EVAKUERING VAN HEIST
Vervolg van: 3. Bevrijding van Knokke: burgemeester Deckers, gokkende strategen, massale sabotage, scheldt pocket
Zondag 24 september 1944
“Auf hoheren Befehl ist von der Gemeinde Heist-Duinbergen, der Ortsteil Heist von der Zivilbevölkerung sofort zu evakuieren. Die Evakuierung muss Mittwoch 27-9-44 um 12 Uhr beendet sein”.
Zo luidde het korte onverbiddelijke bevel dat Standortskommandant Müller Heist oplegde. Niets zou baten bij de uiteindelijke pogingen om de massale verhuizing te beletten. In amper twee dagen diende gans de bevolking naar Knokke geëvacueerd, ook indien have en goed achterbleven. Slechts het noodwendige kon meegenomen worden. Het leek meer op een vlucht. Reeds verbleven te Heist vluchtelingen uit Zeebrugge...
Op 25 september geloofde het G.L. nog steeds dat het zou volstaan dat de Geallieerden met enkele patroeljes zouden doordringen om de Duitsers te neutraliseren. Vermeersch werd overgestuurd met een nota, maar men geloofde hem niet omdat het codenummer ontbrak. Vermeersch raakte de bak in!
De inwoners van Heist laadden hun duurzaamste bezit op alles wat maar rijden kon. Over de Elizabethlaan bereikten ze Knokke. Op woensdag 27 september werd het een vreselijke laatste tocht. Want midden de verhuizing zette de Duitse Hamilton-batterij een beschieting in op de Canadese stellingen. Deze repliceerde vanaf het Leopoldkanaal. Met als gevolg dat Heist zelf en de grote weg naar Knokke onder ontploffingen kwamen. Er vielen 44 gekwetsten te Heist, 3 doden bij bombardementen in de “Helios” te Duinbergen. Burg. de Gheldere kreeg op zijn protest enkel het antwoord: “Es ist ein Befehl!”. Zo ging de laatste tocht: de evakuatie moest op het middaguur voltrokken zijn. Al wie uit Knokke kon helpen daagde op. Tramrijtuigen werden voortgeduwd, zieken met berries op wielen vervoerd. Het was een hele gemeente die in twee dagen tijd een nieuw onderkomen moest vinden.
Knokke spande zich op legendarische wijze in om alle vluchtelingen onderdak te bezorgen, in hotels, villa's en privé-woningen. De toestand zou nog benarder worden als uit Oostkerke, Westkapelle, Ramskapelle, Lapscheure en Moerkerke meer vluchtelingen toestroomden. Deze lieten veelal de eigen woning in puin achter.
Tenslotte was de burgerbevolking van de “Scheldt Pocket” volledig te Knokke samengedrongen en bereikte bij de 20.000 personen. Uit Zeeuws-Vlaanderen kwamen er nog meer bij.
Het Albertstrand 1944. De dijk in oostelijke richting naar de bunkers toe.
Onder Links: richting Casino, met voor de dijk een anti-tankgracht, bovenop meer versperringen, de hotels van tussenverdiepingen ontdaan en klaar voor instorten of opblazen. Rechts: vanaf Duinbergen.
Het Casino werd op vreemdsoortige wijze een groot kanon binnen de Atlantiekwal van Rommel. Het was een houten bedrieger om de slagschepen tot vuren uit te nodigen. Aan de gevels van de dijkgebouwen hingen spiegels, die de ontploffingen moesten reflekteren, doen geloven dat teruggevuurd werd.
POLDERS ONDER WATER
Westkapelle-aan-Zee
Om strategische redenen lieten de Duitsers einde september het lage land in Zeeuws-Vlaanderen en ten zuiden van Knokke bij vloed onder water lopen. De zee vond de weg terug naar de polders. Het vruchtbare land werd aangetast door het zoute water en de beplantingen vernield. Vele duizenden bomen werden aangetast en zouden later volledig uit het vredige landschap van Westkapelle, Oostkerke, Ramskapelle en Dudzele verdwijnen. De Duitse bezetter, die zijn verdedigingsstellingen uitsluitend opgebouwd had voor een aanval vanaf de zeekant, had nu tot hopeloze overstromingen aan de zuidkant van de Scheldt Pocket zijn toevlucht moeten nemen. Er wachtte de Canadezen een ware nachtmerrie in de strijd om door het verzopen land te raken en de Scheldemonding vrij te vechten.
Knokke stak boven de overstroming uit op de duinen. De gemeente was op het eiland het toevluchtsoord geworden van de volledige bevolking der ingesloten streek. Op woensdag 27 september 1944 waren ook de laatste Heistenaars met alles wat ze maar konden meebrengen te Knokke beland. Alle ledige woningen waren vlug vol vluchtelingen,- in de garages van vele villa's ook de dieren van hoeven der poldergemeenten. Melk ontbrak er niet!
