Algemeen politiereglement Heyst-aan-Zee in 1896

(afgekondigd, naar luid der wet, den zondag 2 augustus 1896)

Het algemeen politiereglement regelt eigenlijk het leven binnen de gemeente. Het zegt vooral wat niet mag, en van hetgene toegelaten is, hoe het mag.

Samen met u lezen wij even het laatste hoofdstuk, 100 jaar terug opgesteld. Let vooral op de manier van zeggen, de administratieve stijl, en het onderwerp...

XVe Hoofdstuk
Verhuurders van ezels gedurende het badgetijde

Art. 315 Alle persoon die begeert op het strand of op alle openbare wegen der gemeente, gedurende het badgetijde ezels ter beschikking van het publiek te stellen, om wandelingen te doen, moet ten dien einde eene schriftelijke vraag aan den Burgemeester doen.
De aanvraag duidt het getal der rijdieren aan, den ouderdom en de woonst der geleiders.

Art. 316 De eigenaars van ezels moeten met hunne r,jdieren staan aan de barreelen door den Burgemeester aangewezen..

Art. 317 Ieder ezel zal eene zichtbare plaat met zijn ordenummer moeten dragen:
de geleider zal altoos van een u!ttrek der tegenwoordige verordening moeten drager zijn.
Art 318 De ezelhouders in staat van dronkenschap bevonden, zullen onmiddellijk weggezonden worden. Er zal op dezeifde wijze gehandeld worden met diegene die stoornissen of oproeringen zullen veroorzaakt hebben, zonder vermindering der straffen hierna bepaald.

Art. 319 De ezels moeten op de standplaatsen volgens de orde van hunne aankomst gerangschikt worden, en geen van hen mag in de plaats van een ander gezet worden.
Zij moeten op den rang van hunne aankomst bewaard worden en dan na door diewelke van het njdier wenschen gebruik te maken, te zijn gevraagd geworden.
De geleiders moeten zich bovendien ten allen tijde naar de aanwijzingen der poiltie schikken.

Art. 320 De geleiders moeten van het mannelijk geslacht ten minste 12 jaar en betaamelijk gekleed en aanveerd zijn door het Gemeentebestuur.

Het getuig moet in goeden staat en voorzien zijn van alles wat de veillgheid en het gemak der te vervoeren personen vereischt.

Art. 321 Het getuig dat gebrekkig of slecht onderhouden bevonden wordt, kan door de politie buiten gebruik worden gesteld, tot dat het later goed hermaakt is, en, indien hetzelve niet meer kan hersteld worden, is het verboden er zich langer van te bedienen en wordt de toelating ingetrokken.
Het verbod kan insgelijks toegepast worden aan de ezels die gebrekkig of buiten staat zijn om den dienst te doen voor welken zij bestemd zijn.

Art 322 De prijzen van lederen koers wordt per halve uur vastgesteld.
voor de eerste halve uur 0.50
voor de geheele uur 1.00
voor iedere halve uur daarboven 0.50

De tijd voor het terugkeeren nodig, moet medegerekend worden.

Alle overtredingen aan de tegenwoordige schikkingen worden gestraft met eene boete van 1 tot 15 franken en eene gevangenzetting van 1 tot 5 dagen, ‘t zij gezamentlijk, ‘t zij afzonderlijk, volgens de omstandigheden en de zwaarheid der feiten.

Aldus vastgesteld in zittingen des Gemeenteraads van 18de Maart 1896

De Secretaris De Burgemeester-Voorzitter
L. Du Bols L. De Sutter