Straatbenamingen...de Joseph Dhoorelaan
André Desmidt
Op woensdag 17 oktober 1951 had in het Heistse stadhuis een korte, maar zeer ontroerende plechtigheid plaats.
Onder voorzitterschap van burgemeester de Gheldere en onder meer in aanwezigheid van gouverneur van Outryve d'Ydewalle werd ten posthumen titel aan de ouders van wijlen Joseph Dhoore de Gouden Medaille van het Carnegie Hero Fund overhandigd.
Het was de heer Courdan die de medaille opspelde bij vader Dhoore.
De gouverneur sprak aldus: “In deze tijden van materialisme en geldzucht gebeurt het zelden hulde te mogen brengen aan helden die uit pure zelfopoffering het beste geven van wat ze bezaten: hun leven. Wijlen de heer Joseph Dhoore heeft ons hiervan een treffend voorbeeld gegeven. Daarom breng ik hier hulde aan de ouders, die, dank zij hun opvoeding thuis, het geluk hadden zulk een ware held als zoon te bezitten. Ik breng hen hiervoor de dank uit mijn persoonlijke naam en deze van alle mensen van dit land, die zich bekommeren om de opvoeding van onze jeugd.”
Burgemeester de Gheldere sprak als volgt: “Vergeef mij dat hier opnieuw de schrijnende wonde van de ouders geopend wordt. We mochten deze plechtigheid niet onopgemerkt laten voorbijgaan. Wij wilden de heldenmoed van uw zoon als voorbeeld stellen voor de jeugd. Wij zijn fier op uw zoon, het is een echte parel aan de kroon van de Heistse visserij. Het is onze heilige plicht zijn nagedachtenis in ere te bewaren en zijn ouders steeds met liefde en sympathie te omringen. De naam Dhoore moet in onze harten gegrift staan en nooit mogen wij zijn gedachtenis laten vervagen.”
Joseph August Dhoore werd geboren te Heist-aan-zee op 13 september 1921.
Voor de eerste maal werd hij aangemonsterd ter koopvaardij als matroos aan boord van ss Henri Gerlinger op 28 december 1942 waarop hij onafgebroken gevaren heeft tot 20 maart 1944.
Op 19 augustus 1944 kwam hij dan in dienst op de “Elisabethville” als kwartiermeester om dan later, op 19 oktober 1944 in dezelfde hoedanigheid over te gaan aan boord van de “Leopoldville”.
Joseph Dhoore is tijdens zijn kortstondige loopbaan ter koopvaardij steeds een voorbeeld geweest van plichtsgetrouwheid en offervaardige moed.
Op 24 december 1944 werd het troepentransportschip “Leopoldville” door een vijandelijke duikboot getorpedeerd.
Aan boord bevonden zich 217 leden van de bemanning en 2242 officieren en soldaten van het Amerikaanse leger.
Over de buitengewoon tragische taferelen die zich afspeelden bij het zinken van de passagiersboot en over de sublieme heldendaden die bij deze gelegenheid door verscheidene zeelieden gesteld werden, zijn er slechts sporadische en onvolledige gegevens. Maar één ding staat vast: in het uiterst sober zeeverslag dat over deze catastrofe is uitgebracht, staat de naam van kwartiermeester Dhoore vermeld bij de vier bemanningsleden die tot het laatst op de brug zijn blijven staan, samen met commandant Limbor, kapitein Verworst en timmerman Van de Kerkchove.
Van deze vier helden zijn er twee om het leven gekomen samen met 765 Amerikaanse soldaten.
Wegens zijn uitstekende kwaliteiten als zeeman werd Dhoore Joseph op 12 februari 1945 aangemonsterd als tweede officier aan boord van ss Emeraude van de Cockerill Line.
Op 2 juli 1945 te 3.30 uur in de nacht kwam de ss Emeraude in aanvaring met een wrak in de Noordzee.
Het schip liep een groot lek op en het water stroomde met kracht in de machinekamer. De kapitein gaf bevel onmiddellijk het schip te evacueren. Terwijl de bemanning in allerijl in de nog beschikbare reddingsboot sprongen en het vaartuig reeds een helling had van 45 graden verkoos tweede stuurman Dhoore, zoals destijds op de Leopoldville, bij de Commandant te blijven op de brug om hem behulpzaam te zijn met de laatste manoeuvers.
Op het ogenblik dat de eerste werktuigkundige het schip ging verlaten bemerkte Dhoore dat deze geen reddingsgordel om het lijf had. Ogenblikkelijk ontdeed hij zich van zijn eigen reddingsgordel en gooide die over het hoofd van de eerste mecanicien.
“Gij zijt vader van een grote familie, hier zie, dat komt u toe”
Daarop is hij naar de brug teruggelopen... Het schip is enkele seconden later omgeslagen en gezonken.
Het ganse drama heeft een tiental minuten geduurd.
Tekst van André Desmidt naar een artikel verschenen in Albatros.