Een gesprek met Maurice Dekeyzer
feestleider van Knokke-Heist
André Desmidt
Met tekening, foto en oude tekst
In het kader van ons jaarthema Feesten vroegen wij aan Maurice Dekeyzer of het eens paste om wat te komen babbelen en herinneringen op te halen van vroeger.
Vroeger is hier niet de periode van voor de oorlog, maar wel de jaren zestig, zeventig en tachtig... Lange tijd woonde Maurice met echtgenote Mariette en zijn dochters langs de Boulevard. Later verhuisde hij naar het Irispad te Duinbergen, dicht bij het “bosje”.
Maurice werkte aan de gemeente en vanuit de dienst secretarie werd hem gevraagd het feest van de honderdjarige Frans Vantorre op te zetten. Meteen werd de eerste stap van een nieuwe carrière gezet, waardoor hij het strikt administratieve zou ruilen met het dagelijks menselijk contact en de organisatie van allerhande manifestaties, binnen zowel als buiten.
Het feest van “Frings” werd fantastisch, met een grote tentoonstelling, een huldiging... Heist werd herschapen in het vissersdorp van de tijd van toen. Naast de officiële plechtigheid had Maurice Dekeyzer er ook voor gezorgd dat de honderdjarige zich even kon terugplaatsen in de goeie ouwe tijd, dit door middel van een prachtige tentoonstelling.
Tevens werd er een straat toegekend aan de jubilarissen, tot op heden trouwens de Frans Vantorrestraat.
Wellicht heeft dat alles later ook inspirerend gewerkt voor het boek “Heist van vissersdorp tot badstad”, geschreven door Maurice Dekeyzer en uitgegeven in 1969.
Met de fusie werd het bureau van toerisme in Heist geleid door de heer Henri Baert, (voorheen de latere gemeentesekretaris Huib Gobert) die later vertrok naar Westtoerisme. De heer Demarest was baas in Knokke. In Heist was de heer Robert Dewispelaere jarenlang voorzitter van het feestcomité, maar sinds enkele jaren niet meer zodat de schepenen Manu Desutter en Robert De Corte zelf het werk deden, met succes trouwens.
Met de fusie in 1971 werd Maurice Dekeyzer als beambte bij de dienst toerisme verantwoordelijk voor de feesten en plechtigheden en het gemeenschapsleven. Samen met de politieke verantwoordelijken werd heel wat gerealiseerd. Het is trouwens bij het overlopen van dit stukje geschiedenis dat we vaststellen hoeveel er eigenlijk al afgeschaft is, en hoe weinig er in de plaats is gekomen. Denken wij maar aan de bloemenstoet. We zien de prachtige wagens vol begonia‘s nog voorbijrijden langs de Zeedijk, gevolgd door elegante personenwagens opgezet met prachtige boeketten. Hierbij verwijzen wij trouwens naar de kaft van ons boekje waarop mevrouw Yvonne Leliaert als vaste waarde van de Heistse bloemenstoet, prijkt.
En dan alle kinderen die mee opstapten of meereden met een versierd kustrijwieltje, of een kinderwagentje. Voor de baigneurs was het de laatste dag van het seizoen. Van de gelegenheid werd nog gebruik gemaakt om langs het parcours pliants te verhuren voor de duur van de stoet. In Knokke was de bloemencorso de zondag, en de maandag kwam men dan naar Heist. Enig in België, en een gevolg nog van Knokke-Heist lichtstad in 1968, waren de verlichte wagens die ‘s avonds nog een parcours aflegden. Na het verdwijnen van het bloemencorso werd er in het Rubensjaar nog een ernstige poging ondernomen om de riante tuin aan de Noordzee in de bloemetjes te zetten, en werd de zaal Ravelingen in een grote tuin herschapen. Het was sprookjesachtig mooi.
Een ander alternatief was het plaatsen van bloementapijten op verschillende plaatsen in de gemeente, en dit door vrijwilligers of verenigingen. Ook dat was succesvol, maar niet uniek omdat heel wat steden en gemeenten dit ook doen.
De zeewijding heeft ook hoogten en laagten gekend. De processie zorgde ervoor dat 15 augustus de hoogdag van Heist was. Maar in 1964 werd deze afgeschaft omdat men steeds minder medewerkers vond, het verkeer te druk werd en men na het concilie vanuit de parochie dit gebeuren ook niet verder wenste te ondersteunen. Toch is de zeewijding met een mini-processie vanuit het visserskapelletje steeds blijven doorgaan, en richtte men voor de eigenlijke zeewijding dan een eucharistieviering in.
Gelukkig heeft Heyst Leeft de draad terug opgenomen en was deze vereniging gangmaker voor de nieuwe editie in nauwe samenwerking met Gemeentebestuur, vzw Toerisme en de parochie.
Carnaval is door de jaren heen een topper gebleven. Na de oorlog kreeg dit typisch Heistse gebeuren enorme belangstelling vanuit het binnenland. Later werd het ook toegelaten om in de omringende steden en gemeenten te maskeren, zodat het de dinsdag allemaal Heistenaars onder elkaar waren. Maar vergeten we toch niet dat tot dertig jaar terug er permanent trams reden tussen Knokke en Blankenberge om mensen op en af te voeren naar Heist Carnaval. En langs de Knokkestraat stonden heel wat autobussen die mensen vanuit het binnenland hadden aangevoerd.
