmisse in Lisseweghe.
St-Joorisgild: schuttersgild. Met name heb ik “St-Joorisgild" niet gevonden, alleen St-Joorismisse. Dat deze vlag éénzelfde lading dekt is klaar. Dit schuttersgild moet echter reeds vroeg verdwenen zijn. In Sanders 9 (begin 1500) wordt de St-Joorismisse nog eigenares genoemd van de molenwal en het St-Jooris maeyken. KaL 1555 f° 50 v° Sand. 123 noemt reeds vijf opeenvolgende eigenaars. / KaL.1555 f° 30 v° en 31 r°: dit land behoorde wijlen toe aen St Joorismisse in Lisseweghe.
St Joorismesse: kerkelijke stichting belast met het beheer van de goederen van het St-Jorisgild.
St Jooris Maeyken (het): 50e begin, Kad. D 805. Afwisselend land en gars. KaL 1555 f° 50 r°: ende es tstick ghenaemt St Jooris Maeyken / Sand 123: een stick geheeten St Jooris Mayken / Paalde noordoost aan de molenwal van de dorpsmolen.
St Juliens in Brugghe: stichting te Brugge waar geestieszieken een onderkomen vonden. Aan de Boeveriepoort, nu Technische School.
St-Kathelijnemisse: KaL 1555 f° 32 r°: an de noortwestzide van de watergang die van Lisseweghe naar bueckemaere muelne loopt ende es gheghevene ten dienste van de St Kathelijnemisse in Lisseweghe. / Sand 123 geeft de kerk van Lissewege op als eigenares van dit perceel "over de St Kathelijne misse”; waaruit we kunnen opmaken dat St Kathelijne en haar mis toen reeds hadden uitgediend.
St-Marie: rond 1935 Beenhouwerij. Huis waar vroeger de Kapelrie was.
St-Sebastiaansgilde: Schijnt het St Joorisgild te zijn opgevolgd als schuttersgild. Noch in Kal 1555, noch in Sand. 9 (beide vóór 1600) wordt melding gemaakt van een schottershof of gild van St. Sebastiaan. De vroegste vermelding komt voor op een zilveren schild (schakel) aan Breuk A van de gilde (Rond de Poldertorens 9e jaarg. nr 3 en 4 blz 108 en foto 7) met het jaartal 1617. Jaartal 1600 op nr 1 van voormelde breuk is te twijfelachtig. Eerst in 1627 komt in de parochierekening de naam van de Jonghe Gilde van Meneere St Sebastiaen in Lisseweghe voor (RdP 4e jaarg. nr 3 pag. 90). Dit wil niet zeggen dat het gild niet vroeger bestond, want vroegere rekeningen ontbreken (oudste: 1624/25). Misschien is de Gilde toch wel ontstaan omstreeks 1600. In de Franse Tijd zijn alle goederen van het Gild verkocht geworden. Een schrijven aan de distrktscommissaris, 22/12/1824: St Sebastiaansgilde ... dat de goederen vantijds toebehoord hebbende aan de schutterije, onder de naam van St Sebastiaen binnen deze gemeente verkogt zyn door het gewezen fransch gouvernement en dat er heden geene van de goederen meer in wezen zyn. / Een oud gildevaandel is nog bewaard (nu muzeum St-Guthago). De breuken voor zover bewaard, bevinden zich in privaat bezit.
Spoorwegstraat: weg aangelegd langsheen de spoorweg, vanuit de Statiestraat zuidwaarts) en vroeger doodlopend. Nu doorgetrokken tot aan Gijzele, dit na afsluiten voor het verkeer van de Doestdreve, die privaat eigendom is. Volgens lijst 1822 was eygendom van de Duynheeren met reserve van iedereen passage te moeten verlenen. Zodat deze weg ten onrechte werd afgesloten.
Tiendebrug: 50e begin. Brug over de Lisseweegse Watergang aan de Dorpsmolen. Langs het Tiendedreveken was het Tiendehof met de Tiendeschuur bereikbaar, zodat mag aangenomen worden dat het eertijds een overslagplaats was. KaL 1555 f° 137 v°: noordoost van de thiende huelbrugge / Sand 123: ande heerwech jeghens de thiendebrugghe.
Tiendedreve: Sand 123, 50e begin Thiendehof: ... ende streckt met een thiendedreveken westwaert totte heerwech ende met noch een thiededreve int noord-oosthende van de scheure oostwaert tot d thiendebrugghe an de waeterganck.
Thiendehof (het): 50e begin, Kad. D 725, 726 / Hofstede toebehorende aan de abdij van St-Bertinus te St-Omaars, die het tienderecht bezat in het Ambacht Lissewege. Deze hoven waren opslagplaatsen van de tienden die er verzameld werden in de tiendeschuur.
Tiendeschuur: D.F. XV 896: 1368, bider tiende scuere, Chart Chaurtreuzinnen KaL 1555 f° 33: oost by der thiende schuere.
