Verslagen en Mededelingen
2. De St.-Pietersabdij in Oudenburg
Jacques Larbouillat
Zondag 2 September 1984. Op het Marktplein van Oudenburg was het die namiddag stil en rustig ... tot een goeie. vijftig van onze Kringleden het plaatje deden gonzen als een bijenkorf.
Nadat René het welkomswoord had uitgesproken, leidde bestuurslid Karel Aernoudts, die het bezoek had georganiseerd, de groep naar het voormalig Abtsgebouw waar de tentoonstelling over "Sint Arnoldus en de Sint-Pietersabdij" was ingericht.
Twee gidsen, en twee groepen ...en we waren op weg!
Oudenburg, nu een kleine poldergemeente, was in den beginne een belangrijk Romeins "castellum", waarvan het grondplan uit de 3de of het begin van de 4de eeuw, in de jaren zestig van de 20ste eeuw werd ontdekt. Het Romeinse grafveld dat toen werd blootgelegd, is het meest intakte laat-romeinse grafveld uit Europa.
De tentoongestelde Romeinse vondsten (een fibulae of sluitspeld voor mantel, gordelgarnituur, dolk, glaswerk) zijn slechts een peulschil van het archeologisch materiaal dat in het gemeentelijk museum wordt bewaard, en aan andere musea in bruikleen zijn gegeven.
Met de steenresten van het Romeins castellum werd in Oudenburg door de plaatselijke Heer, de Sint-Pieterskerk gebouwd. De Heer van Oudenburg schonk dan ook deze kerk als abdijkerk aan Sint Arnolddus, toen deze door Paus Gregorius VII, als vredesapostel in 1084 naar Oudenburg werd gezonden om er een Benediktijnenabdij te stichten.
Sint Arnold van Soisson. had, vooraleer In het klooster te treden, een opleiding gekregen als ridder. Hij voelde zich nochtans meer aangetrokken tot het kluizenaarsleven. Na ingetreden te zijn in de abdij van St.-Medardus bij Soisson, werd hij achteraf ook tot abt gekozen. Daarna kwam hij naar Vlaanderen.
In de tentoonstelling wordt daarop gewezen door hem in de ikonografie voor te stellen in ridderharnas met mijter, bischopsmantel en kromstaf. Ook wordt hij voorgesteld als kluizenaar met een wolf.
Als patroon van de brouwers wordt Sint Arnold voorgesteld met roerstok en stuitmand. Waarom Sint Arnold de patroon van de brouwers is, is tot nu toe niet gekend.
Ettelijke miniaturen, sculpturen, prenten en andere kunstvoorwerpen geven een ruime kijk, enerzijds op het leven in en rond het convent, en anderzijds op het leven van de Vlaamse Heilige zelf.
Na het bezoek aan de abdijhoeve met de goed bewaarde duiventoren, trok onze groep naar de neo-gotische O.-L.-Vrouwkerk, gebouwd omstreeks 1870. Daar fungeerde de heer pastoor als gids.
Hij wees ons op de slanke toren, op de drie beelden boven de ingang van de kerk.: Sint Arnoldus de sinds eeuwen ter plaats vereerde heilige, O.-L.-Vrouw in het midden als patrones van de kerk, en Sint Pieter de patroonheilige van de abdijkerk.
Binnen in de netjes geschilderde kerk bewonderden wij de glasramen, de altaren, en de met harmonie ingebouwde weekkapel.
De doopkapel met de doopvont uit de 15de eeuw, alsook de grafplaat van de laatste monnik van de St.-Pietersabdij, genoten onze bijzondere belangstelling.
Een gemeend dankwoord aan de gidsen: de heer Mijmeersch en Mejuffrouw Lietaert, alsook aan pastoor Callewaert!!!