OPERATIE SWITCHBACK
Wat als de “operatie Switchback” voorzien was, begon zijn naam waardig te worden. Het uitzicht op de verdere slag werd bemoedigend. Vanuit Terneuzen zouden de Buffaloes meer troepen, munitie en bevoorrading kunnen aanbrengen. Het volgende doel was het kontakt leggen met het bruggenhoofd ten noorden van Maldegem. Het weder bleef slecht.
– En weet je wat zulks betekent? Zeker niet. Je hebt nimmer in een put geslapen die je zelf gegraven hebt terwijl iemand poogde je neer te schieten. Een open graf is het. En graven lopen nog niet eens onder water. Je wordt er niet gepest met wespen of muggen, en je voelt er niet het koude, klamme nat dat tot in je merg doordringt. ‘s Nachts tracht de soldaat zich met enkele planken, wat blik, of een oude deur te verhelpen om zijn hol te beveiligen, om er dan nog wat aarde boven op te gooien. Zo kan hij zijn hoofd tijdens de slaap wat beveiligen tegen granaatsplinters. Overdag doet hij niets dan roken, vloeken of... bidden, terwijl hij op de buik ligt, de handen onder de kin om de pijn der ontploffingen te breken. ‘s Nachts geen kwestie van roken. Als ze met zijn twee in een put zitten heeft ieder zijn plaats aan het uiteinde onder de plank. Ze zitten met de kop tussen de knieën en sakkeren het uit, hun beurt afwachtend, terwijl ze raden: “Die moet geland zijn midden de 12e patroelje...”.
Doorheen de overstromingen toch nog een droog plekje vinden.
Zo was de strijd in het verzopen land in deze dagen. Zo vertelde het een Canadese officier tijdens een radio-uitzending en noteerde het R.W. Thompson in zijn boek “The 85 Days”. Zo ging het in de kleimodder echter verder op 10 oktober, als het weder steeds slecht bleef. Toen de verbinding tussen de beide bruggenhoofden over de Braakman reeds 5 km vooruitgeschoven was. De zichtbaarheid was ‘s anderendaags niet veel beter toen de aanval op Biervliet ingezet werd. De gemeente werd ingenomen (175 huizen vernield).
Op woensdag 11 oktober volgden bombardementen op Schoondijke (dat verlaten was), op Oostburg (waar gehele gezinnen omkwamen), op Sluis (dat in brand geschoten werd). Groede was het toevluchtsoord voor de vluchtelingen van Zeeuws-Vlaanderen, met weldra 5- à 6-maal zoveel mensen als normaal in de gemeente. Terwijl de Duitsers het dorp als verbandplaats gebruikten en ze op de kerktoren en daken rode kruisen geschilderd hadden. Te Knokke werden ontploffingen in het station vastgesteld.
Even na middernacht als het donderdag 12 oktober werd, kwam de A-kompagnie van het Can. Schotse groepsdeel op de oever van het kanaal dat de Hollandse grens vormt. De Royal Winnipegs geraakten afgesloten, maar gaven zich niet over. Pas vier dagen later konden de Engineers een brug slaan over het kanaal. De Duitsers wierpen reserves van de 64e I.D. in de strijd.
Op vrijdag 13 oktober waren de Canadezen op de vaste weg die naar Aardenburg leidde, een eerste werkelijke winst. Op deze dag vielen ook de eerste V2’s op Antwerpen. Op 14 oktober waren er reeds 3 volledige brigades der Canadezen in de Breskens Pocket. Hoofdplaat werd ingenomen, ook Biervliet na hevige gevechten in de polders. Het G.L. van Knokke kreeg kontakt met de Oranje-beweging.
Knut Eberding (1895-jaren ‘70) Duits generaal-majoor van de 64e Infanteriedivisie in de Schelde-Festung Süd (Scheldt Pocket). Gevangen in stelling Binnenhof op 1 november ‘44.
In het jaarboek nr 15 Cnoc is Ier schreef Karel Aernoudts uitgebreid over de generaal.
