Knokkes doorwinterde avonturier
De 'PIER STORY'
"Pierre Cochard van de Kalfstraat tot Jasper Avenue“
André D’hont
“Toen ik nog een arme Knokkenaar was, kwam ik altijd langs de Memlinc. Ik kon nog geen suikertje van tafel krijgen. Maar ik droomde ervan daar ook eens binnen te zitten”.
Wel, wij hadden een afspraak met Pier Cochard,- in de “Memlinc” van het Zoute. Niets is hem nu nog te min, sedert hij te Edmonton in Canada een bloeiende zaak heeft en hij op vakantie kan komen naar Knokke, een dure slee huren en er zijn schone Darlene laten in tronen. En hoe fier Pier ook is op zijn welslagen in de nieuwe wereld, toch is hij de echte gebleven zoals weleer toen hij in het huisje tegenover de molen van ‘t Kalf woonde.
Pier beleeft zijn apoteose: “En waar is de tijd toen ik als knaap nog Zwinnebloemen verkocht aan de uitgang van de dorpskerk!” Nu logeerde hij in kamer 30 der “Memlinc”. Met Darlene, “the main attraction of my show”. En Pier schoof ons “Billy’s Guide” van Edmonton in de hand. Hij prijkt in volle kleur op het voorblad, met Darlene. Zijn kabaret heet “Chez Pierre” en zijn slogan “Bottomless is Beautiful”. Pier werd de koning van de striptease.
Darlene & Pierre your host and hostess Chez Pierre’s
VADER ARTHUR WEES DE WEG
Het is zeker geen toeval dat Pierre Cochard houdt van rondtrekken en avontuur beleven. De Cochards zijn eigenlijk afkomstig uit het zuiden van Frankrijk, bij de grens met Spanje. Pierres grootvader François werkte daar aanvankelijk als schoenlapper maar kreeg op een gegeven ogenblik het trekken in het bloed...
François Cochard belandde uiteindelijk in België, in Knokke meer bepaald.
Ook Pierres vader, Arthur, was schoenmaker. Arthur werd in 1899 geboren. Hij huwde in 1920 – in Charleroi, ook al op verplaatsing! – met de Ledebergse Elvire Van Praet. De jonge schoenlapper kwam met zijn echtgenote terug naar West-Vlaanderen en vestigde zich bij de molen van ‘t Kalf. Arthur bleef evenwel niet bij zijn leest: hij ging aan de slag als metselaar, vrachtwagenchauffeur en werkman in een schoolkolonie.
Arthur en Elvire kregen zes kinderen en één ervan was Pierre (geboren op 17 augustus 1925). Algauw trok Pierre op pad. Zo was hij er niet bij toen zijn ouders in 1970 hun gouden huwelijksverjaardag vierden.
Nochtans heeft Pier in het verre Canada steeds voeling gehouden met zijn geboortestreek. Zo bleef hij druk met het thuisfront korresponderen en was hij een trouwe lezer van Brugsch Handelsblad. Zo schreef Pierre ons eens: “Ik zie in de krant een foto van dokter Mattelaer en ik zie dat hij het goed stelt. Hij is de man die mij eens gered heeft, tijdens de vreselijke dagen op het einde van de oorlog. Ik zal nooit vergeten hoe hij het klaarspeelde: hij heeft mij geopereerd zonder te verdoven, terwijl ik vastgebonden lag aan de zulle. De dokter zei: “Pier, hou je maar flink. We zullen jouw armpje weer goed maken”. Ik heb het allemaal in de gaten gehouden, terwijl de granaten in het rond vlogen. Een great man, onze dokter”.
Het leven van Pier is als een film. Die we hier verder afrollen: goudzoeken, sturen doorheen Alaska, hamburgers verkopen, de meisjes werk bezorgen. Dan op tijd en stond naar Knokke terugkomen.
Pier: “Deze golfbreker heb ik dertig jaar geleden nog helpen aanleggen”. Nu logeerde hij in de Memlinc met zijn schone uit Canada.
Pierre lonkte naar de enig mooie schouw in de “Memlinc”: “Zoiets zou ik willen meenemen naar Canada”. Zo is onze Knokkenaar steeds een dromer, maar hij verwezenlijkte toch alles waar hij al zijn avontuurlijke zinnen op zette. Nu zat hij in het hotel dat een beetje tot zijn einddoel behoorde en hij zei ons voldaan: “The service is good, the people are very nice”. Darlene spreekt enkel Engels en zij beaamde het: “It’s wonderful here!” Pier kan het nog allemaal in het Knoks vertellen, ook in het Frans. Ginder te Edmonton is hij een crack, maar Knokke kan hij niet vergeten. Evenmin zijn verleden en hoe hij Canada veroverde. De flash back.
