Vergeten figuren ...
Danny Lannoy
De familie De Mey was geen onbekende in het Knokke van toen,...
Jan De Mey, aannemer van schrijnwerk te St. Michiels, kocht grond aan de Zoutepolder voor 5 centiemen de vierkante meter. Vier jaar later kocht hij in dezelfde buurt nogmaals grond maar nu aan 10 centiemen de vierkante meter.
De zonen Camiel en Louis trokken heel wat gebouwen op in de ontluikende badplaats. Camiel De Mey (1871-1940), de oudste, kwam naar Knokke in 1896 en droeg als eerste zijn steentje bij tot de ontwikkeling van Knokke.
Camiel De Mey huwde Alida De Cloedt, dochter van een boer uit Assebroek. Het gezin kreeg vijf kinderen, Agnès, Etienne, Georges, Robert en Gabrielle.
In 1907 stelde hij zich kandidaat bij de gemeenteraadsverkiezingen en werd verkozen in de rangen van de liberalen. Naast gemeenteraadslid was hij ook kapitein bij de Burgerwacht.
Hij zetelde in de commissie voor de aanleg van riolen en was lid van het feestcomité.
Georges Triebels, Heyst s/Mer. 27. Boulevard Mengé 27.
Etienne De Mey in 1917 (1897-1944) op de gevoelige plaat gezet door fotograaf Georges Triebels uit Heist.
In 1911 werd hij herkozen en stelde toen voor de nieuwe burgervader L. Deklerck plechtig in te halen. Hij was ook voorstander om een treinstation te laten bouwen in “Knokke center”, bij het kruispunt van de Lippenslaan en de Elizabetlaan. Er werd zelfs een meeting gehouden met de uitgave van een vlugschrift ten voordele van de locatie van het station “bij zijn eigendommen” (zie Van Polderdorp tot Badplaats, D.L, blz. 347).
In 1897 bouwde hij zijn brouwerij Brasserie L'Avenir langs de steenweg naar zee of Lippenslaan. Hij zag al vrij Vlug dat de Lippenslaan de belangrijkste straat zou worden van de badplaats. Villa’s en vooral rijwoningen rezen uit de grond.
Het hoekperceel bij de latere Elizabetlaan liet hij bewust onbebouwd. De grond paalde aan het Hôtel de la Paix, in 1911 opgericht door Degroote naar de plannen van architect J. Stockx (later Dusseldorfer Hof/Wellington, gesloopt in 1993).
De mout voor de brouwerij kwam vanuit Brugge en driemaal in de week werd er gebrouwen. Het bier werd aan de herbergen afgeleverd met paard en kar tot in Westkapelle en Heist.
De grote tonnen van 160 liter waren bestemd voor de vele café’s.
WO I zou echter de verdere bloei van de brouwerij verhinderen. De 16 koperen ketels werden aangeslagen door de bezetter. Na een poging de elektrische draad bij de Nederlandse grens over te steken, kwamen Camiel en zoon Etienne terecht in de gevangenis. Na WO I werd de brouwerij niet meer heropgestart.
Brouwer Camiel De Mey en zijn personeel gefotografeerd in 1915.
Zittend: P. Billiau, Maertens, B. Matthys.
Staand: Pier Snauwaert, Aernoudts, E. De Mey, Louwagie, Schotte, R. Monteville, vader Dubois.
Etienne De Mey begon een zaak in motorfietsen en schakelde over naar de bierhandel. Camiel bleef in de bouwnijverheid in Knokke-Centrum en bouwde er de hotels Boulevard en Elisabeth (zuidkant huidige F. Desmidtplein).
Overzicht Bouwwerken Camiel De Mey:
1905: Gebouw in de Lippenslaan (bouwvergunning 28.10.1905)
1907: Pension des Familles Rue V (Leopoldlaan) (19.03.1907)
1910: Hôtel Rue de la Station (7.03.1910)
1920: Verbouwingswerken Lippenslaan
1923: Villa (rijwoning) Square Elisabeth (28.03.1923)
Hotel Square Elisabeth (25.10.1923)
Garage Avenue Elisabeth
Gevelplan van een woning op het Elisabetplein voor rekening van Camille De Mey.
