Leonard Tavernier, zijn uitvaart
Danny Lannoy
Vorig jaar schonk mevrouw Suzanne Debrock-Vanlandschoot een reeks merkwaardige foto’s van een begrafenis te Knokke.
Suzanne werd geboren te Knokke op 11 augustus 1917 en huwde in 1945 met Marcel Debrock (°1909), jongste zoon van hotelier Pieter Debrock en Maria Regoudt. Het echtpaar baatte het Hôtel du Rivage uit gelegen aan de oostkant van de Lippenslaan. Marcel was vòòr Wereldoorlog II een verwoed voetballer bij R. K. Football Club. Jarenlang hielden ze het café De Noordduif open op het Gemeenteplein, lokaal van verschillende schuttersmaatschappijen (huidige Kurketrekker). Suzanne overleed echter dit jaar op 13 februari.
Enkele van deze fotografische documenten willen we graag van commentaar voorzien. Het gaat hier om de begrafenis van Leonard Tavernier in 1915.
Leonard was de zoon van Pieter en Isabelle Driessens en werd te Knokke geboren op 28 februari 1853. In 1884 volgde hij Lodewijk Vanlandschoot op als uitbater van Le Cygne. Hij was gehuwd met Pharilde Genbrugge; het gezin telde 8 kinderen. Zijn oudere broer Leopold woonde op hetzelfde adres.
Zijn politieke loopbaan
In een dorp met 1700 inwoners was hij geen onbekende. Hij baatte één van de weinige hotels uit in Knokke-Dorp. Oom Philippe Tavernier was burgemeester te Knokke van 1854 tot 1872 en zetelde als schepen van 1888 tot 1891. Met de steeds toenemende toeristische bedrijvigheid te Knokke lag het voor de hand dat een hotelier de belangen kon verdedigen van deze groep in de gemeenteraad.
Bij de raadsverkiezingen van 17 september 1895 kwam Theophiel D’Hoore in de burgemeestersstoel. Paul Parmentier en Alfons Van Hecke werden schepenen en onder de raadsleden vonden we Leopold Vlaminck, Jacobus Fincent, Frans Beyne, Pieter Devroe en Leonard Tavernier. Hij stond op de katholieke lijst “De Volksvrienden”.
Leonard zetelde ook in het feestcomité ter ere van de vier gouden bruiloften in 1897 met Ko Fincent, Eduard Verheye, voorzitter van de fanfare De Duinezonen, Pieter Deckers, Louis Deklerck, Louis Vermeire, Jacob Loeys en Eduard Stroo.
In 1897 nam Leonard Tavernier ontslag als raadslid ten voordele van zijn broer Leopold!
Bij de verkiezingen van 13 oktober 1899 werd Leonard herverkozen en op 9 januari 1900 legden de leden van de gemeenteraad hun eed af waaronder Jacob Fincent, Frans Beyne, Pieter Vermeire en Leonard Tavernier.
Bij de oprichting van het feestkomiteit “Knocke en Avant” of Knocke Voorwaarts in 1904 maakte Leonard deel uit van het bestuur onder voorzitterschap van de heer Malou. Deze vereniging was de opvolger van Knocke Attractions, destijds gesticht door Alfred Verwee. De nieuwe maatschappij ontving 4.000 fr. voor haar activiteiten en 1.000 fr. voor de uitgave van een kunstaffiche.
Op 12 september 1905 verliet schepen Van Hecke de gemeenteraad wegens verhuis naar Nieuwpoort en raadslid Beyne ging zich te Westkapelle vestigen. Eduard Verheye werd schepen en Louis Deklerck, de overbuur van Leonard, kwam in de raad samen met Eugeen D’hooghe.
Bij de lokale verkiezingen van oktober 1907 waren er twee lijsten: de liberalen met Pieter Vermeire, Desiré Ryckaert, Camiel Demey en Louis Baeyens; de katholieken met Lodewijk Deklerck, Arthur Lantsoght, L. Schepens, Pieter De Grootte en Leonard Tavernier. D’Hoore bleef katholiek burgervader bijgestaan door twee liberale schepenen Pieter Vermeire en Victor Lamoral.