In augustus 1976 te Knokke-Zoute met zijn Darlene.
DE OCEAAN OVER
Boksmanager Dupuis heeft ons alles verteld over de intrede, de hoogtepunten en de uitvliegers van Pierre Cochard in zijn stal. Pier is steeds gefascineerd gebleven door de Canadians die Knokke bevrijdden en dan rond de boksring kwamen zitten om hem aan de slag te zien. Als hij later Cassius Clay in de ogen gekeken heeft, zag hij de Nieuwe Wereld. Hij is er heengetrokken, naar het koele Noorden. Het was in het begin der jaren ‘50.
Pier schreef regelmatig naar zijn schoolmeester, Arthur Torney, een verhaal met vervolgen. Reeds in september 1952, uit Canada:
– Ik ben nu op een vaste plaats in Ontario, op 29 minuten van Toronto. Met mijn vrouw kwamen we uit Quebec, na een reis van twee weken, een beetje als een tweede huwelijksreis. We brachten twee dagen door aan de Niagarawatervallen: zo schoon dat ik ze niet beschrijven kan (daarvoor heb ik de kop nog niet). Maar ik zeg toch: het is formidabel. Je kunt het je niet inbeelden: Pier Cochard die zo graag water ziet, het dan horen neerdonderen met oorverdovend geweld,- wel ik was in mijn element, vergat er al het andere bij (ook mijn vrouwtje bijna).
Verder naar het Noorden, naar Kitamac 1200 km boven Vancouver. Naar de plaats van aluminium: “Pier trekt hier zijn plan tussen al de fortuinzoekers”. Zijn droom:
– Mijn toekomstplannen? Ik weet één ding, dat ik trapper zou willen worden. Wat wil zeggen: met een stel honden, een stede, karabijn en voedsel voor een paar weken, de wijde vlakten intrekken op zoek naar vossen. Er zijn mannen die daar een fortuin mee verdienen in amper een paar jaren. Maar wel uitkijken dat de wolven niet zelf je vel verkopen. Het mijne is taai en smaakt naar Knoks zeewater.
Coffee, chocolate and ice cream
Hij is dan Pete (lees Piet) geworden voor de Canadese buurt. In zijn korrespondentie slopen ook reeds vele Engelse woorden. Een Vlaming past zich vlug aan. Aanvang 1955:
– Ik ben hier op zowat 7000 miles van Knokke. Het is hier het putje van de winter. We hebben hier een snow blizzard die al twee dagen duurt. Een van mijn camionnettes is ingesneeuwd. Wachten tot het all over is. Ik begon aan mijn eigen zaak. Die draait heel goed. Hopen dat ik vlug genoeg dollars verdien om eens af te zakken. Knokke moet zeker veranderd zijn. By the Lord.
Dan over zijn zaak:
– Die is geheel op zijn Amerikaans. ik heb hier een paar camionnettes die coffee, chocolate, ice cream en zo meer voeren naar the putten, waar ze drillen naar oil. Die oilvelden zijn buiten Edmonton, op ongeveer 20 km en in the bossen en prairies. Dus heb ik mijn contracten om die mannen te voorzien van drinks en cigarettes, enz. Natuurlijk, alles is niet zo eenvoudig als het schijnt. Ik moet afrekenen met de natuur. Sneeuw, ijs of mist, ik moet er zijn. Soms telefoneren zij in de nacht en dan ben ik alleen en moet er zelf op uit. En ik zeg je, het is geen spelletje. Rijden op landwegen in snowblizzards in volle nacht, geen licht gelijk op de Lippenslaan. Laatste vrijdag zat ik vast in de sneeuw. Hier vertel ik hoe ik weggeraakt ben. Ik heb de gaspedaal geblokkeerd met een stuk hout en op volle gas gezet en dan ben ik er uitgesprongen en heb zelfs geduwd tot mijn tong blauw en groen kwam. Natuurlijk eens de wagen los was, vloog hij weg zonder mij en ik heb moeten lopen lijk een konijn om hem terug bij te halen en onder kontrole te krijgen.