Op deze zaterdag vaardigde generaal Eberding, bevelhebber van de Duitse 64e I.D., een verwittiging uit, waarbij ieder man die zich overgaf als deserteur zou beschouwd worden. Strijden tot de laatste man. “Ingeval namen van deserteurs bekend worden, zullen ze overgemaakt worden aan de burgerbevolking in de Heimat en hun naaste familieleden zullen onthouden worden als vijanden van het Duitse volk”. Hitler had bevel gegeven dat de Scheldemonding kost wat kost diende gehouden. De V2’s op Antwerpen waren er al evenzeer een bewijs van hoezeer de havenstad strategisch moest lam gehouden worden. Maar het Geallieerd opperbevel gaf het bevel dat de Scheldemonding moest veroverd worden.
GENERAALS VATTEN GEEN VUUR
Het bleef water gieten in de drassige polders bij de Scheldemonding, daar waar al het land beneden de zeespiegel reeds door zeewater overstroomd was. De Duitsers klampten zich aan de dijken vast en hielden met een moordend vuur de Canadezen af. Alles werd in het werk gesteld om de Geallieerde troepen af te houden van de droge duinenhoogten, want eens daar zouden de pantserwagens vlug komaf kunnen maken met de pover uitgeruste Wehrmachtstroepen rond Breskens of Knokke.
Half-oktober 1944 had Field-Marshal Montgomery in gewone bewoordingen bevel gegeven dat de haven van Antwerpen diende opengesteld. Maar de Scheldemonding moest eerst van alle bedreiging gezuiverd. Men was er nog ver af. Bij de toegang tot Zuid-Beveland boven de Schelde had de Royal Hamilton Light Infantry nog maar amper voet gezet in Woensdrecht. Er zouden nog drie bittere dagen volgen. Op 16 oktober waren bij het Leopoldkanaal bij Zeeuws-Vlaanderen de Regina Rifles steeds op een onneembare lijn bij het Belgische Middelburg, van de Middelburgdijk tot de Dopersdijk. Maar in het oostelijke gedeelte kwamen de strijdkrachten in zuidelijke richting in verbinding met de eenheden die noordwaarts trokken. Het aantal manschappen van de Wehrmacht in de Scheldt Pocket nog op 8.000 man geschat. Ijzendijke zou ‘s anderendaags veroverd worden, 200 huizen vernield.
In het zwaar geteisterde Sluis, de buurt bij de bekende kaaimuur. Uit Sluis waren velen naar Knokke geëvakueerd. Achteraf werd een aktie Knokke helpt Sluis op touw gezet.Op woensdag 18 oktober was het reeds 6 weken na de val van Antwerpen.
De genadeloze strijd duurde verder in onze streek.
Bij de grens had het Régiment de la Chaudière alle kontakt verloren met de Queen’s Own Rifles. Luit.-kol. Lewis, dienstdoende brigadier en bevelhebber over de 8e brigade, trachtte door te geraken met een jeep. Op deze 18 oktober, ‘s anderendaags, werd de brigadier dood aangetroffen naast zijn zwaargetroffen bestuurder.
– Men moet midden de bittere strijd staan om er de mokerslagen van te kennen. Generaals zijn er onwetend over. Zo bleef de generaal half-oktober bij de eenvoudige vaststelling dat de operatie Switchback vastgelopen was.
Te Brussel was Monty in konferentie met Eisenhower. De furie van augustus was afgekoeld en er kon nog alleen afgevraagd worden hoe vlug Antwerpen in de eindstrijd zou dienst doen. Aken lag reeds onder artillerievuur.
