Corneel Heymans
Nobelprijs 1938 voor Fysiologie en geneeskunde
Het gemeentebestuur van Knokke-Heist heeft onlangs de beslissing genomen de straatnaamborden op haar grondgebied te vervangen door een nieuw model in duurzaam materiaal.
Het ligt in de bedoeling de betiteling aan te passen aan de nieuwe taalwetgeving. Een goede signalisatie van straten en pleinen is een noodzaak in de badstad.
Bijkomend element is dat straatnamen met betrekking tot verdienstelijke of belangrijke personen een korte uitleg krijgen. Hoeveel naamborden verwijzen er niet naar een naam die bij de bevolking of toerist totaal onbekend is.
De educatieve uitleg over de persoon zal bijdragen tot een betere kennis van ons geschiedkundig verleden.
Als proefmodel werd in 1996 aandacht geschonken aan Professor Corneel Heymans, Belgisch Nobelprijswinnaar voor Fysiologie en Geneeskunde die zich in september 1951 te Knokke kwam vestigen. Hij woonde jarenlang in een villa aan de Zoutelaan waar hij overleed op 18 juli 1968. Uit waardering voor zijn wetenschappelijk werk nam het toenmalig gemeentebestuur de beslissing een groenpark in het hartje van het Zoute naar hem te noemen.
Corneel Heymans werd geboren te Gent in 1892 als zoon van Jan Frans, eerste hoogleraar in de farmacologie in ons land en eerste rector aan de gedeeltelijk vernederlandste universiteit van Gent.
Corneel Heymans zou na zijn humaniora aan de Rijksuniversiteit van Gent afstuderen om te promoveren in 1920 tot dokter in de geneeskunde. Tijdens zijn studies verbleef hij vier jaar aan het front bij de artillerie. Hij vervolledigde zijn opleiding in fysiologie en farmacologie bij ondermeer E. Gley te Parijs, M. Arthus te Lausanne, H.H. Meyer te Wenen, H. Starling te Londen en C. Wiggers te Cleveland U.S.A.
Vanaf 1922 doceerde hij aan de Rijksuniversiteit te Gent om vanaf 1934 “lecturer” of gastprofessor te worden aan verscheidene buitenlandse universiteiten. Na 1945 hield hij tal van voordrachten in Europese universiteiten, in Noord- en Latijns Amerika, Afrika en Azië. De Belgische regering stelde hem aan bij de “International Unions of Physiological Sciences” en bij de Wereldgezondheidsdienst, belast met medische hulp aan Iran, Indië, Egypte, Zaïre, Latijns-Amerika, China, Japan, Irak, Tunesië en Kameroen.
In eigen land werd hij ondervoorzitter van de Nationale Raad voor Wetenschapsbeleid en voorzitter van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Geneeskunde. Verder was hij aktief bij het Belgisch Genootschap voor Cardiologie en de Vereniging voor Farmacotherapie.
Voor zijn verdiensten werd hij benoemd tot professor honoris causa aan de universiteiten van Montivideo en Lima en tot doctor honoris causa van de universiteiten van Utrecht, Leuven, Montpellier, Torino, Santiago de Chili, Bogota, Rio de Janeiro, Alger, Parijs, Münster, Bordeaux, Toulouse, Besançon en Washington.
Hij werkte in de eerste jaren van zijn wetenschappelijke studie samen met zijn vader. De ontdekking, voor eeuwig verbonden aan zijn naam, was de reflexogene eigenschappen van de cardio-aortische en carotissinus zones en van het belang van deze zones bij de regulatie van bloeddruk en ademhaling. In medische termen spreekt men van: “Door middel van vasculaire exclusie en gekruiste circulatie, waarbij de nerveuze verbindingen onbeschadigd bleven, toonde Heymans aan dat een verhoging van de bloeddruk ter hoogte van de cardio-aortische zone op indirecte wijze een hartvertraging en een bloedvatverwijding tot gevolg had, terwijl een verlaging van de bloeddruk een reflectorische hartversnelling en een bloedvatvernauwing tot stand bracht”.
Oorkonde van de Nobelprijs met een afbeelding van het Heymans-Instituut en op de achtergrond de torens van Gent
Door de ontdekking van de carotissinus zenuw, door H.E. Hering in 1923, kon Heymans zijn wetenschappelijk onderzoek merkelijk verruimen. De eigenschappen van deze sinus zone werden systematisch onderzocht en analoog bevonden aan die van de cardio-aortische zone. Hij bewees dat deze zone een tweede zeer belangrijke verdedigingslijn had, waarover het organisme beschikt om eventuele gevaarlijke bloeddrukschommelingen op te vangen.
Men ontdekte een klein zenuworgaan, het “carotislichaampje” gelegen in de bifurcatie of splitsing van de grote halsslagaders.
Dit orgaan staat, op grond van zijn gevoeligheid voor wijzigingen in de scheikundige samenstelling van het bloed, voor een belangrijk deel in voor de reflectorische regulatie van de ademhaling. Heymans kreeg voor deze ontdekking in 1939 de Nobelprijs 1938 overhandigd voor Fysiologie en Geneeskunde.
Corneel Heymans 1892-1968
Corneel Heymans zou ook in opvolging van zijn vader een vaktijdschrift uitgeven onder de titel: “Archives internationales de pharmacodynamie et de thérapie” dat uitgroeide tot een multilinguaal werk met wereldfaam.
Gedurende 40 jaar heeft hij de cursus geneesmiddelenleer gedoceerd aan toekomstige artsen, tandartsen, apothekers en anesthesisten.
Hij was een man die steeds bereid was de minderbedeelden bij te staan. Hij was ook voorzitter van de Repatriëringscommissie in 1940, van de afdeling Geneeskunde en Hygiëne van Winterhulp gedurende de 2e W.O. en van de vereniging Recht en Naastenliefde in de naoorlogse periode.
Hij stelde gedurende de 2e W.O. zijn Nobelprijs ten dienste van de door hongersnood bedreigde burgerbevolking, met het gevaar opgepakt te worden door de bezetter.
Corneel Heymans heeft zijn leven gebouwd op eeuwige waarden: geloof, waarheid en goedheid. Hij heeft dan ook een diepgaande indruk nagelaten aan zij die tot zijn werkkring behoorden.
Heymans mag terecht de geschiedenis ingaan als een geleerde van wereldformaat.
Bibliografie:
Prof Dr. Georges De Vleeschhouwer
Prof Dr. André De Schaepdryver