Maurice was elke keer weer in zijn nopjes tijdens de dolle carnavalsdagen, vooral toen er dank zij Robert De Corte nieuwe vaart in kwam en alles geconcentreerd werd rond de jeugd, en op zondag. Een succesvolle formule trouwens, tot heden toe.
Iets wat Maurice Dekeyzer bijzonder aan het hart ligt, is de folkloremarkt. Deze manifestatie werd opgestart in 1969 om de plaatselijke middenstand te ondersteunen. Het werd voor het eerst besproken op een feest voor de derde leeftijd, waar men goed aanvoelde welke belangstelling er nog bestond voor het verleden. En men moet toegeven, het was en is een goede formule, want tot op heden komen nog steeds heel veel mensen speciaal naar Heist voor die folkoremarkt.
Maar iets nieuws lanceren loopt niet altijd van een leien dakje. Om de zaak te promoten werd er een retro-huwelijk opgezet in het stadhuis. Het jonge paar moest met een paardentram van Brugge komen en werd op het stadhuis opgewacht door een ongeduldige burgemeester de Gheldere. Wat was er immers gebeurd ??? De paardentram had een as gebroken en kwam zo met één uur vertraging aan. Gelukkig speelde de fanfare Willen is Kunnen regelmatig een deuntje.
Met de dezelfde bedoeling werd er ook een zwempartij op grootmoeders wijze ingericht. Heel wat mensen gingen in de oude vooroorlogse badkostuums van baigneur (Gouden Tant) naar hun strandkabientje. Paarden en ezels trokken de kabientjes dan tot aan de waterlijn, net zoals vroeger, zodat de baadsters zich niet teveel bloot moesten geven. Het gebeuren werd gretig verslagen door de pers en betekende een goede start voor de folkloremarkt.
Samen met Lea Ballyu van de Heistse Klakkertjes ging Maurice ook folders uitdelen aan de overzetboten in Breskens. Lea speelde trouwens een grote rol in het welslagen van de folkloremarkt, samen met mevrouw Maria Storm en hun Heistse Klakkertjes. Het einde van de folkoremarkt, ‘s avonds, was trouwens een evenement op zichzelf.
De muzikanten van de Heistse Klakkertjes deden nog een tournee in de herbergen, en Lea werd rond gevoerd in een kruiwagen... want haar voeten deden zeer... Er was ook heel wat animatie op de markt. Elke keer opnieuw kwam er een fanfareoptreden en werden er ook vissersliedjes gezongen.
En van fanfares gesproken... Wie herinnert er zich nog de wekelijkse concerten op de groene kiosk op het Heldenplein op zondagvoormiddag? Telkens gevolgd door een muzikale rondgang in de gemeente. Meestal gingen de muzikanten en hun familie, die met een bus naar zee gekomen waren, dan nog eens naar het strand. De badkarhouders verhuurden badpakken en een ligzetel, en de muzikanten beleefden een prachtige dag vol mooie herinneringen.
Maar naast de feestelijkheden waren er ook de plechtigheden. Zo had Maurice ook veel aandacht voor de nationale feestelijkheden, vooral in de maand november, dit tot algemene waardering van alle oud-strijders, die hem daartoe ook vereremerkten. En tenslotte waren er ook de huwelijksjubilea. Telkens weer ging Maurice ten huize van de jubilarissen om een mondje te praten. Gelet op zijn belangstelling voor het verleden was dat voor hem een aangename plicht. En meteen verzamelde hij alle in formatie voor de leden van het Schepencollege, die dan op de grote dag de gevierden toespraken en enkele herinneringen bovenhaalden.
Over de majorettes hebben we het niet gehad, omdat dit zich voor een groot deel afspeelde te Knokke. Maar iedereen weet dat Maurice zich ook daar met hart en ziel op toelegde en dit concours als een van de hoogtepunten van het toerisme uitbouwde.
In 1985 nam Maurice dan afscheid van de dienst toerisme en de afdeling feestelijkheden. Dit na zovele jaren nauwe samenwerking met schepen van de leute Karel De Grauwe, met wie er een zeer nauwe samenwerking was. Nu reeds tien jaar lang geniet hij samen met zijn Mariette van een welverdiende rust en pendelt hij tussen het zonnige Spanje en het heerlijke Knokke-Heist.
En als hij dan al eens thuis zit, dan speelt hij op zijn orgel in het Irispad. En wellicht komen dan terug beelden voor ogen van de grote feesten voor de derde leeftijd in het Casino.
Hoewel hij organisator was van deze feesten, werkte hij ook nog actief mee de dag zelf en speelde hij een “airke” voor de derde leeftijd.
Heyst Leeft dankt Maurice Dekeyzer voor het gesprek en wenst hem, samen met zijn echtgenote Mariette, nog vele jaren van geluk en vooral in goede gezondheid.