BRESKENS POCKET
Beneden de Scheldemonding was het einde wel in het zicht met Breskens binnen het bereik der Canadezen. Ze drongen vooruit naar Aardenburg en de druk op Oostburg was groot. Het plan der Switchback voor de komende week was klaar: eerst Breskens opruimen met een afleidingsmaneuver door de 9e brigade op Schoondijke. Ondertussen leden de Canadezen grote verliezen door het artillerievuur uit Breskens en Vlissingen: een wagen met brandstof voor vlammenwerpers ontplofte en 10 wagens werden vernield, 84 man gedood of verbrand, tanks voor de aanval buiten strijd. Het was de volledige oorlog in de beslissende dagen die naar november 1944 leidden.
Te Knokke leefde men onder de dagelijkse losbrandingen en het geknal van de artillerie aan het nabije front. Dat steeds maar opschoof. Wat zou het lot worden van de badstad met zijn vele duizenden vluchtelingen?
Het Geheim Leger had zijn definitieve herkenningstekens verdeeld onder de 270 leden die nu de verzetsgroep vormden, waar de kern uit 163 bestond. De armband droeg de driekleur. Het Onafhankelijkheidsfront besloot eigen armbanden te dragen, in zwartwitte stof met een driekleurig lint en in het midden O.F. Voorlopig waren de grootste zorgen deze der bevoorrading, want op 18 oktober werd een gebrek aan voedsel genoteerd.
Veel belangstelling voor vlees uit de Etrier ter Zoutelaan
– Links: Jules Rotsaert (1900-1982)
– Rechts: Hotel Cosyn Nachtegaelestraat
Jules Rotsaert zou voor de bevoorrading moeten instaan. Hij kreeg de opdracht daartoe van de fungerende burgemeester Deckers, die als “gemeenteraad” rond zich kreeg de hh. Robert Debrock, Dries Landschoot, Van Steenkiste, Leon Lanckriet, Louis Dewaele en Jules Rotsaert zelf. Hoe het allemaal in het werk gegaan is met de bevoorrading en wie zich daarvoor bijzonder inspanden, wist Jules ons te vertellen. Ook hoe de oudjes van Rozenoord van Sluis hier in het Hotel Cosyn ondergebracht werden.
Door artillerievuur vernielde villa in het Zoute
Op donderdag 19 oktober kwamen de Canadezen in Waterlandkerkje en Ede (46 huizen vernield), ook te Aardenburg. Voor vele vluchtelingen in Zeeuws-Vlaanderen werd de toestand benard midden de strijd en velen namen de wijk naar Knokke, sommigen raakten niet verder dan Sint-Anna.
Op vrijdag 20 oktober werd in de sektor Ijzendijke 2 km in westelijke richting vooruitgekomen en Schoondijke genaderd. Bombardementen werden in de omgeving van Breskens uitgevoerd, opslagplaatsen door de Duitsers opgeblazen. De Canadezen oordeelden dat de vijand zich aan de kust bij Knokke zou vastklampen en daar willen stand houden. Er was geen kans meer op ontsnappen: over land waren de resterende troepen ingesloten, over zee zouden ze dadelijk onder artillerievuur komen.
Het Anglikaans kerkje, in de buurt van Binnenhof, zwaar geteisterd, zo (onder) Central Lippenslaan, H. Hartkerk en Zoute-post Kustlaan.
KNOCKE POCKET
Van een Breskens Pocket kwam het vlug tot een Knocke Pocket. Hier was de bevoorrading steeds de grootste bekommernis. Er werd gedorst bij de boeren en 42 vrijwilligers waren daarbij aan de slag. Maar de bombardementen met granaten bleven een doorlopend gevaar voor elkeen op de been. In de Zoutelaan steeds ontploffingen, vooral in de omgeving der Binnenhof-versterking. Breskens was op 21 oktober gevallen (82 t.h. der huizen verwoest of zwaar beschadigd). Knokke leefde steeds meer in het onzekere.
Op zondag 22 oktober zetten de Canadezen de aanval in op het Fort Hendrik ten westen van Breskens. Voorbij Aardenburg werd Draaibrug bereikt, met verkenningen 3 km verder tot bij Sluis. De vijand klampte vast aan de Knocke Pocket met het gebied van Heist, Knokke, Westkapelle en Sluis. Het fort Hendrik bleef vuren, ondanks bombardementen. Op 23 oktober was Schoondijke ingenomen (69 t.h. der huizen vernield).
