De Knokse scholen
gezien door de jeugd

"Cnoc is ier" loofde weer een prijs uit in de 3e graad der verschillende scholen van Knokke. Ditmaal werd een opstel gevraagd over de geschiedenis van de eigen school.

Op de prijsuitreiking in juni ontvingen de laureaten het prachtige keramieken schild van Knokke. Deze vielen te beurt aan:

Rijksbasisschool:

  • Pascale De Groote

Vrije gemengde lagere school, Sportlaan, 8:

  • 6a: Kathleen Dhelft
  • 6b: Peter Van Elslande
  • 6c: Hank Nobus

Vrije gemengde lagere school, Diksmuidestraat, 21:

  • 6a: Luc Devriese
  • 6b: Nora Maene

Stedelijke school:

  • Verheyestraat, 3: Marlinda Boi
  • Zoutelaan: Fabienne Castro

We laten hierna de geprimeerde opstellen volgen. Deze geven meteen een kijkje in de geschiedenis van de Knokse scholen, zoals de leerlingen van het 6e leerjaar deze onthouden hebben.

In het raam der milieustudie is gebleken dat de kennis over de meest onmiddellijke omgeving – deze waar men zovele jaren op de schoolbanken zit – toch reeds uitgebreid is. Enkel van de Rijksbasisschool kwam geen nader omschreven historie, misschien omdat het onderwerp niet als dusdanig opgevat werd. We hebben er het beste van genomen.

"Cnoc is ier" zal ook bij het afsluiten van het schooljaar 1976-77 een prijs uitloven, ditmaal voor een al dan niet gekleurde tekening met een zichtje van het oude Knokke als onderwerp. En om wat verscheidenheid te krijgen, zullen verschillende onderwerpen per school opgegeven worden. De boeken over Knokke verschenen bieden ruim de mogelijkheid om het oude in beeld te brengen. Wij zijn er ten andere van overtuigd dat in de scholen de plaatselijke geschiedenis ook terecht komt met regelmatig iets voor de leerlingen uit de werken van Opdedrinck, D'hont, Lannoy of Coornaert, of uit het tijdschrift van "Cnoc is ier" voor te lezen en te tonen. Thuis zullen de meisjes en jongens er zich des te meer aan interesseren.

 

De Geschiedenis van Knokke

Knokke, 1926. Een klein rustig dorpje gelegen in de duinen. Een oud vrouwtje sloft moeizaam in de richting van haar vervallen vissershuisje. In de verte ratelt een paardetram voorbij. Een eenzame schilder tovert liefelijke beelden van duinen, zon, zee en zand op zijn witte doek. Een haastig konijntje zoekt z'n hol tussen brem en distels. Een kind plukt gretig de paarse zwinnebloemen. Enkele wandelaars op het strand speuren de horizon af om de grillige omtrek van het eiland Walcheren te ontdekken. Enkele kwajongens rennen door de steegjes op hun houten klompen op weg om een streek uit te halen. De geur van gebakken vis trekt veel hongerige kinderen aan die doelloos rondzwerven.

Knokke, 1976. Een druk bezochte stad gelegen aan zee, met hoge flatgebouwen en prachtige villa's. Een rijk geklede dame vraagt de weg naar het hotel-instituut voor thalassotherapie. De helverlichte speelzaal van het bekend casino trekt vele rijke toeristen aan die de kans willen wagen nog rijker te worden. Brede lanen met boetiekjes, zwembaden, cinema's, scholen en speeltuinen doen spijtig genoeg het oude romantische Knokke vergeten. Toch hou ik ook van dit moderne Knokke met zijn onsterfelijk Zwin als blijvende herinnering aan het oude Cnoc.

Pascale De Groote Rijksbasisschool 2

 

Over de vrije school der Sportlaan:

Toon ik op een vroege morgen ontwaakte en ik mijn gedachten de vrije loop liet gaan, zag ik opeens het beeld van mijn school.

