Bevrijding van Knokke: BEVRIJDING LANGS HET HAZEGRAS
Vervolg van: 5. Bevrijding van Knokke: operatie switchback, generaals vatten geen vuur, Breskens pocket, Knocke pocket
Gerard Adriaenssens (1924) - Grote Stelle hoeve
Gerard Adriaenssens van de hoeve Grote Steile op het Hazegras heeft het allemaal meegemaakt.
– In de avond van 31 oktober 1944 hadden de Canadezen een bruggenhoofd veroverd aan de westkant van het kanaaltje bij Retranchement. Er diende een Baileybrug aangelegd en dit gebeurde onder artillerievuur. Vijf soldaten hebben hun leven gelaten bij het bouwen. Gelukkig dat de granaten over ons hof vlogen. Toch kwamen er twee in huis, vier in de stallingen, acht in de mestput. Wij hadden de kelder om te schuilen, de Duitsers mee. Ze waren tot alles in staat, vooral de soldaten die het bevel gekregen hadden totterdood te vechten. Bij onze hofstede was er een Fritz die zich ingroef, twee Panzerfausten mee. “Ik wil eerst nog twee tanks onschadelijk maken”, meende hij. Het stond ons maar weinig aan en we haalden er een paar Duitsers bij die op ons hof hun paarden hadden. Het gevaar dat de dieren liepen bij terugschieten, bewoog er de kerel toe zijn beide Fausten onder de arm te nemen en een ander domein op te zoeken.
De Wehrmacht had vanuit Heist en Knokke de laatste reserven aangevoerd om een verdedigingslijn te organiseren bij het Hazegras. De kanonnen stonden er reeds sedert een tiental dagen. Hier was de laatste doorgang ten noorden van het overstroomde land en de Graaf Jansdijk. Op 31 oktober zette een ongemeen spervuur in, dat begon te 8 u. en te 15 u. plotseling stilviel.
Dan daagden de eerste Canadezen op. Een sectie met zeven infanteristen vormde de voorwacht om het terrein af te speuren, sluipend, stapvoets vooruit, in de rug gedekt door de tanks. Als ze de mijnenputten zagen, hielden ze halt, kwamen de hoeve op, gooiden de staldeuren al schietend open. Zo werd kennis gemaakt met de bevrijder. Weten of er veel mijnen lagen. Drie waren reeds opgeruimd. Maar ze meenden dat het gevaar verder dreigde.
De Canadese officier kwam met zijn verantwoordelijken binnen en legde de stafkaart op tafel. Hij toonde dat hun richting Tobroek was, de versterkingen bij het Zwin. Maar Gerard kon hen al vlug de gehele situatie uiteen doen. “Over Tobroek kan het niet, daar liggen niets dan mijnenvelden”.
– Op de kaart kon ik de juiste plaats aanwijzen van 28 Duitse kanonnen, in hoefijzer om het Hazegras gelegd en goed gekamoefleerd zoals het de Duitsers meesterlijk konden. Ze waren opgesteld vanaf de Witte Hoeve, langs de Graaf Jansdijk tot de hoeve van Van de Vyver. Van hieruit werd tot de laatste minuut geschoten, waar een officier met de revolver in de hand vanuit een keldervenster zijn mannen bevel gaf geen voet te wijken. Er stonden ook kanonnen in de Kalfduinen en aan Louis Reubens bij de Bosslag, waar de bedieners rechtstreeks getroffen werden en bij hun kanon dood lagen. Er waren er nog bij de hoeve van Onderdonck, bij Garde Pitte en de Kortestraat, en in ‘t Wissebosje bij de Hazegrasstraat. Het was op 31 oktober 1944. En bij het artillerieduel konden we de bedenking maken dat Knokke zelf van geluk mocht spreken dat de kanonnen niet dichter bij de stad opgesteld waren, want heel wat kon platgeschoten geweest zijn. Boven ons was het één wolk geweest. Uit Retranchement werd met 64 geschoten.
