C. De molenwal terug aan één eigenaar

René De Keyzer

De toestand waarbij de grond van de molenwal aan twee eigenaars toebehoorde, is blijven bestaan tot in 1612.

Na het uitsterven van de tak van de familie de Baenst, die Heren waren van Oostkerke, werden het kasteel en de erfgronden met het grootste deel van de molenwal geërfd door Anna van Northout, dochter van Catarina de Baenst, die huwde met Eustace de Croy. Op die manier kwam het kasteel van Oostkerke en het groot­ste deel van de molenwal in het bezit van de familie de Croy, die waarschijnlijk nooit op Oostkerke geweest zijn. Zij lieten op Oostkerke alles beredderen door hun zaakwaarnemer Marc de Saldaigne die in Brugge woonde.

Deze laatste heeft veel bezittingen verworven in het noorden van Brugge en hij heeft in 1612 ook geprobeerd om van de fa­milie de Croy de heerlijkheid met het kasteel en de erfgronden en het ammanschap van Oostkerke te kopen. Tegen de verkoop van de leengronden en van het ammanschap werd door de feodale erfgenamen beroep aangetekend waardoor het kasteel met de 10 gemet leen in het bezit kwam van Frangois de Croy; het ammanschap werd toegewezen aan Maximiliaan de Corte ten voordele van zijn vrouw Anna van der Eycken, die ook afstamde van de familie de Baenst.

De erfgronden met het grootste deel van de molenwal, konden niet opgeëist worden en bleven in het bezit van Marcq de Saldaigne (13). Intussen had de Saldaigne ook gronden gekocht van de erfgenamen van de Heren van Maldegem, met daarbij ook het aandeel dat die erfgenamen bezaten in de molenwal. Door deze aankopen behoorde de molenwal sedert 1612 terug aan één eigenaar: Marcq de Saldaigne. Ook de 12 roeden waar het huis op stond waar de molenaar woonde, had Marcq de Saldaigne kunnen aankopen (14). Daardoor kon de molenaar vanaf 1612 altijd dicht bij de molen wonen en behoorden het molenaarshuis en de molenwal aan één eigenaar.

Marcq de Saldaigne gaf zijn pogingen om Heer van Oostkerke te worden echter niet op. Op 15 december 1622 kreeg hij het gedaan dat Albert de Croy op zijn beurt het kasteel van Oostkerke met de 10 gemet leen aan hem, de Saldaigne, verkocht. Opnieuw werd tegen deze verkoop verzet aangetekend, nu door Philips de Corte, zoon van Maximiliaan voornoemd. Philips de Corte won het proces voor de Raad van Vlaanderen en verkreeg het kasteel en de 10 gemet leen en werd Heer van Oostkerke (15).

Daarmede verviel de kans van de Saldaigne, om Heer van Oost­kerke te worden, geheel. Hij zou er ook niet in slagen om het molenrecht te verkrijgen op Oostkerke, hetgeen wel zijn bedoeling zal geweest zijn.

Niettegenstaande in 1628 het plakkaat van 1547 nogmaals vernieuwd werd om de banmolens te beschermen, werd op 17 juli 1632 de akte bekend gemaakt waardoor de molenbelasting ook genoemd het recht op de wind een regalia of koningsrecht werd (16). De watergraaf moest deze belasting ontvangen en het molenrecht of de vrije maalderij van sommige heren verviel daardoor. Om een molen te bouwen moest echter voordien een octrooi of toelating aangevraagd worden (17).

Daarna gaven veel Heren hun molenwallen in cijns aan de molenaars. De daarop staande molens, die veel kostelijke onderhoudszorgen vroegen, waren veelal eigendom van de molenaars.

Ook op Oostkerke is het zo gebeurd. De familie de Saldai­gne heeft later de molenwal in cijns gegeven aan de molenaar, zoals we verder zullen zien.

Bronnen

  • De Keyser, Het kasteel Lembeke te Oostkerke en zijn bezitters, Album Arch. Jos De Smet, 1969, p. 228-231.
  • Brugge, fonds Sanders nr 92, Ommeloper Kerkwatering Oostkerke, anno 1517, 3de begin.                                                  ,
  • Idem, Brugse Vrije nr 15981, Ommeloper Watering Groot Reigersvliet, anno 1567 f° 160.
  • Idem, idem nr 15982, Ommeloper Watering Groot Reigersvliet anno 1567 f° 344.
  • Idem, Aanwinsten nr 3676, Ommeloper Watering Sheer Baselishoek anno 1550 f° 22.
  • Idem, idem, f° 100.
  • Idem, Ommelopers Mestdagh nr. 708.
  • Idem, Watering Bla,kenberge nr. 509, Ommeloper Watering Bro Broek, 23ste begin.
  • De twee kaarten van Pieter Pourbus zijn afgebeeld in de katalogus van de tentoonstelling over Pieter Pourbus, door P. Huvenne nrs. 41 en 42 (blz. 287 en 293).
  • Ommeloper Renten en Landen van de Dis van Oostkerke voornoemd, anno 1482 f° 8.
  • Brugge, Fonds Sanders nr. 92, Ommeloper Kerkwaering Oostkerke, 3de begin.
  • Brugge, Rekening versterkingen Sluis 1572-1574, mij medegedeeld door Alb. De Keyser, waarvoor dank.
  • De Keyser, Het kasteel van Oostkerke, 1984, p. 45.
  • iksarch. Brugge, Ommelopers Mestdagh nr. 709.
  • Rt De Keyser, Het kasteel van Oostkerke, 1984, p. 45.
  • Ons Heem, 11'de jaar, 161.
  • Vandepitte, Oktrooi voor het bouwen van een korenwindmolen te Dudzele in 1658, Rond de Poldertorens 15 jg., 1973, p. 115-119.

& & & & &
& &
&

De molenwal terug aan één eigenaar

René De Keyzer

Rond de poldertorens
1985
04
163-165
Charlotte Bogaert
2023-06-19 15:26:46