Het prachtige gebouw met lager en middelbaar onderwijs, met een klooster waar de broeders geregeld kunnen bidden tot God en dan de turnzaal, een plaats waar we ons hart kunnen ophalen aan de klimrekken en aan de zware koorden. Er is nog veel meer in de turnzaal: een bok, een plint, een mini-trampoline. Alle instrumenten die we dikwijls mogen gebruiken.

Het lager en middelbaar onderwijs was vroeger een oude versleten school waar de muren niet geverfd waren, waar er oude banken stonden, waar er geturnd werd in de gangen en waar er bijna niets van materiaal voor natuurkunde was. Deze school gelegen in de Smedenstraat was in 1923 het bezit van het Sint-Jozefsinstituut, dat in 1926 overgenomen werd door de broeders Xaverianen. Indertijd had het klooster als overste broeder Remi. Daar is de school lang geweest. Maar de broeders waren nog niet tevreden. Ze dachten aan een nieuwe school. De terreinen in de Sportlaan waren een uitkomst. De broeders kochten die grond en bouwden er een prachtig complex op, bestaande uit drie delen. Eerst het middelbaar onderwijs, dan het lagere en ten laatste het klooster. Dit gebeurde in 1953-1954.

De school kent ook een grote bloei, ze telt thans meer dan vijfhonderd kinderen. Doch de broeders waren nog niet tevreden en bouwden er een turnzaal bij die ook als feestzaal kan dienen. Dit alles behoort bij het Sint-Bernardusinstituut, dat zijn naam te danken heeft aan broeder Bernard, die hoorde bij de orde van de broeders Xaverianen.

Wij, leerlingen van het instituut, mogen fier zijn, want we gaan naar een school met een boeiende geschiedenis en waar we een zeer goeie opvoeding genieten.

Katleen Dhelft 6a

 

De school der Xaverianen:

Franciscus Xaverius, de heilige patroon van alle broeders Xaverianen, leefde van 1506 tot 1553. Samen met de H. Ignatius werkte hij voor het katholiek onderwijs en stichtte vele scholen. Ook in Vlaanderen werden scholen gesticht. Dat deed hij niet alleen in onze streken, maar ook in de verre landen zoals India en Japan. In deze landen waar hij ook tien jaar predikte, stichtte hij veel missieposten. Daarom kreeg hij ook de naam van "Apostel van India en Japan". Het was in 1839 dat te Brugge onder de leiding van Theodoor Rijcken de broedercongregatie der Xaverianen werd gesticht. Overal werden in ons land scholen opgericht door de broeders. Doch niet alleen in ons land, ook in vreemde landen, zelfs in Amerika en in de missielanden zoals Kongo. Eindelijk in 1926 werden er broeders naar Knokke gestuurd Ze vestigden zich in de Smedenstraat en gebruikten de schoollokalen van de vrije jongensschool. Daar begonnen ze heel bescheiden te werken, doch door de aangroei van de Knokse bevolking en de goede faam van de school steeg het aantal leerlingen ieder jaar. Men moest naar andere lokalen uitzien! In 1951 werd er grond gekocht nabij de Meerlaan om daar de nieuwe middelbare school te bouwen. 1953 werd het grote jaar en werden de ruime lokalen van 't nieuwe gebouw in gebruik genomen. Het zal wel een grote dag geweest zijn voor de broeders! De school kreeg de naam van St.-Bernardusinstituut, zo genoemd naar de algemene overste broeder Bernard. In 1964 bouwden de broeders nog een turnzaal met onderverdieping die diende voor refter en kleedkamertjes. Nu zitten wij hier op de schoolbanken en wij danken de directeur, de broeders en de leerkrachten die ons zo goed onderwijzen en opvoeden!

Peter Van Elslande 6 b

 

Het onderwijs te Knokke

Men mag heden terecht zeggen, dat de grootste bezorgdheid van de ouders ten overstaan van de kinderen, deze van hun studies en latere toekomst is. Toch heeft het onderwijs in de loop der tijden een moeilijk kraambed gehad, waarvan de aanvangsperiode niet altijd over rozen liep.