Op dinsdag 24 oktober trok de Canadese 2e divisie oostwaarts in de hals van Zuid-Beveland boven de Wester-Schelde en de slag voor Walcheren was ingezet. Bij Breskens diende eerst komaf gemaakt met fort Hendrik. De bezetters gaven zich in de morgen van 25 oktober over. De batterijen van Kadzant en Vlissingen bleven echter vuren. Knokke leed onder hevig artilleriegeschut, op beide dagen.
Op 25 oktober 1944 was het plan der komende operaties voor de 2e en 3e Can. divisies klaar om de laatste weerstand bij de Scheldemonding op te ruimen. Het Can. 2e korps werd versterkt, steeds onder leiding van luit.-gen. G.G. Simonds. Zo kwamen naast de vermelde Canadese divisies ook Britse eenheden, mede met de Navy en kommandotroepen. Het plan voorzag 4 grote fases om Walcheren te bestormen: Vitality I door Beveland, Vitality II over Wester-Schelde, Infatuate I over de Scheldemonding op Vlissingen, Infatuate II vanuit Oostende naar Westkapelle-Walcheren De koncentratie der troepen was voorzien voor 26 oktober. Ondertussen was de operatie Switchback naar de Knocke Pocket nog niet opgelost.
De vooruitgang van de Canadezen naar Knokke, de laatste witte vaan op 2 november te Heist.
BEVEL : KNOKKE ONTRUIMEN
Te Knokke maakte Ortskommandant Müller aan het gemeentebestuur het bevel van Eberding over om de gemeente te ontruimen. Dit was op woensdag 25 oktober. Knokke zou een verdedigingsstelling worden. Maar burg. Deckers had maar één antwoord: “Wij blijven”... In deze ogenblikken werd het lot beslecht van de al dan niet volledige vernieling der badstad. Het was uitgesloten dat de uitgeputte soldaten van de Wehrmacht, een ganse bevolking en vluchtelingen slachtoffer van een hopeloze strijd zouden worden. Reeds vielen meer granaten en gekwetsten dienden in het noodhospitaal opgenomen.
De Vitality-operaties waren vanaf 26 oktober ingezet op Beveland. Oostburg werd ingenomen (114 doden, 72 t.h. der huizen vernield). En cijfers tussen haakjes geven we aan om te onderstrepen wat ook het lot van Knokke had kunnen zijn. Op 27 oktober was het westen van Schoondijke bereikt, op 28 oktober werd Groede met zijn vele vluchtelingen bevrijd, bij Nieuwvliet waren de Canadezen op anderhalve kilometer van Kadzant.
Op zondag 29 oktober werd een zwaar bombardement op het Binnenhof uitgevoerd. Toen waren de troepen reeds te Zuidzande. ‘s Anderendaags bereikte het 7e regiment verkenners het afleidingskanaal bij Sluis, maar zonder het te kunnen overschrijden. De 9e brigade maakte de voorbereiding om ‘s nachts in het gebied van Retranchement door te dringen. Nieuwvliet (9 t.h. der huizen vernield) en Kadzant werden bevrijd. Boven Knokke kwamen Thunderbelts mitrailleren terwijl artillerieduels gesignaleerd werden.
De Canadese 2e divisie had in oktober reeds 207 officieren en 3.443 onderofficieren en manschappen verloren; de vijand had bij de 5.000 doden, 5.200 krijgsgevangenen. De Duitsers zelf hadden Canadese krijgsgevangenen te Knokke samengebracht.
Op 31 oktober waren Retranchement en Sluis bereikt. Alles was klaar voor de Infatuate-operatie vanuit Breskens en Oostende.
De “oninneembare” Rommel-stelling Tobroek bij het Zwin
Lees verder: Bevrijding van Knokke: bevrijding langs het Hazegras, de laatste slag, 1 november 1944, Schelde vrij