Alles draaide goed, want in september 1955 liet Pier weten dat zijn plan vaststond:
– Volgende zomer zie je mij te Knokke terug, misschien vroeger zelfs, als ‘t God belieft. Ik ben nog altijd in de koffiezaak, nu geheel op mijn eigen (voorheen met een partner). Het was hier een geweldig warme zomer. Ook nu is het nog heet in de daytime, maar ‘s nachts wordt het reeds koud en zien we ‘t licht van de Noordpool deemsteren. Dit wil zeggen dat the winter is coming.
En dan nog vertellen hoe hij met zijn dochtertje naar een feest bij de Indianen trok.
– Pluimen op mijn kop. Raar of niet, ik voel mij thuis tussen al die Indianen: zou van deze een paar druppels in Cochards bloed steken? Well that’s all folks.
Fortuin zoeken in ‘t noorden
Er was heimwee naar huis. Hij dacht definitief terug te komen, in de jaren ‘60. Pete had het lastig lang op dezelfde plaats te blijven. Zo kwam hij wel bij de familie op bezoek te Knokke. Hij trok zelfs eens tot Spanje, om te zien of hij daar niets kon ondernemen, maar zo overbevolkt was het er dat hij maar liefst naar Canada terugkeerde. Op 23 maart 1965 schreef hij:
– Ik ben juist te Edmonton terug. Twee weken geleden kreeg ik te 11 u. ‘s avonds een telefoontje. Ik zat gezellig met mijn vrouw naar de TV te kijken, naast ons een pot koffie en een koekje zoals ik ze lust. Nu de telefoon die rinkelde. Hello? Aan de andere kant van de lijn een bezeten stem alsof Edmonton in vlam stond. Dan een getier van “Pete, we are rich, we made it”. En van: ben je klaar, morgen vroeg om 6 u., ik heb de ticketten op zak voor het vliegtuig, we gaan naar Fort MacMurray fortuin maken, so long, see you at 6 o’clock. En hij sloeg de telefoon dicht.
Links: Pier Cochard op een Canadees v1iegveld met zijn "Chuck wagon" en "alle kinds of refreshments".
Rechts: Thuis bij de televisie Pier Cochard met zijn baby-girl.
Eerst stom rondgekeken. Zijn vrouw die vroeg: “Pietje, wie was dat? ” Ik wist het zelf niet. Zei ze: “Zeker een zatlap, vergeet het maar, drink je koffie uit en kijk naar Bonanza”. Voor haar was het amen en uit, maar voor Pier een nieuw begin. Het was niet erg eens tot het vliegveld te rijden en te zien wie en wat. Ze lachte “Ga maar ventje en maak maar weer een fortuintje”. En ze was terug bij Bonanza.
Pier vertrok naar het Verre Noorden van Canada, waar in Atabaska tegen Fort MacMurray biljoenen barrels petroleum gevonden werden. Daar verrees een volledig nieuwe stad.
Op het vliegveld ontdekte Pete zijn oude makker Big Mike, die hem opgebeld had.
– Ik had hem niet meer gezien sedert we samen in 1953 bomen velden in het noorden van Quebec. Hij is een reus van een vent en sterk als een paard. Hij had mijn adres te Edmonton achterhaald, en ziezo. Eens gaan kijken kon geen kwaad. Ginder misschien een koffiehuis bouwen en de centen rollen binnen. Voor ik het wist was ik reeds in het vliegtuig geduwd. En wat een doodkist. Ik zat nog groen en blauw als ik op de begane grond terugkeerde. Maar nu ginder in Fort MacMurray.
Ik zag al dat volk: trappers, Indianen, boswerkers, gekleed in vellen frakken en warme botten. Big Mike was er een bekende figuur. Een bar binnen. Een paar whisky’s en ik had het zitten. Wat ik tenslotte nog herinner is dat Big Mike me naar het vliegveld terugbracht en me in de zetel vastbond. Tot in Edmonton. “Well Pete, wat denk je ervan. Dat wordt iets ginder, binnen vijf jaar smoorrijk”. Ik was ondertussen smoorzat geweest. Achteraf besefte ik dat ik in feite niets gezien had. Hoe ik het dan mijn vrouw zou uitleggen, werd een nieuw probleem voor Pier. Fortuin zoeken in het Noorden!
Links: Fier zien wij Pier die 'Pete' werd daarginder en die in koffie doet, bij de Indianen.
