Het onderwijs te Ramskapelle in de 19de & 20ste eeuw

Maurits Coornaert 1

Onze studie over Westkapelle en Ramskapelle was reeds een paar maanden gepubliceerd (1) toen ons een document onder de handen kwam, dat enkele aanvullende inlichtingen over het onderwijs te Ramskapelle brengt. We bedoelen een korte studie van René Vansteene (2), die schoolhoofd van Ramskapelle geweest is.

De genoemde kreeg in 1930 de opdracht om het onderwijs in zijn gemeente tijdens de periode 1830-1930 te beschrijven.

Zijn schets bevat wel verscheidene gegevens, die we reeds uit het gemeentearchief geput hadden, maar ze verschaft ons toch nuttige details over het onderwijs in het algemeen, en over de onderwijzersfamilie Vansteene in het bijzonder. Verder maakte R. Vansteene in 1952 een kort opstel over Ramskapelle, met enkele aantekeningen over de school en de kerk.

Voordat we ons overzicht aanvatten, wijzen we erop dat in het Oud Régiem, d.w.z. vóór de Franse Revolutie, de jeugd van plattelandsparochies door de koster onderwezen werd. De school was meestal in zijn huis gevestigd. De parochie onderhield dit lokaal, en betaalde aan de koster een bescheiden onderwijzerswedde.

Het Franse Bewind vormde de parochies om tot gemeenten.

Eerst in de Nederlandse periode (1815-1830) werd het gemeentelijk onderwijs ingericht. Maar er bestond nog geen afzonderlijk, aangepast onderwijs voor de meisjes, zodat de gemeentescholen gemengd waren.

Voor zover we weten, staat Jacob Maertens bekend als de eerste onderwijzer van de gemeenteschool in Ramskapelle. De genoemde is, volgens R. Vansteene, te Gullegem geboren en is een soldaat van Napoleon geweest. Aanvankelijk bezat Ramskapelle, zoals de omliggende gemeenten, geen eigen schoolgebouw. Het kan moeilijk anders of J. Maertens hield een school in zijn huis. Daar hij oud werd, nam men Jan Lateste als hulponderwijzer in dienst.

In 1825 verwierf Ramskapelle zijn eerste gemeenteschool.

De gemeente nam het huis nr 2 van de Vrijestraat (3) in cijnspacht.

Het perceel met het huis behoorde aan de kerkfabriek. René Vansteene beschrijft dit eerste schooltje. Het klaslokaal was ca. 35 m² groot. De onderwijzer woonde in een eenvoudig huis. De cijnspacht bedroeg 19 fr per jaar. Het gemeentebestuur betaalde de schoolmeester een jaarlijkse wedde van 42 fr. Daarnaast gaf het Nederlandse landsbestuur hem een jaarlijkse toelage van 140 fr, om de kinderen van de onbemiddelde inwoners kosteloos te kunnen onderwijzen (4).

Jan Lateste ging naar de school van Blankenberge over. Hippoliet Vansteene trad, volgens R. Vansteene, in 1832 in dienst als hulponderwijzer. De genoemde was een zoon van Engelbrecht Vansteene, koster-onderwijzer te Lissewege, die in Kaaskerke geboren was (5). H. Vansteene huwde met Maria Vermeire, en werd in 1840 tot onderwijzer van Ramskapelle benoemd.

De school omvatte nog steeds één leslokaal. Het groeiend aantal leerlingen verplichtte het gemeentebestuur om in 1849 het schoolgebouw uit te breiden. R. Vansteene meldt dat de onderwijzerswoning in 1845 herbouwd werd, en dat er in 1859 een verdieping bijgevoegd werd. “In 1869 stichting eener volksboekerij, die heden nog bestaat en naarstige lezers telt”, schrijft R. Vansteene in 1930. De avondschool voor volwassenen kende echter weinig succes.

Aangezien de gemengde gemeentescholen niet zo goed erop afgestemd waren, om aan de meisjes de specifieke vakken te onderwijzen, begonnen sommige vrouwen op eigen initiatief het naai- en breiwerk te onderrichten (6). In het tweede kwart van de 19de eeuw hield, volgens R. Vansteene, Maria Lust een handwerkschooltje in haar huis. In 1854 zette de reeds vermelde Maria Vermeire die taak verder.

Het aantal leerlingen vermeerderde nog, zodat de Gemeente ernaar trachtte om een nieuwe school met een onderwijzerswoning te bouwen. Men kocht een perceel tegenover de molen. Het nieuwe schoolgebouw was in 1876 afgewerkt. Hippoliet Vansteene gaf zijn ontslag op 19 december 1876. Hij bleef echter de funktie van gemeenteontvanger uitoefenen. Zijn zoon Lodewijk, die op 6 maart 1848 geboren was, volgde hem op (7).

