Belle Epoque gevels

In 1888 startte het consortium Verwee-Van Bunnen-Dumortier met de eerste verkaveling in Knokke.

Het gebied strekte zich voornamelijk uit langs de Zeeweg of latere Lippenslaan vanaf de dorpskom tot aan de vuurtoren bij het strand. Dichtbij de westelijke perceelgrens in de ‘Rue V’ (latere Leopoldlaan) werden in 1902 en 1904 een reeks gebouwen opgetrokken door aannemer Eugeen D’Hooghe (*) in typische kustarchitectuur.

Het noordelijk deel van het gebouw, vormde de hoek met de latere Taborastraat. Het had een ‘belvedere’ en bleef overeind tot in september 1992. Het zuidelijk pand had een Byzantijns torentje dat later werd vervangen door een eenvoudiger constructie met windwijzer.

Twee woningen hadden topgevels met houten sierbekleding. Het metselwerk kreeg een witstenen afboording.

De woningen waren bereikbaar via een ‘steektrap’. Er bevonden zich geen half ondergrondse kelderverdiepingen maar wel volwaardige gelijkvloerse niveau’s. In de mansardedaken werden de dakvensters uitgewerkt met sieromlijstingen.

Rechts kwam het ‘Hotel du Rhin’ en links het ‘Maison des Familles’ of ‘Pension Roland’ van de Brusselse uitbater Max Roland. Omstreeks 1911 was hij naast hotelhouder ook voorzitter van de plaatselijke feestcommissie. Dit bestuur bestond uit zowel Knokse notabelen als ‘aangespoelden’. Het pension kreeg later de naam ‘Daisy Home’. In de jaren ‘80 werden de huizen gesloopt en vervangen door een appartementencomplex.

(*) Eugeen D’hooghe (Brugge 1863 - Knokke 1928) vestigde zich in 1893 te Knokke. Hij was gehuwd met Maria Van Speybroeck eveneens uit Brugge. Hij werd bevelhebber van de gewapende brandweer van Knokke. In 1905 kwam hij in de gemeenteraad terecht in opvolging van Frans Beyne. Hij werd in 1907 herverkozen maar bij de verkiezingen van 1911 kwam hij met een eenmanslijst op en behaalde slechts 40 stemmen. D’hooghe was een productief aannemer van gebouwen in de toen opkomende badplaats.

Knocke – Groupe de Villas.

Pension ROLAND - Cnocke-sur-mer