Pier staat links op de merkwaardige foto, In gezelschap van het stamhoofd Warcloud diens 16-jarige dochter
Rechts: Vredig op wandel met de kroost in de straten van Edmonton (1965)
URANIUM EN GOUD
Fort St-John is bij mile zero op de Alaska Highway, de grote weg die de States met het meest noordelijke deel van Amerika verbindt. Binnen de grens van Brits Columbië gelijkt het wel op Fort MacMurray (zie voorheen). We zijn in de zomer van 1965.
– Velen prospekteren hier in de toendras, soms met helikopters, sommigen met sleden door honden getrokken. En hier zit ik dan. Mijn kop heeft nog niet uitgemaakt wat ik zal nemen: de slee of the helikopter. Het is de streek van de gelukszoekers, de Gold Rush zoals in de Klondike Days, boven de 55e breedtegraad. Zoeken dan naar petroleum of uranium, zoveel andere dingen die in de grond steken, goud. Hier werd een ultra-modern hotel neergezet, waar er ‘s winters niets dan sneeuw is, rotsen en 50 graden onder nul. De wind giert hier dagen aan een stuk in het rond. Zeker, ik ben er nu al veertig, maar ik voel me toch nog altijd als Pier van 21. So long.
Hij was op tijd te Edmonton terug. Zo voor het feest van de goudzoekers, iedereen in kledij van 1900, de Indianen met hun tenten rond de stad.
– Heel normaal is het, Indianen in een hagelnieuwe Cadillac te zien rondtoeren. Fier zitten ze in hun wagen, een hoge zwarte hoed op. Er zijn meer dan 200.000 belangstellenden voor de stoet der Klondike Days. Een dozijn meisjes staan op een verhoog te dansen: iets als een French Cancan. Een idee voor later misschien? Een hele zwerm Hollywoodstars heeft kijkers rond. Het is hier echt het land van de goudzoekers, beter goudvinders. Ik hoop dat er een klein beetje bij de Knokkenaar terechtkomt.
Dan een goede maand later, naar november ‘65 toe:
– Enkele woorden om te laten weten dat de old boy in het hoge noorden fortuin zoekt. Maar ik heb het nog niet gevonden en het is hier erg koud. Te Edmonton heb ik heel mijn boel verkocht. Mijn vrouw en kind blijven op het appartement en Mary wacht op een woord van mij om te weten wat het zal worden. Ik heb alles gespeeld. Alles of niets. Als het niets wordt, kan ik nog altijd naar Knokke terugkeren. En mij in de zon leggen.
Op de Alaska Highway
Zijn koffiewagen verkocht, geen goud gevonden, niet naar België terug, maar weer uitkijken.
– Waar ik wel terecht kwam? Ik was te Whitehorse, of zowat 2000 km ten noorden van Edmonton, boven de 60 lengtegraad, precies op de 135e breedtegraad, in het Yukongebied ter hoogte van Alaska. Jawel. Het is er een druk stadje van ongeveer 10.000 inwoners, al mensen die in de goud- of asbestmijnen werken, ook trappers die hun vallen zetten, of mannen van het vervoer. De temperatuur daalt tot 70 graden onder nul. Maar er zijn ook vier maanden van het jaar zonder donkere nachten en met de middernachtzon.
Wij zijn op het einde van 1965.
– Zo viel ik hier op een Canadees die één van die formidabele dieseltrucks bezit. Hij zocht een co-pilot voor zijn lastwagen, om asbest en andere grondstoffen, die hier gevonden worden in het noorden, naar Fort St-John te rijden, naar de spoorweg die daar aanvangt. Van hier is dit nog altijd 1500 km rijden. Maar het is niet alles. Want de weg waar we langs moeten, de Alaska Highway, is één van de gevaarlijkste ter wereld. Deze “snelweg” werd in 1942 door de Amerikanen in volle oorlog gebouwd, met een leger mannen en bulldozers, dwars door de wildernis. Het is een rotsweg zonder cimentbedekking en met diepe verraderlijke putten. Men moet over bergen en aan een bocht ligt daar zo plots de diepte voor je. We dalen aan een 125 km per uur, trekken enkel aan een 5 km naar boven, door voor de 1500 die onze reisweg uitmaken. Mijn vrouwtje blijft te Edmonton op het appartement.
En eens te meer voelde Pier ofte Pete zich 20 jaar jong.
-Ik kocht dus de helft van een truck, die 2 miljoen frank waard is, of hier bij ons 45.000 dollar. Met wat geluk kunnen we 2.000 dollar in een week maken, dit is elk 1.000 dollar. De truck heeft een slaapvak, waar één van de bestuurders kan slapen terwijl de andere rijdt.