Tobroek (geheten naar weerstandspunt van Rommel in N-Afrika) werd met man en macht door de Todd-organisatie en vele opgeëiste lokale werkkrachten op de duinen van het Zwin gebouwd.
Alles veranderde van uitzicht met de opmars der Canadezen, die de hoeve der Grote Stelle bereikt hadden. De 88-anti tank kanonnen der Witte Hoeve waren vreemd genoeg stilgevallen als de soldaten er wegvluchtten. Met de aktie bij het kanaal van Retranchement was in feite de laatste grote weerstand van de troepen van generaal Eberding gebroken. Het had tot niets gediend dat ‘s nachts nog versterking uit Heist aangebracht werd, met de laatste weerbare soldaten, per autobus aangevoerd tot de Vrede. Hier viel alles stil. De Canadezen volgden zuidwaarts niet de Graaf Jansdijk omdat aan de zuidkant de landerijen onder water stonden en de hoogte van de dijk zelf te gevaarlijk was. Ze hadden veel geleerd op de lange oorlogstocht doorheen Zeeuws-Vlaanderen.
DE LAATSTE SLAG
De Shermantanks vervolgden langs de Hazegrasstraat richting Van de Vyver. Er bleek nog een aarzeling te bestaan nopens de mijnenputten en een Sherman reed er naast, sloeg door het bakstenen gewelf van de beerput! De infanteristen zwaaiden af langs Jan Loeys. De hofstee van Van de Vyver werd tenslotte de meest geteisterde uit de buurt met 40 tot 50 granaten ingeslagen. Met een Sherman werd bij Adriaenssens een muurtje ingereden om te kunnen schieten in de richting der Graaf Jansdijk. De Canadees verontschuldigde zich voor de vernieling! Er werden 18 schoten gelost.
– Het was op die 31 oktober om 16 u. 30 en vijf minuten nadat we de eerste soldaat gegroet hadden stak reeds onze Belgische driekleur uit.
Er werd nog doorgetrokken tot de Oosthoek, met een massa materiaal, en we beseften dat de Duitsers niet de minste kans maakten nog enige weerstand te bieden. Ze kwamen langs: de tanks met vlegelkettingen, de amfibietanks, bumper aan bumper. Ik vroeg waar ze dan zo lang gebleven waren. Een Canadees die Frans sprak had het over het moeilijke terrein en over de tronken “avec coupe de cheveux”, waar steeds een man achter school,- over de verraderlijke dijken.
Aan de Hazegraspolderdijk werd hard gevochten. Hier zaten achter het betonnen muurtje de soldaten, van Tobroek aangevoerd, met mortieren en Panzerfausten, voor de laatste slag. De Canadezen slopen door de koeiebeten van Maurice Bussche tot de dijk, zo plat op hun buik dat men ‘s anderendaags de gesp van hun riem in de grond kon geprent zien. De eerste Canadees die de dijk wilde bestormen werd in het hoofd boven de ogen geschoten door een Duitser op het muurtje. De getroffen jongen had niet eens zijn helm op en had het ook genegeerd eerst een handgranaat over het muurtje te gooien. Een tweede waagde het anders en kwam vooruitgelopen: “Kom Jerry, geef je maar over”, maar hij werd met een spade de hersens ingeslagen. De dader vluchtte en gaf zich dan met een groep over. En over de Hazegraspolderdijk was het veld ook vrij.
Op deze dinsdag hadden de Duitsers hun verdedigingsstelling van Knokke voornamelijk teruggetrokken naar de Duinresidentie van Duinbergen. Te 16 u. deden geruchten de ronde over een kapitulatie, maar te 18 u. 30 opende de Duinresidentie met volle geweld het kanonvuur. Te 22 u. noteerde het Verzet dat op alle personen geschoten werd die zich op straat bevonden, want de Duitsers vertrouwden niemand meer. Het Geheim Leger kwam in kontakt met de Canadese krijgsgevangenen die in het Dorchester Hotel aan de Kustlaan bewaakt werden: er werd overeen gekomen dat zij hun Duitse bewakers zouden ontwapenen.