Willem I was wellicht de eerste die besefte dat met een dom volk niets aan te vangen was en dan ook in 1815 begon met het oprichten van scholen. Een honderdtal rezen uit de grond op onder zijn bewind, maar de meesten echter vonden in Nederland hun plaats. De kogel was echter meteen door de kerk en ook in onze streken werd met het onderwijs een aanvang genomen. De eerste Knokse leraar was Vervaecke en zijn woonkamer diende als klaslokaal. Lange tafels en een paar wankele stoelen vormden de gehele klasuitrusting. Hij gaf les mits betaling aan jongens en meisjes, zodat de arbeidersjeugd er weinig of niets kon van genieten. Wat later bekommerde zich een vrouw om de Knokse meisjes Ze leerde ze voortreffelijk koken en naaien, maar onderrichtte ze voornamelijk in de kristelijke leer. In de wijk het Kalf was het een gewone huishoudster Maria Bonte, die zich over het lot van jongens en meisjes ontfermde. Ook hier echter diende er te worden betaald. Mijn grootvader vertelt dikwijls, dat hij - ondanks hij goed leerde - reeds op elfjarige leeftijd de koeien moest hoeden. Zo hielp hij mee in het bestaan van een gezin met twaalf kinderen waarvan hij de oudste was, en waar een gerookte haring geregeld werd verdeeld in vier a vijf stukken. In de wijken de Oosthoek en het Zoute werd les gegeven tot in 1848. Wanneer men in 1870 het besluit nam even de leerlingen te testen, om even na te gaan waar men nu feitelijk stond met het onderwijs was de proef effenaf beneden alles. Op de achtenzestig meisjes die er aan deelnamen, konden er amper zes met moeite iets lezen. De anderen waren volkomen ongeletterd. Vanaf 1880 begon het onderwijs stelselmatig te verbeteren. In de Smedenstraat werd een vrije katholieke school opgericht; de meester was er de koster Cosyn. In het jaar 1893 werd het St.-Jozefsinstituut gebouwd, waar uitsluitend aan meisjes door de zusters les werd gegeven. Doch ook de jongens kwamen aan hun trekken in 1926, toen de broeders zich in de Smedenstraat kwamen vestigen. Deze leerkrachten spanden zich der mate in, dat in een minimum van tijd grote vorderingen werden gemaakt. Het neusje van de zalm brachten de broeders dan in de Sportlaan in 1954 waar de leerlingen, nu gemengd, werkelijk verwend worden. Wanneer ik met mijn grootvader het onderwerp "onderwijs en geleerde mannen" aansnijd, stelt hij zich heftig te weer. "Ze zullen met al hun uitvindingen nog zelfs de wereld doen vergaan", bromt hij, en in zijn woorden schuilt wel enige waarheid!

Henk Nobus 6 c

 

Over de vrije school der Diksmuidestraat

Wanneer onze school gestart is, weet ik niet. Maar die zal wel zolang bestaan als de H. Hartparochie. Een school en een kerk horen samen, zegt mijn pa.

Jongens en meisjes zaten afzonderlijk in separate gebouwen. De ene school was gekend als de "Frères", nu zegt men toch meer en juister "de broeders". De meisjesschool was gekend als de "zustersschool". 't Gebouw waarin we leven en werken, bestond uit een gelijkvloerse verdieping. Knokke groeide en bloeide echter zichtbaar en een verdieping werd op de bestaande school bij gebouwd.

Alles ging snel! Men sprak van "fusie" en weldra groeide uit de zustersschool en de broederschool één enkele school: de H. Hartschool. Jongens en meisjes volgen nu samen de lessen. Eerst mengde men le, 2e en 3e leerjaar, en 't jaar daarop - dus verleden jaar - 4e, 5e en 6e leerjaar. Zuster Magda heeft de leiding.

Heel onlangs werd ook de speelplaats verruimd door het plaveien van een zandstrook naast de "echte speelplaats".