Zo ben ik nu pilot van één van die enorme vrachtwagens op de Alaska Highway. De sneeuw ligt reeds dik, maar iedere 50 km treft men sneeuwblazers aan om de weg vrij te houden.
Op de weg naar het noorden doorheen Alaska
Let’s hope dat alles best gaat in mijn nieuwe job en God over me waakt. Die hulp en die hoop heb ik vandoen om mij wakker te houden op de enorme weg voor Alaska en Yukon. Vorige winter kwamen verschillende bestuurders om het leven, toen ze in slaap vielen achter het stuur en hun 20-ton truck de diepte inging.
We komen in de lente van 1966.
– Weet je dat ik van warme duinen blijf dromen. En mijn copilot op de Highway zegt me dikwijls dat hij niet begrijpt waarom ik maar steeds over mijn verre streek blijf mijmeren. In zover dat hij mij reeds verzekerde dat hij dat Knokke ook wou zien. We waren meteen aan Sam’s Saloon in de enige straat van Whitehorse. Waar iedereen zich inspant het bloed in dooi te houden met whisky. Zes vervaarlijke mannen met baarden, een pelzen muts op de kop, zaten boven op de toog te drinken. Ik zou achteraf vernemen dat die zes een koperader ontdekt hadden en een miljoen dollar aangeboden kregen voor hun claim.
Het vervolg was vol tegenslagen en aanvang 1968 het amen en uit met de truck.
– Die Highway naar het noorden is de wreedste weg ter wereld, de gevaarlijkste en de koudste. Je moet weten dat er reeds gasten zot werden. We hebben wel de pil om wakker te blijven twee dagen lang. Waar eens die pil verzwakt, lijkt de wereld wel op je kop te vallen. Een vos in een val. Met de truck verloor ik mijn laatste cent. Maar met mijn 41 jaar ben ik steeds gezond. Als ik thuis kwam, bekeek mijn vrouwtje mij van onder tot boven. Zei ze: “Pietje, things gaan niet te best, isn’t it? – Ik antwoordde: “Well, het is only een kleine tegenslag, schatje,- laat er ons niet meer over spreken”.
Links: In het ijzige Canadese noorden - Pier Cochard met zijn truck van 25 ton op de Alaska Highway.
Rechts: Pierre Cochard vastgevroren in Noord-Canada - Op de Alaskasnelweg In Canada beleefde Pier Cochard reeds zijn een benauwend avontuur. Aan mile 204 gleed de truck Immers over de reling van de weg, en het Is een klein wonder dat hij liet spektakulair ongeval heelhuids overleefde.
DRUGS IN GRANDE PRAIRIE
De volgende dag trok Pier naar een drietal banken om geld los te krijgen. Met 1500 dollar kocht hij een kleine leveringswagen.
– Ik bouwde die om tot een chuck wagon, zoals ik er één had te Edmonton. Maar nu zijn we in Grande Prairie. En ik trek de weg op om hamburgers en hot dogs te verkopen. Dat truckje doet het echt goed. Ondertussen bouwde ik met eigen handen een ski-chalet. En fier dat ik er op ben. Nu gaan de zaken best. Op mijn 41 ben ik zelfs een uitstekende skiër geworden. Je zou me eens moeten zien vliegen. Hier is iedereen op de ski’s, zowat als jullie op de fiets in België.
En een golfclub kwam op bezoek, om Pier “in charge” te zetten van het hagelnieuwe clubhouse.
- Je ziet dat een Knokkenaar zijn plan weet te trekken. Ik heb een maand tijd om de golfzaak te bestuderen. De oude hoeve die ik hier voor mijn vrouwtje kocht, veranderde ik in iets als een Vlaamse hofstee. De foto’s ervan heb ik in mijn bar gehangen. Kon ik maar een party organiseren voor al mijn beste vrienden en voor al mijn oude schoolmeesters. So long for now.
Meer dan een jaar later, in april 1969, liet onze Pier weer iets van zich horen. Zolang het goed ging, niets te melden uit Alberta. Maar nu luidden de woorden eerder alarmerend:
– Ik ben hier voor de onderwereld een getekende man geworden. Steeds ben ik op stap met mijn geweer om bij de eerste onraad mijn vel duur te verkopen. Almaar door word ik gevolgd door de Bemp. Neen, ik ben niet op mijn gemak en mijn deur doe ik op dubbel slot.
Wat kan Pier dan zo van zijn stuk brengen opdat hij inderhaast nog een briefje moet neerschrijven en Knokke laten weten dat zijn leven bedreigd is?