De lijn waar in de nacht van 31 oktober tot 1 november oponthoud gemaakt werd liep van de Kalfmolen tot den Hul en de Blinckaertlaan. “Morgen ruimen we alles op”, lieten de Canadezen horen. De tanks maakten halte en de mannen sliepen bij Adriaenssens in de schuur. Terwijl iedereen ingedompeld was kwamen twee Duitsers op het hof. Gerard hoorde geluid en trok eens naar buiten “Ach Bauer”, zegden ze, “wij zijn het”. Het waren twee bekenden die op de paarden pasten en niet van wanten schenen te weten. “Is de Tommy er reeds?” Jawel, met de pantserwagens mee. Ze kropen weg van schrik. Ze werden zonder meer naar de paardenstal geleid. Het bleek dat ze met drie weggelopen waren en één van hen op ‘t eind der Langestraat doodgeschoten. “Doen ze ons iets”, vroegen ze nog bang. Neen, enkel aftasten. Ze sliepen en ‘s anderendaags werd de Canadese officier geroepen. Het deurtje van de stal werd te klein om allen door te laten die de twee vreemde Duitsers wilden zien. Om te beseffen hoe gevaarlijk het geweest was geen wacht uit te zetten. Waar gemakkelijk een granaat kon terecht komen midden de 40 Canadezen, die de nacht op de dorsvloer doorbrachten. Geen honger? Ze kregen hun tas vol soldatenkoeken en werden, de handen in de hoogte, zonder begeleiding de weg naar Holland opgestuurd.
Een afdeling van het Geheim Leger trekt door de Lippenslaan
Kommandant Cremers (1889-1974) van Geheim Leger
1 NOVEMBER 1944
Op 1 november zou ook Sluis bevrijd worden (27 dagen beschieting, 53 t.h. der huizen vernield, 28 t.h. beschadigd).
Woensdag 1 november 1944: de BBC meldde dat de Geallieerden Knokke binnendrongen en hevige straatgevechten aan gang waren... Om 3 u. 40 in de vroege ochtend van 1 november zorgde het G.L. er met de Canadezen voor, de Duitse wachten van het Dorchester Hotel te overrompelen. Wat een 80-tal Duitsers zelf tot gevangenen maakte. Een patroelje was aan de Vrede gesignaleerd en te 6 u. gaf kommandant Cremers order aan Camille Vervarcke en Daese om door te dringen tot de Canadezen langs het Kalf en het Zwin, om de toestand te Knokke uiteen te zetten. Maar Camille, die na veel verwikkelingen, alleen doorraakte en tot het Hazegras kwam, kon alleen verzekeren dat er te Knokke geen enkele weerstand meer was van de Duitsers.
Om 9 u. was toelating gegeven tot algehele aktie voor bombardement van Knokke, het westen door vliegtuigen, het oosten door artillerie. Voor onze kust lag het Britse slagschip H.M.S. Warspite klaar, kanonnen op Knokke gericht. Camille Vervarcke had met zijn codenummer gehoor gekregen en te 10 u. stipt werd het vuren gestaakt op Knokke.
Camille Vervarcke (1921-1988) trok met codewoord Alexander 7001 door tot het Geallieerde hoofdkwartier
– Boven: Jean Morel (1910-1992). In villa Etoile du Berger verstopte Jean Morel gedeserteerde Polen van de Wehrmacht en die meestreden met het Verzet.
– Onder: Met zijn echtgenote en kinderen ook de ondergedoken Henri Wemaer (met baard).
De Poolse Stefan Borek (achter hem Jean Morel) geeft aanwijzingen aan een Canadees. De legendarische Borek vond in 1945 bij een gekrakeel de dood te Knokke.
