Van Zwijnblommen, Lamsoor of Schorreblad 1

Prof J.E. De Langhe

Het plantengeslacht Limonium van de strandkruidfamilie omvat een 150-tal soorten, groeiend op de kusten en in de zoutsteppen van Zuid-Europa en Zuidwest-Azië tot Iran. Het zijn halofyten of zoutplanten, levend in zoutrijk milieu. In West- en Noord-Europa zijn er maar twee soorten, nl. gewoon lamsoor (Limonium vulgare), verspreid over de kusten van de Atlantische Oceaan, de Noordzee en de Oostzee tot Zuid-Zweden. Een tweede soort, West-Europees lamsoor (Limonium binervosurn) heeft een kleine groeiplaats in Frankrijk op de rotsen van de kaap Zwarteneze (Gris-Nez) in het Land van Bonen (Boulogne) en groeit hier en daar op de westkust van Ierland, Engeland en Schotland.

Gewoon lamsoor heeft groeiplaatsen langs de monding van de IJzer (nog steeds?), de A, de Kwinte (Canche) en de Zomme (Somme); vroeger ook op de Scheldeschorren stroomafwaarts van Antwerpen, maar aldaar verdwenen ten gevolge van inpoldering (schorre van Zandvliet) en industrialisatie; verder nog op talrijke plaatsen in Zeeland.

Wat het levensmilieu betreft, is gewoon lamsoor een typische soort van de hoge schorre. Als je vanaf de Zwijngeul de kustlijn (hoge duinenrij) volgt, loop je eerst over de slikke met krabbekruid (Salicornia, zeekraal) en slijkgras (Spartina), die bij elke hoge tij, dus tweemaal daags, wordt overspoeld en bedekt met een vers laagje slib. Een overgangszone scheidt de slikke van de lage schorre, die alleen bij sterke tij, d.w.z. bij springtij of bij door stormwind opgezweepte gewone tij, wordt overspoeld. Typische planten zijn er zee-alsem, schorrekruid en andere soorten langs de geulen. Dan volgt de hoge schorre die alleen bij uitzonderlijk hoge tij (hoogwaterstand met flinke, uit het noorden opstekende stormwind) wordt overstroomd. Hier gedijt lamsoor in dicht aaneengesloten kolonies. De langzame verhoging van het hoge schorre-peil vindt plaats door slibbezinking en door stuifzandtoevoer uit de nabije duinen. Aldus evolueert het landschap van zoutwatergeul naar slikke, lage schorre en hoge schorre, rijp voor inpoldering. Zon evoluerende schorre vertoont een typisch patroon van afwisselende slenken en bulten of heven, dat vroeger vaak gedeeltelijk bewaard bleef na de inpoldering. Zo’n polder was een hevene of evene en de dijk was een hevendijk of evendijk.    2

Gewoon lamsoor is een typische hoge schorreplant. Ze verdwijnt als de zouttoevoer te gering is om de geleidelijke ontzilting door de regen te compenseren. Dit is ook het lot van de lamsoorkolonie als er niet tijdig wordt ingegrepen om de bodemontzilting te voorkomen.

De officiële Nederlandse naam lamsoor wordt bij ons alleen door de botanici gebruikt.

Zwijn- of Zwijneblomme is de in de handel en wandel door het volk gebruikte naam. Het is een verkeerde naam. Bestaat er geen betere West-Vlaamse naam? Of is deze uitgestorven?

Dienaangaande ben ik jaren geleden, omstreeks 1925, te rade gegaan bij de schapers en schapenboeren van de Zwijnstreek. Boer Jan Stroo van De Vrede die de situatie van voor 1870 dus van voor het opwerpen van de Internationale Dijk, had gekend, als schaper, vertelde mij ongeveer het volgende.

De oude volksnaam van de plant die over de grens lamsoor of limoenkruid heet, is Schorreblad. Die naam hoorde je nog in de Zwijnstreek in de jaren 1940-1960. Schorreblad werd door de schapen versmaad. De bladeren zijn niet mais genoeg.

Geneeskrachtige eigenschappen van schorreblad zijn mij niet bekend, zei de boer. De kinderen plukken schorreblad boeketten voor de heiligenbeelden thuis en voor het kapelletje van de Gravejansdijk. Andere zwijnplanten werden gegeten, nl. vooral krabbekruid (zeekraal): lekkere zoute sappige smaak met een scheutje azijn en een tikje mosterd.

De eerste jaren na de oorlog 1914-18 waren slechte jaren voor de schorreblad kolonie van het Zwijn. De fraaie plant, die zich uitstekend leent voor het maken van bestendige boeketten, geraakte alom bekend bij de bewoners van de streek en de toeristen. De bloemisten haalden hopen planten weg. De groeiplaats van het Zwijn, flink ontwikkeld tijdens de oorlogsjaren, scheen onuitputtelijk.

Er was geen stoet met feestwagens te Knokke en elders, die niet bedolven waren onder zwijnblommen. Natuurbescherming bestond toen niet of nauwelijks. Na de zomer van 1925 ben ik gaan kijken naar de in het Zwijn aangerichte schade. Op talrijke plaatsen in de schorreblad kolonie lag de zandbodem bloot wegens het uitrukken van de planten. Gelukkig ging de plukwoede over en werden beschermmaatregelen getroffen. Huidige situatie: het beschermde schorreblad gedijt weer goed in de hoge schorre van het Zwijnnatuur reservaat.

Voetnoten

  1. Ik schrijf Zwijnblomme, niet Zwinneblomme. om de Westvlaamse uitspraak met scherpe klinker ij te benadrukken
  2. Dit is de eerste maal dat ik dit nieuwe inzicht publiceer in strijd metde opinie van niet natuurwetenschappelijk onderlegde auteurs. Er wordt verder uitvoerig op teruggekomen.

Van Zwijnblomme, lamsoor of schorreblad

prof. J.E. De Langhe

Rond de poldertorens
1995
03
100-101
Mado Pauwels
2023-06-19 14:33:01