Over de kasteelnaam Ter Bolle
Prof. I.E. De Langhe
Ter Bolle is de naam van een voormalig kasteel met opperhof (verdwenen op het einde van de 18de eeuw) en neerhof (thans nog hofstede) te Dudzele in het 162ste begin der watering van Grootreigaarsvliet.
De oudste vermelding dateert uit 1576 (1) maar de plaats moet veel ouder zijn. Namen in de oorkonden zijn Ter Bolle, Bollekasteel, ’tGoed ter Bolle. De plaats ligt, een halfuur gaans, ten zuiden van het dorp in het z.g.Oudland (2) (oud polderland dat sinds de 10de eeuw is vrijgebleven van overstroming) op korte afstand van de brede geul waamoor de zee binnenstroomde tussen Dudzele en Lissewege ten tijde van de Duinkerke-Ill-transgressie.
De hoogte boven de zeespiegel bedraagt thans ca. 4 m. De grond is er zandig. Wij hebben blijkbaar te maken met een van de oudste, op een hoogte gelegen nederzettingen in het kustland: een oude schorrehoeve, latere polder- en kasteelhoeve.
Wat betekent de naam? De bolle-namen van leengoederen, boerderijen, landerijen e.d. ontbreken niet in West-Vlaanderen en elders (ook in Noord-Nederland en verder in Noord- Duitsland), zeker niet in het kustland: Bolle (talrijke hofsteden, diverse kastelen), Bollanden en Bolaarden (3). Bollen zijn ook zandbanken in de Noordzee.
Het toponymische element bol of bolle heeft hoofdzakelijk twee betekenissen.
- ronde, bolle, gewelfde plaats, zoals o.a. zandplaat of zandbank in de zee en verhevenheid op het land.
- Bolle kan ook een persoonsnaam zijn, nl. Bolle, Bollekin (vervorming van Baldwin, Boudewijn).
Bollezele in Frans-Vlaanderen is Bollingezele, zate der afstammelingen van Bollo.
Het ligt voor de hand dat voor de plaatsnaam Ter Bolle de eerstgenoemde betekenis moet worden gekozen. Dus Ter Bolle, op de Bol, op een plaats die bol, konvex, gewelfd is, een geleidelijk, zacht glooiende hoogte. Het kasteel werd blijkbaar gebouwd op een verhevenheid, waar vroeger in het schorrelandschap een schaperie bestond.
Voetnoten
- Coornaert. Dudzele en Sint-Lenaart. Dudzele, 1985.
- Ameryckx, De ontstaansgeschiedenis van de.zeepolders, Biekorf, 60, 1959, pp. 3-26.
- K. De Flou, deel 11, 282-300. M. Schonfeld, Veldnamen in Nederland, Amsterdam, 1950.
Uit het plaatsnaamkundig onderzoek blijkt dat er vroeger in het kustland verschillende woorden voor natuurlijke of door de mens opgeworpen hoogten werden gebruikt : Bol (Ter Bolle, Bollaard), Kool (Koolkerke), Mare (Beukemare), Dudde of Dodde (Dudzele), Hoon of Hoen (Avenone, Hogenhoene) e.a. Die woorden zijn zeker geen synoniemen, maar hebben elk een bepaalde betekenis in verband met de aard van de bedoelde hoogte in een bepaald landschap : hoog of laag, zandig, steil of geleidelijk oplopend, al dan niet enz. Een duidelijk inzicht in de verschillende betekenissen ontbreekt nog, vooral omdat er na zoveel eeuwen niet meer zoveel te leren valt uit de huidige situatie. Nader onderzoek zal klaarheid moeten brengen.