Greveninge
Prof. J.E. De Langhe
Een Greveninge- of Grevelinge-toponiem komt op verschillende plaatsen in de kuststreken van Noord- en Zuid-Nederland voor.
- Greveninge : voormalige slikken en schorren, latere polder en watering te Westkapelle, Hoeke en Sint-Anna-ter-Muiden op de linkerzijde van de Zwinstreek. Reeds vermeld in de dertiende eeuw als Greveninge (1) en vroeger voor de elfde eeuw als Grifningas (Latijnse accusatief meervoud van Grifninga. = Griefninge of Grieveninge) in een Latijnse akte uit 739 (kopie uit 941) (2) .
- Grevelingen, Frans Gravelines, Graveninge en Greveninge in de elfde en twaalfde eeuw (3), kuststad in Frans-Vlaanderen aan de A.
- Grevelingen (vroeger ook Greveningen), voormalige zeearm in het Zeeuws deltagebied tussen Schouwen en Duiveland, thans zoetwater-meer. Greveninge in 1237 (4).
Over de betekenis van deze Greveninge-toponiemen zijn de meningen nog steeds uiteenlopend. Het is natuurlijk heel verleidelijk om ze terug te brengen tot een zelfde grondwoord, zoals graaf (comes); het werkwoord graven en zelfs het Oudfrans grave of greve, maar zeker is dat niet.
Aangaande Grevelingen (Gravelines) stelt Gysseling (5) de vraag of dit toponiem wellicht teruggaat op de stam van het werkwoord graven en als collectivum met de verzameluitgang -ing een stelsel van afwateringskanalen ("ensemble de fosses de drainage") betekent.
Aangaande de waternaam Grevelingen in Zeeland schrijft Schonfeld (6) het volgende : "De naam heeft niets te maken met het werkwoord graven, maar is een afleiding van graaf (comes) : 's graven stroom".
Over de naam Greveninge te Westkapelle schrijft Carnoy (7) : "Même nom que Gravelines ... dérivé du celtique grava. (gravier)". Met deze korte uitspraak bedoelt hij natuurlijk niet dat de naam Greveninge met Germaanse uitgang rechtstreeks uit het Keltisch komt, maar wel dat hij teruggaat op een Keltisch grondwoord. Deze verklaring werd door mij overgenomen en nader verduidelijkt (8). De plaatsnaam Greveninge is met het verzamelsuffix -inge afgeleid van het Oudfranse woord grave of greve en betekent fijn- of grofzandige oever of grintoever. Een grofzandige oever of grint-oever was het wel niet langs het Zwin, maar de betekenis fijnzandige, aangeslibde oever past beter.
Dit in talrijke Franse en Zuideuropese plaatsnamen aanwezige element is niet Romaans. Men dacht vroeger ten onrechte dat het Keltisch was. Ik lees dienaangaande het volgende bij Bloch en von Wartburg (9) onder het trefwoord greve : "Prelatin *grava (sable, gravier), d'ou greve. L'extension du mot jusque dans l'ltalie Méridionale interdit d'y voir un mot celtique"
Het is niet mijn bedoeling hier de hypothese van Carnoy door dik en dun te verdedigen, maar wel enkele ertegen geopperde bezwaren te weerleggen.
De Vries schrijft in zijn etymologisch woordenboek (10) aangaande Greveninge : "Men heeft gedacht aan een Keltisch grava, kiezel, grof zand, wat zeer onwaarschijnlijk is". Het antwoord is kort. Ten eerste, dit grava betekent niet alleen grofzandige oever of kiezeloever, maar zoals boven gezegd, ook fijnzandige en aangeslibde oever. Ten tweede, het is niet omdat het basiselement van de naam een Keltisch (?) woord is, dat de naam rechtstreeks aan deze taal ontleend is. Het is toch niet omdat het element kerke in Oostkerke aan het Grieks en het element poort. in Nieuwpoort aan het Latijn ontleend is, dat men mag zeggen dat men in het eerste geval met een op het Grieks teruggaand toponiem en in het tweede geval met een op het Latijn teruggaand toponiem te maken heeft.
Het tweede bezwaar is heel wat venijniger. De oudste schrijfwijze Grifninga (Griefninge) is met haar ie-klinker volkomen onverenigbaar met de afleiding uit grave of greve, zegt men. Men heeft wel eens geprobeerd deze moeilijkheid te omzeilen door de echtheid van de alleen uit kopieën bekende naam Grifninge in twijfel te trekken en deze als een verschrijving van Greveninge te beschouwen. Dit is echter wetenschappelijk ongeoorloofd zolang er geen direkte doorslaande bewijzen voor vergissing of vervalsing zijn. Het bezwaar kan echter gemakkelijk taalkundig, fonetisch worden weerlegd. Het is immers een bekend fonetisch verschijnsel uit de geschiedenis van de Nederlandse taal dat de stamklinker “ie” in talrijke aan het Oudfrans of het Romaans ontleende woorden teruggaat op een gesloten “ee”. Voorbeelden ontbreken niet : brief uit breve (Latijn breve = kort schrijven); spiegel uit spegel (Latijn speculum); bkt uit Latijn beta; de voornamen Pieter en Margriet. respektievelijk uit Peter (Petrus) en Margreet. (Margareta).
De plaatsnaam Griveninge (Grieveninge) is dus blijkbaar een woord waarin de gesloten klinker “ee” van het element greve overgegaan is in “ie” volgens een bekend fonetisch verschijnsel, zodat Griefninge niets anders is dan een oude, later verdwenen uitspraakvariant van Greveninge. Aldus valt ook dit schijnbaar onweerlegbare bezwaar tegen de grave- of greve-hypothese weg, zodat deze gesterkt uit de strijd komt en ik in mijn overtuiging wordt gestaafd dat Carnoy geen ongelijk had, wat niet wegneemt dat ook andere verklaringen kunnen worden verdedigd.
Blijft tenslotte de vraag, hoe het woord grave of greve in ons kustland is terechtgekomen. Meegebracht met het volk uit de bij de inpoldering en ontginning van het kustland betrokken Franse abdijen ? Of is het een migratienaam zoals andere plaatsnamen van het oostelijk kustland (11) ?
Voetnoten
- K. De Flou, 4.913-914.
M. Coornaert, Westkapelle en Ramskapelle, pp. 411-412. - M. Gysseling, Toponymisch woordenboek, I, 428.
- Ibidem, I, 422.
- M. Schonfeld, Nederlandse waternamen, p. 111.
- M. Gysseling, o.c., I, 428.
- M. Schonfeld, o.c., p. 11.
- A. Carnoy, Origine des noms des communes de Belgique, I, p. 264.
- J. De Langhe, Biekorf, 1960, pp. 144-146.
- O. Bloch & W. von Wartburg, Dictionnaire étymologique de la Langue française, p. 291.
- J. de Vries, Woordenboek der Noord- en Zuidnederlandse Plaatsen, p. 67.
- J. De Langhe, Biekorf. 1938, pp. 228-229.