Tiendeweg (de): Kad. D 727 tot D 723 / GaL lijst 1841: Tiendeweg: weg van Oosten de Uytkerkestraete aen het hof van Em. Van Kerschaever. / Dus het gedeelte van het oude tiendedreveken dat liep op de noordkant vlak bij het Tiendehof. Van het andere Tiendedreveken is het spoor nog te volgen naar de Tiendebrug toe.
Tijger (de): 45e begin, Kad. B 836 e. - Herberg rond 1930
Tragelwegel (de): GaL lijst 1822 nr 10: Traegel-wegel: voetwegel liggende al de rechte kant van het Lisseweegsche vaardeken beginnende aen den dorpmolen van Jos Van Kerschaever en leydende langs het gezeyde vaerdeken voorbij de Gijseeleheule tot de paele van Dudzeele. / Lijst 1841, Kad. D 804, C 490. Het gedeelte naar de molen toe heet nu Hoogstraat; en zuidwaarts, vanaf de Dorpsheule, het Valerius De Saedeleerpad.
Upperhof (het): Identisch met tHooge Hooft en Kasteel. Sand. 123: ... eran tUpperhof mette boogaerde singhele ende walgracht.
Uitkerkestraat: GaL lijst 1822: beginnende aen de paele van Uytkerke jeghens d’heule en den groenen dijk en het hofstedeken van Mr. Van Steenkiste daer Bernard Hoste woond en leydende langs dhofstede daer Ww. Timmermans op woond, de hofstede van Mr. Legillon Goemaren daer Jos Kerkhof op woond alvoor bij der Zwankendamschen molen en voorts langs het hofstedeken van Mr. Peelaert Stemaere daer Lieven Verveine op woond tot in de Kasteelstraete jeghens het hofstedeken van Mr. Houtryve d’Ydewalle daer Jan Geuns op woond. Lijst 1841: Kad. D 611 tot 524.
Uitkerksche wegel: GaL 1822: beginnende aen de eerste Klembrugge van westen het vaerdeken en leydende noordwest door den boomgaerd van Maestaf tot aen den Zwankendamschen molen en voorts langs den adere al door den bosch en hofbilck van Mr. Benedictus Van Steenkiste tot in de Uytkerkestraete.
Vaartje (het Lisseweegse): id. met Lisseweegse Watergang. / Op zijn Lisseweegs gezeid is dat "'t farretje”. Als er simpelweg van ‘t farretje gesproken wordt is er van niets anders sprake dan van een watergang die het dorp dweerst. Maar ... “het farretje van de vaart”.
Vaartje(van de Vaart): daarmee wordt bedoeld het afleidings- of bevloeiings-kanaaltje langsheen het Boudewijnkanaal, aan de westzijde, met de zwemplaats in de Kwikker.
Vaartstraat (de): vroeger een landweg dooliopend in de velden. Nu in verbinding met de Jacob Reyvaertstraat. Vormt een eindje de scheiding tussen Eiensluis en Reygarsvliet.
Vagelandsweg: GaL 1822: weg beginnende aen het hofstedeken van Jos Declerck en leydende tot de Kasteelstraat, / Later ook verkeerd de Assestraat genoemd. Nu is het de Zeelaan en grondgebied Brugge sedert 1932.
Vagelandswegel: GaL lijst 1841: Kad. C 133 tot 327, Voetwegel beginnende van westen de Lisseweegsche watergang aen het huys van Pr. Meysman en leidende over de hofplaats van Frans Van Holm, Lieven Callier en Casimir Maenhoudt tot in den Dulleweg. Veg. nr 27, lang 1737 m: « Sentier de celui, dit Tragelwegel, au chemin dit Dulleweg ; dénomination particulière, Vagelandswegel. »
Valckenaer (de): 50e begin, Kad. D 762-764. Herberg, nu “Oud Gemeente-huis”. KaL 1555 f° 168 r°: in de weststraete ... ghenaemt de Valckenaer / Sand. 123: dherberghe ghenaemt de Valckenaere / Valkenaer = valkenier.
Veer (het): = Overzet.
Verloren eind (het): Kad. B tussen 361-362 b6 en 685 s - 684 c. Stukje weg van de Jacob Reyvaertstraat uit naar de kanaaldijk toe, die nu uitweg geeft naar de landerijen. Is bij het aanleggen van het Boudewijnkanaal ontstaan door een kleine wegomleiding.
Vijfhouckstick (het): 45e begin, Kad. B 799. Vijfhoekig stuk land.
Volkshuis (het): 45e begin, Kad. B 342 c - 341 . Oorspronkelijk een eigendom van de O.L.Vr.-Kapel. werd omstreeks 1960 lokaal van de Socialistische Partij.
