De bossen van Vlaanderen - De moorden van Beernem....

Velen hebben gekeken naar de televisie en zich kunnen inleven in de sfeer tijdens de eerste wereldoorlog.., en vooral wat er ten lande, meer speciaal in Beernem, gebeurde. Doorheen het verhaal van moorden en verdwijningen konden we kennis maken de échte tijd van toen.

Het was ook de tijd toen er nog maar weinig kranten gelezen werden, en de mensen het nieuws dan ook moesten vernemen van de straat-en marktzangers. Daarom dachten wij er goed aan te doen één van de vele dramatische straatliederen in deze editie op te nemen.

HET GEHEIMZINNIGE DRAMA VAN BEERNEM

Heel Beernem is met schrik bevangen,

waar ‘t zwellend hart er onder leed.

‘t Parket heeft één doel en verlangen

Wie van Hectors moordenaars afweet.

Een pachterszoon verliet zijn moeders woon;

Elk had hem lief voor zijn karakter schoon.

Gansch gezond en zoo vol van lust en leven

Die had hij zich al naar de kermis begeven.

‘t Werd middernacht, hij dacht naar huis te gaan

maar hij werd in zijn voornemens verraân.

Een angstgevoel bekroop zijn jeugdig hart,

Hij ondervond de voorsmaak der bittere smart.

Verraderlijk werd hij gegrepen;

Hoe klopt het in zijn teer gemoed!

Het was als werd zijn keel toegenepen,

Van hem daar nog pas vol levensgloed.

O Neen! Hector, geen sterre gloort u aan,

‘t Is met uw schoon jong leven ook gedaan.

En zijn hulpkreet had er zoo weemoedig geklonken,

Toen hij gewond al op den grond was neergezonken.

Daar lag hij nu te kermen in zijn bloed;

Zijn laatste klacht was voor zijn moeder zoet...

Zij willen zijn dood, door schranderheid en list,

omdat hij misschien van hunne daden wist.

Stervende riep hij naar zijne moeder:

Uw zoon verlaat dit bloedig dal

Vaarwel lieve zusters, lieven broeder,

die ik nimmer meer aanschouwen zal!

De armen vrouw vertelt juist haren bangen droom

zij zag haar zoon daar drijven op den stroom;

hij had eerst moedig tegen schelmen gestreden,

De stromen bloed guststen al van zijn leden.

Toen zij vernam een lijk drijft op den vaart

Het was haar zoon, die zij pijnlijk heeft gebaard

Groot is ‘t verdriet van de arme weduwvrouw

als zij hem aanschouwde, ja, zoo gansch paars en blauw.

Mijn kind, ik wil u mijn tranen schenken,

Zoo snikt zij bij haar duurbaar kroost.

'k zal zoo dikwijls aan mijn lieveling denken.

die de groote steun was en mijn troost.

De bossen van Vlaanderen, de moorden van Beernem...

Redactie

Heyst Leeft
1991
04
18
Ludo Sterkens
2023-06-19 14:38:19