In 1924 trok Camiel De Mey naar het Brusselse en baatte er een snack-bar uit in de Rue Marché aux Charbons. Heel wat Knokkenaars gingen er hem geregeld bezoeken. Hij overleed te St. Jans Molenbeek in 1940.
Aannemer Louis Edouard De Mey (°St Michiels 29.07.1876), broer van Camiel, was gehuwd met Martha Lust uit Oostende. Ze hadden twee kinderen, Roger en Nelly.
Titelblad van de akte van verkoop uit 1925
Studie van Meester P. Verté
Doctor in de rechten
Notaris
Te Brugge 10, Spanjaardstraat 304/5765
Afschrift Verkoop door Mr. Louis De Mey aan Mr Raymond Verheye en
overname eener schuldvordering in voordeel van de “Antwerpens Bouw- en Hypotheekbank”
11 Juni 1925
1763 Imp René Bugin – Walcourt Tél. w. 112
Louis bouwde in 1923 het Prince’s Hotel. Het gebouw was kenmerkend voor zijn tijd. Het “modernisme” had zijn intrede gedaan met zijn voor- en tegenstanders, maar daar stoorde De Mey zich niet aan. Het imposante gebouw met zijn brede gevel aan de oostkant telde vier bouwlagen waarvan de raampartijen een speciale vorm kregen toebedeeld. Wel werden de gevelvlakken wit bepleisterd. Heel wat ornamenten sierden de vertikale gevelvlakken. In de zijgevel werd op de frontons de naam van het hotel in reliëf uitgewerkt.
Het hotel was 6 traveeën breed, waarvan het middengedeelte een cirkelvormige uitsprong kreeg. De ramen op de tweede en derde verdieping hadden een klein halfrond balcon met smeedijzeren balustrade. Op het voorland van de benedenverdieping was een ruim terras voorzien, afgewerkt met een witsteen balustrade. De gevel van de vroegere bioscoop is grotendeels intact gebleven.
Waarom weten we niet, maar in 1925 verkocht Louis De Mey het gebouw. De familie Raymond Verheye-Meysman werd de nieuwe eigenaar van het hotel en cinemazaal. De overnameprijs bedroeg in die tijd 657.051,90 fr.
De verkoop werd gesloten bij notaris Paul Verté te Brugge: “Een groot hotel genaamd “Princess Hotel” met al zijn afhankelijkheden en medegaande erven, gestaan en gelegen te Knocke-aan-zee langs de Lippenslaan;
Eene grootte (sic) Cinemazaal, genaamd Cinema des Princes, gezamelijk groot dertien aren vijf en zestig centiaren,... zijn bekend ten kadaster sectie A nummer 295 o15 en 294 h 14, en een deel van nummer 295q15.
De NV Brasserie du Phenix uit Brussel was de aanpalende gebuur en er was een erfdienstbaarheid voor de zolder.
Uit de akte halen we nog interessante gegevens: “de plannen werden opgemaakt door bouwkundige Henri Buytaert van Knocke.”
Gedurende Wereldoorlog II deed het hotel dienst als Kommandatur. Het hotel viel onder de slopershamer in 1965 en werd vervangen door een hotel en appartementen. De familie Van Geeteruyen baatte het hotel uit, opgevolgd door dochter Ann en G. Denijs.
De cinemazaal bleef bestaan en kreeg als tijdelijke naam Cinema Royale; met uitbater Raepsaet keerde de oorspronkelijke naam Prince’s terug. Na de stopzetting van de activiteiten werd de zaal aangepast tot een Chinees restaurant (Ming Dynasty).
De gevel in de Elizabetlaan heeft weinig van zijn originaliteit verloren.
Alhoewel Louis De Mey zijn domicilie te Brugge had, richtte hij vanaf 1923 enkele merkwaardige gebouwen op te Knokke. In oktober 1923 werd de bouwvergunning verleend voor het hoekgebouw (in feite twee handelshuizen) van de Lippenslaan met de Elisabetlaan, het latere Mon Bijou, gevolgd door de vergunning voor drie aanpalende villa’s. Het begrip villa slaat hier nog op een rijwoning.
De drie woningen met vier bouwlagen vormden één geheel qua gevelstructuur. Het was één van de weinige projecten te Knokke waar de gevels bepleisterd werden en achteraf al dan niet werden witgeschilderd.