In 1911 werd gestart met de bouwwerken aan het nieuwe stadhuis, maar na de zomermaanden brak een verwoede kiesstrijd uit tussen de lokale politiekers. Lijst 1, de katholieken behaalden 304 stemmen; lijst 2, de liberalen behaalden 350 stemmen; lijst 3, Eugeen D’Hooghe kreeg 40 stemmen. Er waren toen nog 75 “bonte stembrieven” van kandidaten behorende tot verschillende lijsten. Lijst 2 behaalde 376 stemmen bij de 2de reeks van de raad (wet 12 september 1895 art. 44-48), ze kregen 3 zetels, de katholieken 2 zetels.
Louis Deklerck (1845-1940) werd burgemeester benoemd op 20 januari 1912.
Pieter Vermeire en Victor Lamoral werden schepenen en raadsleden waren Jules Van Houtte, Jacob Loeys, Leonard Tavernier, Camiel Demey, Desiré Ryckaert en Lodewijk Baeyens.
Leonard behaalde 288 stemmen, Lodewijk Deklerck 315.
Op 16 mei 1912 was Leonard Tavernier nog aanwezig bij de officiële inhaling van burgemeester Deklerck. Op de groepsfoto staat hij fier afgebeeld naast de kersverse burgervader (zie Neogotisch Stadhuis, blz 35n Cnoc is Ier, 1990). Leonard was ook jarenlang lid van de kerkraad.
Is het door ziekte of was het plots ...! Leonard Tavernier overleed op 1 augustus 1915 thuis in Du Cygne om 10 uur in de voormiddag op 62-jarige leeftijd.
Zoon Adolf en Emile Vandierendonck gingen op 22 augustus naar het gemeentehuis om aangifte te doen van het overlijden. Enkele dagen later werd Leonard Tavernier ten grave gedragen, letterlijk en figuurlijk, want een lijkwagen had men niet nodig gezien de geringe afstand van Hôtel Du Cygne naar de Margarethakerk.
1. Hier zien we de lijkbaar gedragen door de leden van de gemeenteraad met centraal burgemeester Lodewijk Deklerck. Verder herkenbaar zijn raadslid Demey en rechts hulpveldwachter Florimond Jacobs; tussen de raadsleden staat veldwachter Casimir De Bruecker, van wie slechts de kepie zichtbaar is.
Op de achtergrond Hôtel de Bruges, op de hoek van de Lippenslaan en de Dorpsstraat (Seb. Nachtegaelestraat). Links een aangebouwde bergplaats bij de pastorie.
De bevolking is in rouw en is massaal op straat gekomen. We zien geen Duitse militairen, niettegenstaande we midden in Wereldoorlog II zijn.
2. De lijkstoet met vier pastoors in de ongeplaveide Kerkstraat, ter hoogte van de Margarethakerk. De familie volgt de notabelen, eerst de mannen, dan de vrouwelijke familieleden.
Links de woning en Hôtel de Bruges van L. Deklerck en rechts de achtergevel en tuin van de pastorie uit 1672. De pastoors in 1915 waren Joseph Loosveldt, onderpastoor Verstraete; E.H. Juliaan Opdedrinck en E.H. Van Caillie.
3. De overvolle middenbeuk van het Knokse kerkje met aangebouwde kruisbeuk. Rechts de prachtig gesculpteerde preekstoel.
Uittreksel uit de overlijdensakte.
4. Leonard Tavernier wordt ter aarde besteld aan de zuidkant van de kerktoren. Eén van de pastoors leest de laatste gebeden bij het graf.
Tussen het publiek zien we op de achtergrond bij de monumentale graven twee Duitse marinesoldaten. Deze maakten deel uit van het “Marinekorps Flandern” en stonden in voor de verdediging van het kustgebied met zijn batterijen, in Knokke was dit om de Willem II-batterij te bedienen.
In de Kerkstraat zien we rechts de woning van Oscar Desmidt en Maria Laseure en het huis van douanier Van Eenaeme en de latere brouwerij Loeys.
BIBLIOGRAFIE
- D. Lannoy, Van Polderdorp tot Badplaats, eigen beheer, 1976.
- D. Lannoy, Het Neogotische Stadhuis, Cnoc is Ier, 1980.
- D. Lannoy, Knokke en de Belle Epoque, De Distel, 1993.
- D. Lannoy, Hotel du Cygne, het gebouw en zijn bewoners door de eeuwen heen, in tijdschrift Cnoc is Ier, nr., 36ste jaargang 1999.
- D. Lannoy, Studie bewoning Knokke-Dorp, onuitgegeven.