– Het “Hôtel de Londres” werd eveneens aangeduid als verblijf voor talrijke Heistenaars. Maar dit hotel was onze doorgang om tot bij de Duitse krijgsgevangenen te geraken die er juist naast, in de “Broadway” opgesloten zaten.
Voor Roger Van Geeteruyen en de Weerstand werd een nieuw probleem geschapen. Hoe een oplossing vinden?
– Om de Heistenaars te verschalken en hun nieuwsgierigheid af te leiden van de plaats waar de gevangenen zaten, vonden we er niet beter op dan overal prikkeldraad te spannen en bordjes te plaatsen met de gevreesde “Minen”. Dit zou enkel een tijdje kunnen helpen, want er kwam onenigheid onder onze opgeslotenen.
Op militair plan bleef alles voorlopig nog beperkt tot verkenningspatroeljes en beschietingen. Aldus werd op 28 september de kerktoren van Biervliet beschoten. 's Anderendaags stuurden jagers hun raketten af op de watertoren van Schoondijke, maar ze misten hun doel.
De stelling van het station werd aanvang september 1944 door de Duitsers zelf opgeblazen, terug bezet en nog gebombardeerd.
SCHELDE MOET OPEN
Op deze 29 september uitte generaal Bradley op het hoofdkwartier tegenover Eisenhower de mening dat Antwerpen door Monty niet zou opengesteld zijn voor aanvang november, op zijn vroegst, en dat niet voor 1 december langs deze weg op voldoende tonnemaat zou kunnen gerekend worden voor het beslissende offensief tegen Duitsland. De grote hoop lag daarbij in een offensief half-november.
Achter alles zou de terugkeer in de Ardennen tijdens de winter het gevolg zijn van het lange onbruikbaar blijven der haven van Antwerpen. Einde september was von Rundstedt terug op post aan het Westfront. De Scheldt Pocket werd nu stevig, binnen de overstromingen, bezet door de Duitse 64e Infanteriedivisie, onder bevel van generaal-majoor Eberding, ten noorden van de Schelde de eilandengroep, ten zuiden een sektor begrensd door de afleidingsvaarten tussen Zeebrugge en Heist, nabij Maldegem langs het Leopoldkanaal tot aan de Braakman bij Terneuzen.
Friese ruiters sloten de monding van het Zwin af
Het water werd de beste bondgenoot van de Duitsers achter het Leopoldkanaal, terwijl het ongunstige weder eveneens in hun voordeel speelde. De aanvallers waren op het droge beperkt tot de dijken, tenzij volop tot de armen door het water te waden. De kerktorens bleven gunstig voor de waarnemingen der artillerie, zodat ze vlug bestookt werden. De Duitse krachtige batterijen bestreken de Leopoldkanaallijn vanaf Breskens en Kadzant, naast de batterijen van Vlissingen die de gehele kust besloegen van Knokke tot de Savojaardplaat. Daarom dat Lancasterbommenwerpers de batterijstellingen met volle lading bedienden. Maar voor de gevechten op het terrein waren de Duitsers ook goed met mortieren uitgerust. Alles samen werden hun troepen op zowat 10.000 man geschat.
Luitenant-generaal G.G. Simonds had op 30 september zijn plan klaar voor de aanval: de landengte van Zuid-Beveland afsluiten en Breskens veroveren; Zuid-Beveland zuiveren; Walcheren schoonmaken vanuit alle richtingen. Of eerder gezegd dan gedaan. De R.A.F. voerde bombardementen uit te Westkapelle en overstroomde daarbij Walcheren. Op zondag 1 oktober 1944 was de 2e Canadese divisie met de Can. 10e pantserbrigade op de weg van Antwerpen naar Bergen-op-Zoom voor Zuid-Beveland. Door de aanval in de Breskens Pocket waren de 9e infant. brig. en de 3e divisie te Gent in training met speciale voertuigen. Op de maandag die volgde hoorde de bevolking van Walcheren een bericht langs de radio: alles te ontruimen. Strooibiljetten drongen er ook op aan.
DE GEVANGENEN IN BROADWAY
Te Knokke mocht men nog alleen tot 19 u. buitenhuis. De Duitsers werden meer nauwgezet bij het begin van het offensief der Canadezen. En van de kant der Canadezen hoopte men op 3 oktober in 3 4 dagen met de Scheldt Pocket klaar te zijn! Op deze dag lieten 243 Lancasters hun bommen op Walcheren vallen: honderden huizen stuk, zowat 160 burgers gedood of vermist te Westkapelle. De veroorzaakte overstromingen bij de 120 m-lange bres in de dijk geslagen, zouden van aard zijn om later de krijgsverrichtingen nog moeilijker te maken.