De aantekeningen van René Vansteene laten niet doorschemeren of de schoolstrijd van 1879-84 in Ramskapelle moeilijkheden veroorzaakt heeft. De vrouw van Lodewijk Vansteene, Rosalie Van Kerschaever, onderrichtte vanaf 1881 het handwerk aan de meisjes.

Onderwijl had de kerkfabriek in 1880 de oude gemeenteschool verkocht aan Hip. Vansteene. Deze overleed op 16 januari 1892. In zijn huis woonde tot voor enkele jaren Pelagie Beausaert.

In 1897 openden de Zusters van de Onbevlekte Ontvangenis uit Heist, op het verzoek van pastoor Van de Vyvere, een school in de herberg St.-Sebastiaan. Die school werd in 1898 door de gemeente aangenomen, en groeide daarna verder uit (8). Het feit dat er in Ramskapelle een dergelijke meisjesschool begon te werken, deed de bevolking van de gemengde gemeenteschool aanzienlijk dalen. Dit blijkt uit de cijfers die R. Vansteene aangeeft: 1843: 72 11. 1850: 93 11. 1878: 117 11. 1885: 129 11. 1897: 126 11. 1901: 37 11. 1930: 42 11.

In de gemeenteschool stichtte men in 1882 het Schoolsparen en in 1897 de Onthoudersbond, “alsook een bond voor boomen- en plantenbescherming”. In 1898 werd de avondschool heropend. Deze werkte tot de Eerste Wereldoorlog. René Vansteene geboren op 13 mei 1888, zoon van Lod. Vansteene, volgde in 1912 zijn vader op.

R. Vansteene hield de gemeenteschool van Ramskapelle tot 1953. Hij was ook koster (9).

Over het onderwijs zelf deelt R. Vansteene omzeggens niets mede. Hij wijst wel op de volgende toestand: “Vóór het openen der meisjesschool stond vader zaliger niet zelden voor boven de honderd leerlingen”. Hij verklaart jammer genoeg niet hoe zijn vader zulke zware taak aanpakte. Ook aangaande de leerlingen staan we voor vraagtekens. Volgens welke methodes werden ze onderwezen? Over welk leermateriaal beschikten ze? Welke resultaten bereikten ze?

René Vansteene schenkt geen aandacht aan het volgend aspect van het negentiende eeuwse onderwijs. Op de gemeente rust wel de plicht om een behoorlijke lagere school in te richten. Het algemeen kosteloos onderwijs bestond echter niet. Ook waren de kinderen niet verplicht om de lessen bij te wonen. Het gevolg van deze situatie zou geweest zijn dat de kinderen uit de arme stand gedeeltelijk of helemaal analfabeet bleven. Om dit tegen te gaan voerde reeds het Nederlands Bewind het gratis onderwijs voor de onbemiddelde kinderen in. Deze maatregel bleef gelden tot de wet van 1914 de jeugd verplichtte om van 6 tot 14 jaar school te lopen.

In “Westkapelle en Ramskapelle, p. 264, geven wij, voor een groot aantal jaren uit de periode 1840-1910, het cijfer van de leerlingen, die kosteloos onderwijs genoten hebben. R. Vansteene rept met geen woord over die categorie. Anderzijds vermeldt hij slechts 7 jaartotalen uit de bewuste periode. Als gevolg daarvan kunnen we niet precies bepalen welke percentage kinderen gratis het gemeentelijk onderwijs volgden.

René Vansteene werd in 1953 opgevolgd door Louis Proot, die in 1923 te Ramskapelle geboren is. De genoemde hield gedurende enkele jaren ook een landbouwavondschool. Hij was tevens koster.

Toen we aan L. Proot vroegen, hoe hij het klaarspeelde om zes studiejaren tegelijk te onderwijzen, gaf hij de volgende uitleg: de jongens volgden de lessen van het 1ste en het 2de leerjaar in de meisjesschool; dit gebeurde reeds toen hijzelf de lagere school bezocht (10).

Daar we graag geweten hadden wanneer de bedoelde regeling ontstaan was, gingen we te rade bij Maurice Westyn die in 1904 geboren is. Hij zat als kleuter in de meisjesschool. In 1911 ging hij naar de gemeenteschool over. Hij verklaarde dat het lager onderwijs, althans in Ramskapelle, toen nog niet in duidelijk omschreven leerjaren onderverdeeld was. Het is immers waar, dat de verplichting, om van 6 tot 14 jaar school te lopen, eerst in 1914 gestemd werd en door de Duitse bezetting ingevoerd, pas na de Eerste Wereldoorlog in voege kwam.