– Het is hier een echte Go-Go bij mij. Nieuwjaarsnacht vierden we in “semi-formal dress” en de toegangsprijs bedroeg 2 en een halve dollar per persoon, op de muziek van de “Essences of Purple”. De zaak draaide tot het sluitingsuur, en dat is reeds 1u30 in de nacht. Voor de teenagers van 15 jaar en minder is er ook dansgelegenheid na schooltijd, maar dan enkel tot 19u30, en zij betalen één dollar. Het zou allemaal zonder verdere histories geweest zijn, indien in april niet die verdovende middelen op de proppen zouden komen. Hier zijn er die diep weggezonken zijn in het gebruik van marijuana en LSD. Ik had bij de opening van mijn “Pierre’s Discotheque” reeds onomwonden laten weten dat ik in mijn uitbating noch sterke drank nog verdovende middelen zou dulden. Dit liet ik tot in de pers horen. Dan zijn er geweest die mijn verwittiging niet zeer ernstig genomen hebben.
Pier aarzelde geen ogenblik om de strijd tegen drugtrafiek aan te binden. Dit word een nieuw avontuur, met alle gevolgen vandien, vergeldingsmaatregelen die dreigden. Zodat hij maar liefst naar bed ging met het geweer binnen bereik. Het werd een Far West. “Eerlijk duurt het langst”, had hij op school geleerd. Maar hij wenste toch ook niet dat men op zijn graf zou schrijven: “Hier rust een eerlijke man, Pierre Cochard uit Knokke, Belgium”. En hij ging door met de Go-Go, zonder sterke dranken en LSD. Zonder “gras”. En hij ontmaskerde dealers in verdovende middelen.
BOVEN: Pier Cochard als een echte hippie op een reclamefoto die hij In de plaatselijke pers liet verschijnen voor zijn Inrichting.
ONDER: In het blad van de Grande Prairie toont Pier de plaats onder de brug waar hij de verdovende middelen ontdekte.
“GEZOCHT... DOOD... PIERRE COCHARD”
kon men lezen op plakbrieven in zijn buurt. “We zullen onze weerwraak krijgen. To the Public: Pierre Cochard deed vier jonge kerels vatten terwijl ze verdovende middelen verhandelden. We zullen een geheim verklappen. Pierre doet zelf in verdovende middelen. Hij verklikte omdat hij geen geld meer kon afpersen. Hij wilde de concurrentie kwijtspelen. Wel, wij zullen ons ook van hem ontmaken vooraleer hij meer moeilijkheden bezorgt.
Pier en Mary, dochter Renée en zoontje
– Allemaal laster. Enkel een middel om mij in het nauw te drijven. Er kwamen naamloze telefoontjes. Ook de melding van een tijdbom: de hele buurt werd ontruimd. Niets gevonden. Ik ben bang, zeer bang, maar de vrees doet me op mijn hoede zijn. Vreselijk. Ik deed wel mijn best voor de eerlijke jongens van de stad.
Wel sloot Pier zijn diskoteek een paar maanden. “Ik moet mijn moeder en mijn vader bedanken dat ze mij zo’n paar sterke vuisten en zo’n stel vlugge ogen gaven”. En een dikke portemonnee tegen eind ‘69.
– Ik leef als een miljonair. Maar ik sta dikwijls aan het loket van de bank. “Pierre, what are you doing with all your money?” Ik dien hem te kalmeren: geld is niet alles in het leven. Vroeg hij weer “Pierre, where are you coming from?” Mijn antwoord: “From Knokke”. Morgen trek ik de wildernis in voor jacht op moose-beren, elken of reebokken. We zullen drie dagen weg zijn en onder de tent overnachten, in de slaapzak.
A great ketchup caper!
A smear of ketchup leading to a charge of assault was the most “frivolous” case in the history of the courts, a city lawyer and Grande Prairie magistrate M.F. McInerney agreed. E.A. White, father of Randal Timothy White, charged Pierre Cochard with assault after Mr. Cochard performed a citizen’s arrest on Mr. White’s son, a juvenile, for smearing ketchup on his parked car.
Mr. Cochard had taken the boy and pushed him into his ketchupstained auto and driven him immediately to the police station.
“I didn’t press charges, I just wanted to scare him so he wouldn’t do it again,” Mr. Cochard said during a court recess.
Defence lawyer Donald Patterson said a citizen may perform an arrest without a warrant.