Woensdag 4 oktober 1944: te Knokke hoorde het Verzet langs de radio van Lucien Vervarcke de val van Warschau. Dit schiep een psychologisch moment voor de Polen, die als gevangenbewakers optraden. Borek wou alle Duitsers binnen zijn bereik liquideren, zodat de vurige Pool met het wapen diende in bedwang gehouden. Het boterde niet altijd met de krijgsgevangenen in de “Broadway”, zoals Roger ons zei:
– Het ging zelfs zo ver dat een Duitser die door de anderen verdacht was, van kant gebracht werd en in een waterput gegooid. Het zat zo dat ze vreesden ontdekt te worden en als deserteurs terechtgesteld, en het altijd mogelijk was dat één onder hen als verklikker zou optreden om zijn vel te redden. We konden de onenigheid niet langer dulden en we besloten het kaf van het koren te scheiden. Een 30-tal bleef in de “Broadway”, 16 anderen werden bij mevr. Delay geleid in de villa 'Manon'. Ze woonde er samen met haar dochter en beiden toonden een ware moed met wat ze dan gewaagd hebben. Stel je voor wat van de twee vrouwen zou geworden zijn met hun handelingen ontdekt door de Kommandantur.
Van deze laatste gesproken, op 5 oktober vaardigde Ortskommandant Müller een eerder gek bevel uit: door winkels, hotelhouders of burgers dienden 500 onderbroeken, 500 hemden, 500 paar sokken, 300 paar schoenen, 200 paar rubberbotten en 2.000 dekens geleverd. Hiermede moest de Wehrmacht wat uit zijn schamele toestand geholpen worden. Maar wie zou dit alles leveren? De Ortskommandant dreigde en sakkerde, sprak over dwangmaatregelen. Meer dan 15 hemden kreeg hij nimmer samen,- en in welke staat die waren is nooit geweten. De wapens zorgden voor het leveren van melk, boter en tarwe voor de bezetter.
GEALLIEERD OFFENSIEF
De militaire inzet zou men 's anderendaags aanvoelen. Op deze vrijdag 6 oktober werd te 5 u. 30 door de Canadezen vanaf het gebied van Maldegem een spervuur geopend, om tot de aanval over te gaan. Granaten ontploften op Schoondijke, Oostburg en Sluis. Ook te Knokke werd schuil gegaan voor ontploffingen. Het Geheim Leger werkte mede in wat als beslissende stap beschouwd werd, met volledige aktie tegen munitieopslagplaatsen in de Vrede, het Hazegras, het vliegveld. Hierbij wist Robert Traen zich als een “fameuze crack” te onderscheiden, zoals Kamiel Landschoot in zijn dagboek noteerde.
De algemene aanval op de Scheldt Pocket moest ook vanaf Antwerpen gebeuren, naar Zuid-Beveland toe. Het zou nog tot 20 oktober duren, na bittere gevechten, vooraleer Woensdrecht bij de toegang kon geneutraliseerd worden. In deze periode ging het in de drassige polders van Zeeuws-Vlaanderen niet makkelijker.
Op zaterdag 7 oktober 1944 was de 9e Can. Brigade te Terneuzen met Buffaloes en het 5e Aanvalsregiment. Ondertussen een hevige slag ten noorden van Maldegem, in het bruggenhoofd van Ede, met talrijke tegenaanvallen der Duitsers. Deze beschikten in de buurt over talrijke verdedigingswerken, met alle woningen die als kleine vestingen aangewend werden voor het vuren met automatische wapens. Knokke kreeg met beschietingen af te rekenen, maar met goede moed op een spoedige bevrijding.
Bruggenhoofd over Braakman (Canadese foto)
Alexander Absil had zijn lied “Vivat le Canada” reeds klaar. Het G.L. vergaderde bij Etienne Raepsaet in de “Ardennes”. Het was reeds 8 oktober en 's anderendaags liet Robert Traen de munitieopslagplaats van de villa “Nele” in de lucht vliegen. Ondertussen waren ook de Patriottische Milities van het O.F. actief om wapens te bemachtigen en Duitse lijnen te saboteren. Het O.F. kon echter niet tot een vergelijk komen met het G.L. om alle verzetsacties te coördineren; een samenkomst in de villa “El Cotero” aan de Fochlaan kon daarin niets verbeteren. Dan waren er nog de Polen die een eigen verzetsbrigade wensten, eis van Borek op 10 oktober ingewilligd.
Maandag 10 oktober werd onthouden als het “einde van het begin” voor de Canadese krijgsverrichtingen, met een smal bruggenhoofd over het Leopoldkanaal, voor ieder meter grond gestreden. Maar de 9e Brigade was over de Savojaardplaat van de Braakman en deed de druk op de 7e Brigade van het bruggenhoofd afnemen. Goed nieuws.
Groot was de vernieling. West-Zeeuws-Vlaanderen werd het meest getroffen, waar weken nodig waren om de laatste Duitse weerstand te breken.
Lees verder: Bevrijding van Knokke: operatie switchback, generaals vatten geen vuur, Breskens pocket, Knocke pocket