Ik hou van mijn school, de medeleerlingen en mijn Broeder. Hadden wij niet een fijne reis dit jaar?

Nora Maene 6 b

 

Uit onze school

Mijn grootvader heeft het me honderd keren verteld. Hij verhaalde in geuren en kleuren hoe het in zijn tijd op school verliep. Het was een strenge tijd, een tijd waarin de meesters een van de grote heren waren van de gemeente. Om 8 uur riep een grote klok de kinderen bijeen op de speelplaats. Het was een open plek, niet geplaveid en als het regende, leek het wel één modderpoel, waarin de leerlingen met hun veel te grote klompen lekker konden ravotten. Rondom de speelplaats stonden enkele armtierige klassen samen met kleine vensters, geschilderd in een vieze bruine kleur. "Dat was tegen het vuil worden", zei grootvader. De klaslokalen waren verwarmd met een grote, ronde kachel waarvan de pijpen langs een opening in het plafond naar buiten liepen. Soms stond de ganse klas in één rookwolk.

Ouderwetse groengeschilderde banken dienden als lessenaar, en vooraan stond op een verhoog een "pupiter" waarop altijd een regel lag, die meestal diende om op de handen van de leerlingen te slaan. Vooraan tegen de muur waren grote borden opgehangen. Boven dit alles was er een "meester", een gestrenge heer, waarvoor iedereen beefde, en die alles moest aanleren. Meer was er toen niet.

De welstand en de ontwikkeling bracht in de loop der tijden veel verandering aan. Zo werden er later ruimere en meer moderne gebouwen opgetrokken. Alles werd gedaan om het ons aangenamer te maken. Buiten de klaslokalen werd er een turnzaal gebouwd. Sommige scholen bezitten zelfs een klein laboratorium. Het materiaal werd verbeterd. Kortom, er is veel veranderd en alles wordt gedaan opdat wij gezellig zouden leren.

Wat zijn we nu gelukkig te kunnen naar school gaan waar alles gedaan wordt om het leren zo aangenaam mogelijk te maken.

Luc Devriese 6 a Diksmuidestraat

 

Van gemeenteschool tot stadsschool

"Meisje", zei vader " nu jij voor het eerst naar school gaat, zal ik eens zeggen dat je naar de school zult gaan waar ik, je moeder, je grootouders en misschien je overgrootouders geweest zijn. Dit is het stedelijk onderwijs, vroeger zegde men: gemeenteschool. Toen ik er voor het eerst naar toe ging, weende ik bittere tranen, maar al vlug was ik het gewoon. Thans zit ik in het zesde leerjaar en heb de geschiedenis van onze school vernomen.

Tijdens het Hollands bewind kwam het eerste onderwijs. De meester of meesteres gaven meestal in hun eigen huis les. Normaal was het de koster die onderwees. Soms rekenen en taal maar anders was het les in de kristelijke leer. In 1827 werden de eerste gemeenteleerkrachten door het bestuur aangesteld. Toen was het bescheiden salaris 40 fr. Daarbij kwam nog een vergoeding van 25 fr. De tijden waren heel streng, want de meisjes moesten bij de juffrouw en de jongens bij de meester. De rijken moesten betalen en daardoor konden de armen geen les volgen. Maar een hele poos later moesten de armen niet meer betalen. Daarvoor kregen de onderwijzers en de juffrouwen een toelage van de gemeente. De plannen voor de eerste school werden in 1829 gemaakt, maar het gebouw werd nog niet opgetrokken. Rond 1843 moesten de kinderen 1 fr. betalen om naar school te gaan. In 1850 werd het salaris verhoogd naar 120 fr. Pas in 1855 werd de eerste jongensschool gebouwd. Na de onafhankelijkheid werd een school gebouwd voor de meisjes in 't jaar 1868. Het liep verkeerd want de jongens mochten erin en de meisjes moesten in het oude gebouw blijven. Het is nog vele keren van het ene gebouw naar het andere gegaan, onder andere naar het hotel de la Couronne, die nu de muziekschool is. Stilaan werden er naast de gemeentelijke school vele andere scholen opgericht. Daarna zijn er nog verschillende afdelingen bijgevoegd. Vóór de oorlog werd de meisjesschool in de Van Steenestraat gebouwd en na de oorlog waren er scholen in Zevekote, in de E. Verheyestraat en in de Duinviooltjesstraat. Na de fusie van gemeenten kwamen de scholen van Heist, Westkapelle en Ramskapelle bij ons aansluiten .