“Smearing ketchup is a criminal offence, although a minor one,” he said. “It’s a clear case of a young lad tampering with a motor vehicle. He is young enough to be charged in a juvenile court.”
Mr. Patterson said Mr. Cochard used only a reasonable amount of force with no evidence to the contrary and no abuse whatever.
“You have stated my sentiments exactly,” Magistrate McInerney said. “If I had done such a thing as a boy, there certainly would have been no charge laid against Mr. Cochard.”
He said Mr. Cochard had the right to arrest the White boy and take him to the police station.
“I am tempted to award costs to Mr. Cochard and as far as I'm concerned, this action has wasted the time of the court, the public, the officials and everyone involved.”
He dismissed the case.
NIEUWE LIEFDE, YOUNG LOVE
En het bewogen leven zal vervolgen. Zo half 1970.
Pier Cochard en zijn jonge bruid shopping te Edmonton
– Ik ben te Edmonton terug. In Grande Prairie is alles verloren, ben ik bankroet geraakt. Maar ik voel me steeds sterk en lang zal het niet duren vooraleer ik terug aan de top kom. ik scheidde van mijn vrouwtje en ben nu terecht bij een 22-jarige schoonheid. That’s life, dat is het leven! Jammer, want ik bemin nog steeds mijn eerste vrouwtje.
Pier kreeg het de laatste twee jaren erg te verduren “en ik begrijp niet dat ik nog in leven ben”.
– Vol hoop ben ik, komende zomer naar Knokke te kunnen komen om er met mijn jeugdig schatje te trouwen, op zijn oud Vlaams. Zeg het de schepen maar. For the moment tracht ik een dollar te maken. Mijn ander oog is reeds gericht op een zaak die Edmonton wakker zal houden. Ondertussen bouw ik open Vlaamse haarden in villa’s van rich people, rijke burgers. Ze betalen goed voor het werk van de metselaar, plakker en timmerman, meer nog. Vreemd genoeg zit het allemaal een beetje scheef maar ik weet te explikeren dat die Vlaamse schouwen van zeshonderd of zoveel jaar geleden er precies zo uitzagen. Iedereen schijnt er te willen geloof aan hechten. Scheve haarden zijn dan mijn sukses en mijn specialiteit. Oude stenen en oude balken zijn een rage geworden.
Mijn meisje is jonger, van hier. Ik stuur een foto.
De jaren van “Chez Pierre”
Het viel allemaal mee. Pier opende te Edmonton een stripteasetent “Chez Pierre”, 10615 Jasper Avenue. Kijk maar hoe hij op de omslag staat van Billy’s Guide van augustus 1976. Binnen lezen: “Pierre Cochard, the out-spoken, ex-Belg die het topless amusement te Edmonton enkele jaren geleden opende als hij het nachtleven pit gaf met Chez Pierre. Het is het beste wat in Alberta op dit gebied bestaat, topless dancers and waitresses. Tien shows tussen 10.00 p.m. en 3 a.m. Bottomless is Beautiful”.
– De zaken draaien zoals enkel een oliesjeik het zou kunnen verlangen. Ik ben hier een grote promotor geworden, in een nachtlokaal met naakte danseressen! Ik heb heel Canada op stelten gezet met mijn initiatief. Het geval kwam zelfs in het Parlement van Alberta. Politiekers besloten te manifesteren. Ik deed hier wat niemand voor mij aangedurfd had. Een week lang kwam ik in het nieuws op de televisie, over gans Canada. Dit was begin ‘75. Het liep aanvankelijk niet vlot van stapel. Dan besloot ik “Miss Bloot van Edmonton” te laten verkiezen. De reactie was formidabel. Met al de publiciteit om en rond, heinde en ver, schoten mijn zaken 100 t.h.
omhoog.
We lezen in de “Edmonton Post”: “Only Pierre Cochard would try it and only Pierre Cochard can pull it off”, schreef George Ward in zijn kroniek. Een twintigtal kandidaten kwamen op het podium voor de titel van Miss Bloot. Pier loofde 500 dollar uit voor de winnares, 200 voor de ere-dame, meer prizen voor de overige deelneemsters, voor jurken en zo. En enkel meisjes uit de buurt, please. Er waren maar 135 zitjes in de enige naaktclub van de stad, de toegangsprijs 10 dollar. Vijf juryleden keken hun ogen uit, kenden punten toe als ze weer wakker werden. Zo is Pier de meest beroemde Knokkenaar van Canada geworden.