Het Geheim Leger was reeds te 7 u. op het stadhuis. Alles werd ondernomen om rechtstreeks met de Canadezen in kontakt te komen. Met Gaston De Saedeleer zou het kommandant Cremers lukken rond 8 u., bij het waterkasteel. Jean Morel ruimde met Anton Borek en zijn Poolse groep afweerkanonnen in de golf op. Canadese voorposten waren reeds vanaf de Graaf Jansdijk naar de Judestraat toe. Miel Borghys (tijdens de oorlog gevlucht naar Engeland) wees de weg, naar het Gemeenteplein toe. En zo tot het Verweeplein en het stadhuis. Nergens was er nog enige weerstand van de Duitsers. Canadese pantserwagens zouden weldra langs Zoutelaan en Elizabetlaan de Lippenslaan bereiken.
Miel Borghys (1906-1981) legendarische figuur van de vlucht uit Knokke met een klein bootje op 22 november 1941, nog vier kameraden mee (Zie 2e deel Knokke onder de Oorlog, Cnoc is Ier). Hij trad in het leger en leidde Canadese troepen tot het Verweeplein, waar hij zijn familie terugvond.
Onder de vele foto’s van Arthur De Knock: op 1 november 1944 de overgave van Standort-kommandant Müller.
– Boven: door Kamiel Landschoot uit de Prince’s weggeleid.
– Onder: nog éénmaal door de Lippenslaan.
Ondertussen zorgde het G.L. voor meer opruiming. Zei ons Kamiel Landschoot:
– Het was 10 u. 15 op deze 1 november toen we ons met een gewapende groep in het Prince’s Hotel aanboden. Hier was de Ortskommandantur. Het kwam tot onderhandelingen met Ortskommandant Müller. Deze moest niets weten van zogenaamde terroristen om zich over te geven. We moesten er iets op vinden. Dan maar een Canadees gehaald uit de groep die krijgsgevangen was in de Dorchester. Ondertussen bevrijd. De militair speelde de komedie en Müller scheen tevreden te mogen afhaken. Het werd een zegevierende optocht door de Lippenslaan, tot de Staquetstraat en het politiekantoor. Waar de rest uit de Prince’s verzameld werd: een marineofficier, acht onderofficieren en nog een aantal manschappen.
Müller, van Ortskommandant tot Kriegsgevangener, op de binnenkoer van het politiekommissariaat ter Staquetstraat
Duidelijk bij deze feiten, was het dat het Verzet de toestand reeds volledig in handen had te Knokke. De Duitsers bezetten nog het Binnenhof, of waren verderop te Duinbergen in de Duinresidentie. De Canadezen zelf rekenden af met enkele afzonderlijke groepjes tijdens hun patroeljes doorheen het sparrenbos. Hierbij waren er personen uit de buurt die meehielpen ze op te sporen. Tragisch was het gebeuren toen André Hillewaert bij vergissing door Canadees mitraljeervuur dodelijk getroffen werd. En zo wisselden vreugde en leed mekaar af op deze dag. Achter alles kregen de Canadezen Knokke op een schenkbord aangeboden. Om 11 u. was Borek met Polen het Verzet terzijde aan de versterking en prikkeldraad van het postgebouw ter Pierslaan. Een kwartier later kapituleerden de Duitse postmannen. Het Binnenhof zou volgen. En ieder van deze feiten is een lang verhaal op zichzelf, nader belicht in onze reeks over “Knokke onder de oorlog 1939-1945”. Het Geheim Leger, het Onafhankelijkheidsfront, de Poolse groep, ze waren op alle strategische punten. Tegen de middag was Knokke praktisch bevrijd.
Met hulp van enkele Polen kon het Verzet, onder leiding van peloton-overste Kamiel Landschoot (rechts), de Duitse weerstand breken en uit het postgebouw ter Pierslaan halen.
Sprekende foto’s door Arthur De Knock:
– Boven: De eerste Sherman-tank komt Knokke binnen vanaf de Elizabetlaan bij de Pierslaan en monument.
– Onder: In de Lippenslaan, de Canadezen begroet en gekust (zie omslag).
Albert Daese - Etienne Demey
Maar ondertussen schoten de Duitsers met kanonnen vanaf de Duinresidentie. Hierbij vielen Etienne Demey en Albert Daese, twee verzetslieden, op de dag der bevrijding.