"Meisje", zei vader, "nu heb je het veel gemakkelijker, hoor!" Vader heeft mij dan verteld dat in zijn tijd - het was toen oorlog - er regelmatig bomalarm gegeven werd. Toen moesten alle leerlingen op een afgesproken teken, als de bliksem onder de banken verdwijnen en op een ander teken volgde een cross naar de banken op de speelplaats, waar iedere leerling zijn plaatsje had. Het is ook gebeurd dat we in een afgelegen huis of thuis bij de leerkracht les kregen, want het was te gevaarlijk zoveel kinderen bijeen.

Ook het comfort was niet zo groot. De muren van de klassen waren met kalk groen geverfd en schilferden af. In sommige klassen stond er een kachel die de onderwijzer en enkele leerlingen moesten onderhouden. Om de klassen schoon te maken strooide men wit zand, dat men daarna opveegde.

De vakken zijn bijna niet veranderd, wel de methode. Vroeger moest men meer kunnen opzeggen uit hot hoofd. Tegenwoordig moet men meer kunnen opzoeken.

"Meisje", zei vader, "flinke kinderen worden in goede gezinnen grootgebracht, maar ook je leerkrachten zorgen vooral voor je opvoeding". Onze school stelt er prijs op naast het leren om op te voeden tot fatsoenlijke mensen.

Marlinda Boi Stedelijke School E. Verheyestraat

 

Van 't dorp tot Zoutelaan

De meeste mensen waren vroeger analfabeten in Knokke. Een paar paters en kosters konden lezen en schrijven. Er was wel vroeger een school maar voor de rijken uitsluitend.

Rond de jaren 1800 werd er een eerste onderwijzer door de gemeente aangesteld. Zijn naam was Sebastiaan Vervaecke. Hij was koster. In zijn woonkamer leerden de kinderen lezen en schrijven. De rijken moesten wat geld betalen, de arme mensen konden dat immers niet. Maar toch verdiende hij nog niet te veel. In 1829 werd er een school door de gemeente opgericht. Het aantal leerlingen steeg. Daardoor kwam er een hulpmeester bij.

Tijdens de eerste wereldoorlog moesten veel meesters soldaat zijn. Zo kwam men te kort aan leerkrachten.

Deze school in de Sebastiaan Nachtegaalstraat werd te klein en te ouderwets. Men bouwde een nieuwe school in de Edward Verheyestraat en wat later in de Duinviooltjesstraat.

Ik houd van onze school. Ik heb er een hele reeks goeie en plezierige herinneringen aan. Van het eerste kleuterklasje ben ik opgeklommen tot het zesde leerjaar, waar ik de laatste maanden nog mag doorbrengen.

Volgend schooljaar zal ik er niet meer van de partij zijn. Dat vind ik vreselijk jammer!

Dag school, dag juffrouwen, dag meesters, dag speelplaats, dag lieve huisbewaarders, dag allemaal!

Fabienne Castro Stedelijke school Zoutelaan

 

De 19e eeuwse historie van Knokke: Van polderdorp tot badplaats

het nieuwe boek van D. Lannoy is thans te verkrijgen bij: – J. Van Poucke, Lippenslaan – of bij de auteur zelf.  De vastgestelde prijs bedraagt 750 fr.

 

De Knokse scholen gezien door de jeugd

Redactie

Cnocke is Hier
1976
08
010-016
Leonore Kuijken
2023-06-19 14:38:19