Fons Lierman

2018 08 23 112937Andre D'hont

Medestichter van Cnoc is ier en bestuurslid, overleed onze vriend op 31 januari 1989.

Hij was een rasechte Knokkenaar, die ons meer dan eens over het verleden vertelde, – zo in de Dagklapper over zichzelf:

Ik ben geboren in de eerste en de laatste fabriek die hier bestaan heeft, de kaasfabriek van ’t Hazegras, in ’t jaar 1903. Mijn vader was Pietje Lierman, afkomstig uit Ramskapelle. Mijn moeder stamde uit het oude Zoute. Zij was een Hillewaert, van de Payo’s. Ze woonden in het huisje op de hoek van de Keunedreef en de Zoutelaan, in de buurt van Rombout en Tille Bete. Ik was de jongste van 8 broers en 3 zusters en we woonden ginder in de tijd toen er nog geen villa’s stonden en het nog de Zoektepolder was. Het is er al heel veel veranderd.

Op 12 december 1845 brak de zee in de nacht door de aarden dijk; een bres van 25 m. werd geslagen en de Zouteschorrepolder werd overstroomd over een oppervlakte van 25 ha. De schade werd toen geraamd op 30.000 fr. terwijl 22 gezinnen in miserie gedompeld waren.

De Zoutepolder kwam dan vorige eeuw normaal tot ontwikkeling. Het beste gedeelte lag bij het Fort St-Pol, terwijl naar het westen toe de zandgrond slechts een magere oogst kon doen verhopen. Veel stuifzand palmde de landerijen in. De meeste woonsten van het oude Zoute kwamen, sedert de dijkbreuk, eerder bij de duinhoogten, voornamelijk in de buurt van het huidige Zoutekerkje. Nu zijn de oorspronkelijke woningen, op de cijns, praktisch allemaal verdwenen.

Meer oostwaarts (bij de hoek van de Zoutelaan en Konijnendreef) stond de hofstee van Pietje Lierman. Hij is er gekomen in 1905. Vòòr hem woonde er Sissen (Frans) Beyne. Fons Lierman, jongste zoon van Pietje, weet ons meer te vertellen over de hofstee en de buurt en het leven om het oude Zoute.

De Keunedreve was een zandweg die naar de duinen van het sparrebos liep, tot de hoogte van ’Oscar’. De hofstee was de laatste vooraleer de Oosthoek te bereiken en lag beneden midden de Zoutepolder. Een slag liep door naar de zeeduinen en op het einde was er een ’april’ om over de dijk te gaan. Tegen de zee was er alleen de ’Lekkerbek’, niets anders. Hoelang de hofstee er reeds stond, kan ik niet zeggen, maar het moet geweest zijn sedert de schorre achter de aarden dijk voldoende vruchtbaar geacht werd en tot polder kon gerekend worden. Sissen Beyne heeft er vòòr onze tijd geboerd.

Hoe is vader Pietje er gekomen?

Vader woonde voordien in het huisje van Sliepers in de Sparredreef. Hij is dan naar de Glazen Brug bij de Vrede getrokken en werd ’konterboer’ op drie hofsteden van het Hazegras. De laatste drie van zijn kinderen zijn er geboren, ik ook. Ik was 2 jaar toen we in 1905 naar het Zoute gekomen zijn.

2018 08 23 113025

De hofstee in de Zoute Polder
Waar nu niets dan villa’s staan, de hofstee van Pietje Lierman beneden de duinen van het sparrebos, met op de achtergrond bij de zee slechts de ’Lekkerbek’.

Was het een ruime hofstee met veel land?

In het gebouw waren het woonhuis, een achterkamer, een ovenkotje, stallingen voor koeien en paarden, ook de schuur. Voor en achter strekten zich weiden uit en daar stonden de ’vummen’. Bij de bomen naar ’t bos toe ging ik de koeien wachten. Er was geen omheining en op de weiden werd het hooigras gewonnen. We hadden heel wat land, 65 tot 70 gemeten samen, voorbij Claeysens en ook aan Sliepertjes. Er werden aardappelen, beten, maïs en rogge ge­wonnen uit de grond der Zoutepolder. Dat heeft voor ons geduurd tot 1927, toen de Zoutelaan vast aangelegd werd en het sjieke Zoute tot stand kwam met lanen van de Elisabethlaan tot de Bronlaan. Dan werd de hofstee gesloopt.

Sedert 1925 kwam ik reeds als 'sauveteur', op het strand. Toen was Casimir De Bruecker nog direkteur van de badendienst. We vormden een ploeg met Sissen Raes, Oscar en Karel Amys, Mon Snauwaert en langen Alowies Joris. Er was een boot om in zee te steken en er waren vier ploegen: één aan ’t Albertstrand, twee te Knokke en één in het oude Zoute. Ik stond meest tegenover de Vuurtoren. En we hebben er veel uit het water moeten halen in die tijd. Vooral als er geen boot in zee kon en ik vanaf het strand zelf de golven in moest. Dit gebeurde meestal als de storm viel en de stroming bij noorderwind zeer verraderlijk was. Thans is de stroming dichterbij niet meer zo groot omdat de hoofden langer zijn. Vroeger kwam het tij meer naar de grond toe, nu wordt het naar buiten gesmeten.

Fons Lierman bracht het op zijn beurt tot gemeenteraadslid na de laatste oorlog. Hij ging er altijd fier op als tweede ’comte’ te mogen zetelen. Maar toen hij er uiteindelijk de buik vol kreeg, gaf hij zonder meer zijn ontslag en liet hij zijn vriend Carlos alleen als vertegenwoordiger van de oude garde. Hij besloot het bij zijn loodgietersstiel te houden. Zijn mooiste herinneringen zijn ook deze van de hofstee.

Dat was de tijd toen ik graag met Seventje naar het Zwin trok, om keuntjes te slaan. Seventje heette ze zijn ’goeie beestjes’ en ze antwoordden altijd op z’n uitnodiging. God scheen ze voor hem geschapen te hebben.

Fons Lierman

Andre D'hont

Cnocke is Hier
1989
26
003-004
Leonore Kuijken
2023-06-19 14:33:01