– En denk maar niet dat ik nuts ben. Ik weet al een beetje goed wat business is. Ook wat je in het koudste deel van de Nieuwe Wereld moet doen om ze hier warm te maken. Het is nu in the pocket.
In 1993 op de tentoonstelling Cnoc is Ier bij een foto met Cassius Clay, zijn vriend.
Pierre Cochard, the out-spoken, ex-Belgian who opened Edmonton’s topiessentertainment scene a few years ago when he started his night-spot, “Chez Pierre’s’ Is pictured on the cover of this lssue. Pierre, S an ex-boxer, who fought Sugar Ray Robinson on two occasions, has mellowed into an extravagant dresser and flamboyant individual who runa one of the best topless spots in Alberta, featuring topless dancers and waitresses. Pictured with Pierre Is one of his moet popular dancers, “The Happy Stripper”. This verypretly entertainer along wilh other beautiful and enticingdancers put on the moet daring nude show In town nlghtly at Chez Plerre’s. For your enjoyment, there are elght shows nightly, from 10:00PM to 3:00AM . Try Chez Pierre and you'll see what he means when he say's "Bottomless is Beautiful"
Hier is Pierre met de meisjes van “Chez Pierre” - 25 jaar in het nachtleven van Edmonton -what he means when he says “Bottomless Is Beautiful”.
WEER BIJ VADER EN MOEDER
Als Pier er in 1970 niet was voor de gouden bruiloft van Arthur Cochard en Elvire Van Praet, dan is hij in 1976 wel in volle glorie naar Knokke teruggekomen voor een bezoek aan vader en moeder. Kom, we hadden hem voorheen reeds kunnen begroeten in de buurt die aan zijn hart ligt, maar ditmaal werd het in die augustusmaand wel iets bijzonders. Darlene was mee, en met haar dear Pierre logeerde ze in ‘t sjiekste en meest vermaarde hotel van ‘t Zoute, in de “Memlinc”. Maar hij bleef de echte Pier, kontent van zichzelf, steeds in de ring van het leven, alles overwonnen.
– We namen het vliegtuig tot Engeland, kwamen uit Dover met de mailboat en zagen Knokke terug. Wat me hier al dadelijk getroffen heeft was de massa volk op de zondag van de bloemenstoet. Maar autorijden is hier bijzonder gevaarlijk. Mijn ouders houden zich nog kloek. Bij de vrienden te Brussel werden herinneringen opgehaald, zo bij Milou Gosselin te Oostende. Mijn sparringpartner Cyrille Delanoit van weleer, zag ik niet terug, want hij is very bad, zeer slecht.
En terug naar het land van de maple leaf.
– Daar is Darlene the main attraction, maar ik zorg voor de centen. Ik hoop nog vijf jaar voort te doen en dan definitief naar België terug te keren. Dan bouwen we ons in de buurt een fermette.
P.S. Mijn dochter voltooide haar drie jaar aan de universiteit van Alberta en weldra zal ze advokate zijn.
– Links: Gouden bruiloft Arthur Cochard en Elvira van Praet in april 1970, familie, burg. Mattelaer en schepenen van de Velde en Aernoudts.
– Rechts: Met ex-wielrenner Milou Gerardin, Pier te Knokke in april 1978 op de begrafenis van zijn vader Arthur Cochard.
De vijf jaar zijn al lang voorbij. Wel kwam Pier bij herhaling terug. In 1978 vloog hij over voor de begrafenis van zijn vader. De jaren lopen door. Pierres nachtclub blijft floreren. Hij heeft er nu een manager, maar komt op tijd en stond de toestand in ogenschouw nemen.
– Geen tekort aan danseressen. De meisjes komen zichzelf aanbieden. Ja, nu werken bij mij 24 meisjes voor de strip-tease. Per dag voeren ze elk hun nummer op, een honderdtal keer, en ze verdienen goed. Dagelijks ga ik een uurtje naar de zaak om te zien of alles nog draait zoals het moet.
In de zomer van 1994 zat Pierre-Pete-Pier met zijn Darlene in de zon van het Albertstrand, waar hij nog met de D’Hooghes kan praten over de tijd van weleer. Met hem dochter Renée en kleindochter Vanessa.
En nog steeds dromen hier te Knokke de volgende jaren definitief te kunnen terug zijn. In 1995 is Pier er zeventig geworden. Jawel, liefst te Knokke voor een...
HAPPY END
In juli 1994 op het strand te Knokke, Pierre Cochard met vrouw Darlene (links), dochter René en kleindochter Vanessa.