Uit de bovenvermelde getuigenis van Louis Proot blijkt, dat het lager onderwijs reeds ca. 1925 te Ramskapelle gereorganiseerd was. We konden echter niet vernemen vanaf welk jaar de meisjesschool ook jongens opnam in het 1ste en 2de leerjaar.

Tengevolge van de rationalisatie, werd de lagere school van Ramskapelle in 1975 bij de gemeenteschool van Westkapelle gevoegd.

Toen stelde men Louis Proot als schoolhoofd van de gemeenteschool te Knokke. De genoemde werd opgevolgd door Roland Houtters uit Westkapelle. (11)... (12)

Verwijzingen

  1. M. Coornaert, Westkapelle en Ramskapelle, De topografie, de geschiedenis en de toponymie van Westkapelle en Ramskapelle, met een studie over de Brugse Tegelrie.
  2. René Vansteene schrijft zijn familienaam steeds op die manier.
  3. De grootmoeder van R. Vansteene kende nog de vroegere naam, nl. Smissestraat. Zie Westk. & Ramsk.: de toponymen Smissestraat en Kapellanie.
  4. Coornaert, Westk. & Ramsk. p. 236-237. Zie ook het kosteloos onderwijs in: M. Coornaert, Heist en de Eiesluis, p. 265; M. Coornaert, St.-Pieters-op-de-Dijk, p. 212; M. Coornaert, Uitkerke, p. 77.
  5. We vermelden ook Jan Vandesteene, die in 1827 te Westkapelle veldwachter werd. Zie Westk. & Ramsk., p. 235.
  6. Dit gebeurde ook te Westkapelle. Zie Westk. & Ramsk., p, 243 en 270.
  7. M. Coornaert, Westk. & Ramsk~, P. 260-261. Zie ook de toponymen: Gemeenteschool A en Gemeenteschool B,
  8. Idem, idem, p. 261-262.
  9. Mondelinge mededeling vanwege Louis Proot,
  10. Idem.
  11. Idem.
  12. Nog een woordje over de onderwijzersfamilie Vansteene (Van Steene). Omdat René Vansteene (Ramkapelle) en Gaston Van Steene (Knokke) elkaar toespraken als “Kozijn”, hebben we dit van wat dichterbij willen bekijken.

    1. Voor Ramskapelle hebben we dus, van vader op zoon:
      1. Engelbert, koster-onderwijzer te Lissewege
      2. Hippoliet, ° Lissewege; onderw. in Ramsk. in 1832
      3. Louis (Lodewijk), ° Ramsk. 1848; onderw. Ramsk. 1876
      4. René, ° Ramsk.; onderw. in Ramsk. in 1912.
    2. Voor Knokke vonden we (met de hulp van Dr. Karel Aernoudts)
      1. Frans-Jacob Vansteene x Rosalie Ackx,wonende in Lissewege
        Als deze Frans geen onderwijzer was, hij moet toch onderwijzersbloed in de aderen gehad hebben, want minstens 3 van zijn kinderen werden onderwijzers in Knokke:
      2. Nathalie,° Lissewege 1851, onderw. in Knokke in 1878 dochter van Frans-Jacob ??
      3. Idalie, ° Lissewege, onderw. Knokke in 1878 dochter van Fr. Vansteene-Ackx!
      4. Louis, ° Lissewege 1854, onderw. in Knokke in 1881 zoon van Fr. Vansteene-Ackx!
      5. Leopold, ° Lissewege 1863, onderw. in Knokke in 1883 zoon van Fr.Vansteene-Ackx!
      6. Gaston, ° Knokke, onderw. in Knokke in 1911 zoon van Leopold.

René (Ramsk.) en Gaston (Knokke) waren dus geen gebroerskinderen.

Maar wellicht waren Hippoliet en Frans-Jacob wel gebroers en dan zouden Louis in Ramskapelle en Louis + Leooold in Knokke, volle neven of kozijns geweest zijn.

We vragen aan onze Vriend Germain Vandepitte of hij dit genealogisch vraagstukje voor ons kan oplossen.

Het onderwijs te Ramskapelle in de 19de en 20ste eeuw

Maurits Coornaert

Rond de poldertorens
1981
04
165-170
Chantal Dhondt
2023-06-19 14:40:26