Het hoekperceel van de Lippenslaan met de latere Elisabethlaan waar de Prince’s zou gebouwd worden.
Prince’s Hotel.
Het hotel vermeldde in zijn publiciteit “Moderne gerieflijkheden, ruime salons en een befaamde keuken”. Men telde er 80 kamers, uitbaters waren R. Verheye-Meysman.
Toen Roland Van Geeteruyen het nieuwe Prince’s hotel uitbaatte waren er 38 kamers. Thans telt het hotel 28 kamers.
In januari 1965 werd de bouwvergunning afgeleverd voor het uitvoeren van verbouwingswerken na gedeeltelijke afbraak van het oud hotel. Op de benedenverdieping was er ruimte voor twee handelspanden. Eigenaar Roland Van Geeteruyen besliste om het overgebleven hoekgebouw op te nemen als uitbreiding. Architekt Robert Coppens kreeg de opdracht de plannen aan te passen. Op 5 mei 1965 werd de bijkomende bouwtoelating verleend.
Jules Van Wassenhove (1878-1935), gemeentelijk bouwmeester, tekende diverse plannen in opdracht van Louis De Mey.
De drie sobere gevels waren elk 6 meter breed, het middelste gedeelte had twee vertikale geledingen met elk een schelpornament naast de ramen. Door de verdeling van de bepleistering met imitatievoegen kreeg de gevel schaduweffecten. De balcons op de bovenste verdieping kregen een betonnen borstwering; ijzer kwam er niet aan te pas. De raamverdelingen waren eenvoudig afgewerkt; de ramen op de twee verdiepingen hadden een segmentboog. De kroonlijst of dakrand was overdreven versierd. Het middenfronton was iets hoger uitgewerkt dan de beide aanpalende gebouwen. Het gehele bouwproject sloot aan bij het hoekgebouw.
Gevelplan van de drie villa’s van Louis De Mey.
In de gevelopbouw was een zekere stijleenheid waar te nemen. De totale gevelbreedte van de drie panden had een symmetrie door de doorlopende lijnstructuren van de geprofileerde lijsten. Er was een harmonisch evenwicht tussen de raamverdelingen en architectonische elementen zoals de belijning van de eerder klassieke gevel.
De Mon Bijou met aanpalend de gevel van een der rijwoningen langs de Elisabetlaan.
Nu is er een Grieks restaurant gevestigd en de nachtbar “Botkill”.
Overzicht gebouwen Louis De Mey:
- 1923:
- Villa Avenue Elisabeth (29.05.1923)
- Twee handelshuizen hoek Elisabethlaan/Lippenslaan
- Drie villa’s Avenue Elisabeth - architect J. Wassenhove (30.10.1923)
- 1924: Veranderingswerken gebouw Zeedijk/Swolfstraat (18.03.1924)
- 1927: Villa Mon Désir - Dijk - verbouwingswerken
- 1929: Café Mon Bijou - Lippenslaan gevelverandering - architect J. Wassenhove
- 1931: Mon Bijou - uitbouw gesloten terras
- 1935: Lippenslaan 44 - uitbouw terras
Beeld van de Lippenslaan en Elisabetlaan uit de jaren 50 met de gebouwen van Louis Demey. Het hoekgebouw Mon Bijou hotel-restaurant werd uitgebaat door R. Elferinck-Azaert. In 1966 vermeldde de hotellijst M. Azaert als uitbater van het 15 kamers tellende hotel. Vóór Wereldoorlog II hield F. Larmuseau het café-restaurant open.
Gedurende de bevrijdingsdagen van Knokke, meer bepaald op 1 november 1944, werd Etienne De Mey dodelijk getroffen door vijandelijk granaatvuur. Dit spijtig voorval greep plaats op het Elisabetplein (Burg. Frans Desmidtplein) op een boogscheut van zijn huis.
Hij werd begraven op de gemeentelijke begraafplaats in de Deklerckstraat waar jaarlijks nog een hulde gebracht wordt aan de oorlogsslachtoffers, waaronder Etienne De Mey. Dochter Gilberte De Mey huwde Victor Stockx, die de bierhandel overnam.
Victor overleed op 11 mei 1980.
Louis De Mey overleed in 1943, zijn echtgenote Martha Lust in 1948.