Duitse krijgsgevangenen werden voor het stadhuis verzameld. Aan de huizen wapperde de Belgische driekleur, jawel twee maanden nadat Georges Rotsaert en Stanis Lierman er op uit trokken om de bevrijders met trommel en trombone te begroeten, maar teleurgesteld. Nu was op deze 1 november 1944 de gehele bevolking op de been. Knokke vrij. En we waren door mijnenvelden en overstroming uit Brugge gekomen met het blad dat we voor de gelegenheid samenstelden: “Victorie”. Het werd op deze dag voor 1 fr. per exemplaar verkocht in de Lippenslaan, in een ommezien uitverkocht. Elkeen die het meegemaakt heeft zal zijn eigen gebeurd verhaal vertellen.
Op 1 november 1944 het eerste vrije lokale weekblad:
VICTORIE
WEEKBLAD VOOR KNOKKE - HEIST - BLANKENBERGE en OMLIGGENDE
— REDACTIE EN AANKONDIGINGEN — “VICTORY” -Lippenslaan -KNOKKE
Op 1 november — DAG DER BEVRIJDING — het 1944 1e JAAR — Nr 1 —‘ PRIJS: 1 Fr.
Vrije lokale weekblad
KNOKKE VRIJ!
SCHELDE VRIJ
Het was nog niet het einde van de Scheldt Pocket. Op deze dag zette ook de operatie Infatuate op Walcheren in, om de volgende dagen in alle hevigheid voort te woeden. Generaal Eberding had, vergezeld van drie vleugeladjudanten, gekapituleerd. Op het hoofdkwartier van de Canadese brigade, in de late namiddag van 1 november, weigerde hij de kapitulatie te dikteren voor de resterende troepen der Pocket.
Nadat de 2e en 9e Can. infanteriebrigades Knokke bevrijd hadden, drongen de North Nova Scotia Highlanders op 2 november Heist binnen. Te 11 u. voerden Typhons een beslissend bombardement uit op de Duinresidentie. Het G.L. dat de stelling kende zou voor de inname zorgen en hier werden waardevolle documenten gevonden voor de verdere opruiming van de Pocket.
Het einde van de operatie Switchback werd officieel door de bevelhebber van de Can. 3e divisie vastgesteld te 9 u. 30 vrijdag 3 november. Er werden 12.500 gevangenen gemaakt.
De strijd duurde voort op Walcheren. Pas op 9 november kwam officieel het einde van alle Duitse weerstand. Er werden 8.000 gevangenen gemaakt op het eiland, of wat het totaal voor de Scheldeslag uiteindelijk op 22.000 bracht. Op 11 november reed majoor Peacock met twee gehavende Shermans Westkapelle-Walcheren binnen en liet beide tanks aan de bevolking. Meer dan 100 mijnenvegers hebben de Schelde 16-maal op- en afgevaren om deze veilig te krijgen en op 26 november bereikten drie schepen Antwerpen. Twee dagen later leidde het eerste Liberty-ship een konvooi van 18 schepen veilig tot de dokken. Op 1 december 1944 werd het eerste schip van 10.000 ton ontladen.
Generaal Eisenhower zou in zijn gedenkschriften bij het slot van zijn kijk op de slag voor de Scheldt Pocket zeggen: “Deze werd zeer duur betaald. Voor alle operaties in deze sektor, beliepen onze verliezen, bijna allemaal Canadezen en Britten, in totaal 27.633 man. En dit is meer dan de gevallenen om Sicilië te veroveren, waar een garnizoen van 350.000 man verslagen werd”.
André D’hont © 1994
Burg. Camille Deckers spreekt de rouwrede uit bij het graf van burg. Frans Desmidt.
Ieder jaar, trouw aan de belofte, trekken verzet en oud-strijders naar de Canadese begraafplaats te Adegem. Maar de rangen dunnen ook uit...
Op 5 februari 1949 werd burg. Frans Desmidt te Knokke begraven. Met zijn decoraties zoon Leconte, gevolgd door Oscar Leconte, Leon Maertens en Raymond Smelten, de vier overlevenden van Zwarte Woensdag.