Vrauwen (ten): D.F. XVI 828, hofstede te Lissewege / B. Thos. 1429: ende dit stedekin ... staet an de zuutzide van der stede die men heet ten vrauwen. B. Thos. : ende es d hofstede die men heet ten vrauwen. / Sand 123 (hoofding van het 51e begin): An de heerwech te Ghijseele an O.L.Vr. huuseken KaL 1616 f° 85 (1629): gepacht van O.L.Vr.-messe een vervallen erfve. / Idem f° 117 (1634): Danneel De Riet heeft gepacht van O.L.Vr. ligghende te Ghisseele ... daerop moet maecken een huuseken. - Dit alles om aan te tonen dat dit “ten Vrauwen” mogelijks het hofstedeken van O.L.Vr-kapel kan zijn. Dat pachter De Riet in 1634 daarop een huuseken moet bouwen en de materialen van steen moet gebruiken die van het oude vervallen gebouw komen, bewijst reeds dat het een oud bewoonde plaats is. Het register gaat maar terug tot 1616 en vanaf het begin lezen we: “een vervallen erf”.
Wal (een hoge): 45e begin, Kad. 803 a. Zuid van de pastorie / Sand. 123: …. dhofstede metter boogaerde ... met eenen hogel wal daerin ligghende. Sand. 9 f° 225 r°: es hofstede ... cum walle ende synghele / De primitieve kadasterkaart van Lissewege geeft nog altijd de wal aan. Kan oorspronkelijk een omwalde kasteelhoeve geweest zijn.
Waterschip: 50e begin, Kad. 757 / KaL 1555 f° 50 v°: ten noordoosthoucke van den ghoede ghenaemt thooghe hooft met een waterscip daer in ligghende / Sand 123: ... met een waterschip in de zuudtwesthende hierin ligghende.
Wegeltje (het): id met Tragelwegel.
Weststraat: KaL 1555 f° 168 r°: west van de kercke in de weststraete. / Daar De Valckenaere in hetzelfde artikel genoemd wordt als in de Weststraete liggende, wordt hier dus de straat bedoeld van de Markt naar de Schotterij, zover de weg gekalseid was.
Witte Molen (de): 44e begin, Kad. B 293 c / Op 13/9/1855 werd een aanvraag ingediend om een korenwindmolen te mogen bouwen (op cheynsgrond). De toelating werd aan Philip Cosijn gegeven in de raadszitting van 22/10/1855, zodat die waarschijnlijk in 1856 gebouwd werd. Nadien is de molen ingericht geworden als oliemolen. Ph. Cosijn verkocht de molen aan Jan Baptist Cosijn (1862). Kort daarop werd Leonard Bossier-Bulckens de eigenaar. Het mole-naarshuis was de herberg "Estaminet Huys van Commercie”. Op 26/1/1867 werd de zaak nogmaals verkocht, nu aan Jan Nijskens - J. Van Kerschaever. In 1868 overleed deze eigenaar. In 1871 was de molen eigendom van Petrus Dierickx Visschers-Boddez. Op 15/6/1907 werd Carel Duysburgh-Gheyle eigenaar, in 1949 opgevolgd door zijn schoonzoon Urbaan De Vriendt-Duysburgh Julia. Inmiddels was de molen terug aangepast als korenwindmolen.
Zalselstraat: identisch met Sanselstraat / Bes. Wat. 1838 f° 46, 44e begin: Zalselstraet.
Zeebruggelaan: naam gegeven aan de oude Uitkerkestraat op zijn loop naar het noorden toe.
Zetele (de): 51e begin, Kad. C 167 en delen van 168, 169, 170 / GaL notulen van de gemeenteraad 1862: hoeve aangekocht door de Gemeente om er scholen op te bouwen.
Zuidmolen (de): De veronderstelde naam voor de molen die in het 51e begin zou gestaan hebben naast het Gasthuis. Deze naam dan als tegenhanger van de Noordmolen (Dorpsmolen).
Zuidstraat: 45e begin / Arch. Doest Reg. 111 (1567) f° 150 r°: ... oostzide van de zuutstraete ... zuutzide an thuus ghenaemt tscaeck. / Kal 1616 f° 173: ... wuenhuus in de zuutstrate / Idem f° 181-182: ten voorhoofde in de zuutstrate / sand 123: . . .ndhende ande zuudtstrate en in den halven landwech. / De Zuutstrate werd ook wel Chruusstrate (Kruisstraat) genoemd en is de straat vanaf het St-Jacobshuis tot aan de Roelandsbrug.
Zuutomme (de): D.F. XIII 679; Weg. / B. Thos. 87 : lichende zuut van der kercke in de strate dat men heet zuutomme, streckende metter noortzide al duere ande strate met der zuutzide an de kerckelant van der Does, met de oosthende strecket ander kerkelant van der Does dat men heet Rosendale. / De Zuutomme sloot aan op de Processieweg en liep aan de oostkant van Saeftinge, zuidwaarts om de Duiventoren heen, naar de Roelandsbrug.
Zwane (de): 45e begin, Kad. 855 h. / KaL 1616 f° 84: ... een woonhuus ... genaemt de Zwane... ande westzide van het huus van de Capelaen. Dit huis liep op het zuideinde met een brede uitweg naar de Watergang. Het huis, de Capelrie, had echter een vrije doorgang naar de Watergang door dit perceel. Sand 123: ... thuis metter erfven genaemd De Zwaene.
-----------------0000000000----------------
De kaart die behoort bij het bovenstaande artikel, stak in het vorige nummer van Rond de Poldertorens.