Verslagen en Mededelingen
6. De Zaken van Beernem - 15 februari 1981

Een bomvol zaaltje: minstens 60 toehoorders hadden het mooie wandelweertje getrotseerd om te komen luisteren naar de voordracht gehouden door inspecteur A. Ryserhove over “De Zaken van Beernem”.

Zaken van Beernem is eigenlijk een eufemisme voor een serie vuige moorden, waarover tot op heden steeds een aantal aspecten onbekend zijn gebleven. Wie waren de daders? Waarom deden zij het? Wat was de rol van bepaalde edellieden? Wat die van het gerecht?

De spreker maakte sedert 1973 een grondige studie over de verschillende moorden en probeerde de rode draad, de lijn, te ontdekken doorheen een aantal onopgehelderde misdaden.

Een ongelooflijk boeiend verhaal ontstond, waarbij de werkelijkheid de stoutste fantasie overtreft.

De spreker begon met erop te wijzen dat hij eigenlijk wel acht uren zou nodig hebben om alles uit te leggen. We kregen dus slechts de gecondenseerde vorm; maar het duurde toch van 2u30 tot 6.

In Beernem regeerde, eigenlijk tiranniseerde, een kasteelheer, een zekere Chevalier Etienne de Vrière, als burgemeester de bevolking. Een edelman, baron Henri d’ Udekem d’ Acoz, wordt in 1915 vermoord. Door wie en waarom? We vernemen van spreker het schrikkelijk geheim, maar na de oorlog vindt men een bliksemafleider: vermoord door twee Duitse officieren. Ze worden in 1922, na een schijnproces te Brugge, veroordeeld tot de dood met de kogel.

Gelukkig voor hen: bij verstek! Later, veel later, vond spreker dat beide officieren al twee maand vóór de verdwijning van Henri d’ Udekem, uit onze streek verdwenen waren en wel een heel sluitend alibi bezaten: ze streden aan het Oostfront! Maar intussen was de baron toch “gestorven voor het vaderland”. Het staat zo nog steeds op zijn grafsteen.

Na de moord op baron d’ Udekem, verdwijnen één voor één een aantal compromitterende getuigen of personen die hun mond voorbijpraten (soms in dronken bui).

Sassen (=garde-chasse ofte jachtwachter) Kamiel Dierickx moet er aan geloven, vervolgens René De Baene. Iets later Nestje Van Poucke, een weesjongen van 27 jaar. Tenslotte in 1926 is het de beurt van Hector De Zutter, een flinke gezonde boerenzoon uit een gezin van 11 kinderen.

Maar hier had de huurmoordenaar zich misrekend! Het gerecht in Brugge zou de zaak eens temeer zeker geklasseerd hebben en afgedaan als een ongelukkig kermisgeval, ware het niet dat een zekere Victor De Lille, uitgever van een weekblad “Het Getrouwe Maldegem” en toevallig gehuwd met een De Zutter, hen dwars kwam te liggen.

En nu begint een ongelooflijk steekspel tussen vooringenomen gerecht in Brugge enerzijds, die de zaak in de doofpot “moet” stoppen, en een privé-burger anderzijds, die het RECHT wil doen zegevieren!

Een schoolvoorbeeld van een klasse- of standengerecht in Brugge: compromitterende stukken verdwijnen verdacht vlug, een wetsdokter die niet doet wat hij wettelijk moet doen, een veldwachter die alles op een zijspoor rangeert (omdat hij vanaf de eerste dag alles weet), een bevreesde dorpsbevolking die niet durft te spreken, een gerechtelijke politie die krommer maakt wat al krom is, en boven en achter dat alles de geheime hand, de “cosa nostra, de maffia” van een bepaalde adel.

Spijt voortdurende verdachtmaking zet V. De Lille met koppige verbetenheid de strijd voort. Schriftelijke bedreigingen aan zijn adres, worden niet angstvallig achtergehouden maar dadelijk gepubliceerd. Zijn blad kan er slechts wel mee varen (van de vroeger 5.000 exemplaren gaat het weldra naar de 25.000!)

En dan grijpt de procureur-generaal in Oost-Vlaanderen in.

Het onderzoek wordt naar Gent toegetrokken. Strijd tussen twee parketten. Maar Gent gaat wetenschappelijk te werk en herbegint de opsporingen te Beernem. Een donderslag aan de heldere hemel.

Men ondervraagt, men vergelijkt, dagenlang. Tongen komen los. Een nieuwe lijkschouwing op De Zutter.

Besluit: geen twijfel mogelijk, moord en wel de schedel in geslagen met een bepaalde klauwhamer, die men trouwens vindt in de nagelbak van een vroeger genoemde, maar buiten vervolging gestelde verdachte.

Uiteindelijk (na drie jaar): Assisenhof Antwerpen. Het recht zegeviert. Twee mensen worden veroordeeld wegens vrijwillige doodslag en met het inzicht te doden.

Spreker haalde ook nog vluchtig een veel later uitgevoerde moord aan: deze op de gemeentesecretaris van Beernem. Dit was dan al in 1944 tijdens Duitse bezetting; een beroerde tijd dus.

Een moeilijke tijd ook om een onderscheid te maken tussen een laattijdige opruiming van een getuige van de vroegere moordzaken of een weerstandsactie zoals er in dat jaar ontelbare waren.

Ook deze moord bleef onopgelost!

Raadsels dus, gespreid over 30 jaar!

Een hartelijk proficiat aan spreker, voor zijn spannende en tot de laatste minuut boeiende voordracht.

K.A.

Verslagen en Mededelingen: 6. De Zaken van Beernem - 15 februari 1981

Redactie

Rond de poldertorens
1981
01
043-045
Chantal Dhondt
2023-06-19 14:44:32