Philip Tavernier 1816-1896
Danny Lannoy
Philip Tavernier getekend door de Oostenrijkse kunstenaar Karl Mediz (1868-1945) in 1889.
Philip Tavernier speelde in de geschiedenis van Knokke een heel belangrijke rol. In het plattelandsdorp was hij landbouwer en actief in de lokale politiek; hij was korte tijd ook provincieraadslid. In het sociale leven was hij lid van de St. Sebastiaansgilde.
De Oostenrijkse kunstenaar Karl Mediz tekende de bejaarde Tavernier in 1889.
Wie was en waar woonde Philip Tavernier?
De Hoeve
De ‘ommeloper’ van 1447 vermeldt te Knokke een vrij grote hoeve 250 m. zuidwestwaarts van de kerk (1). Knokke was toen een bescheiden landbouwgemeente. Ten noorden van de kerk was een duinvlakte tot aan het strand. De uitbreiding van de gemeente gebeurde in zuidwestelijke richting daar men veel te kampen had met zandverplaatsingen. Van de ‘Zeestraat’ was nog geen sprake.
Eind 17de eeuw had de arme bevolking te kampen met oorlogsbelastingen en hadden gezinnen het moeilijk om in hun levensonderhoud te voorzien. Zelfs werden enkele landbouwers ‘insolvent’ verklaard. Vermoedelijke bewoner van de hoeve, Jan Gyselinck, diende in 1683 na betaling van zijn schulden, de woonst te verlaten. De inboedel werd door de parochie openbaar verkocht (2).
In 1748 telde Knokke 346 parochianen verdeeld over 76 gezinnen. In 1774 was dit aantal opgelopen tot 450 (3). We vinden een landbouwer met 106 gemeten grond, Pieter Demaeckere (!). De financiële toestand was nog alles behalve schitterend. We vonden in enkele documenten Joannes Demaecker als boer ‘besuyden de duneslag en west van de kercke’. Als we enkele kaarten bekijken uit die periode vinden we duidelijk de hoeve terug. Landmeter Lameire tekende in 1784 een kaart met vermelding “hoeve De Macker”. De ‘Ferraris’ kaart uit 1771-77 toont verscheidene gebouwen met boomgaard. Op de kaart van Donche uit 1783, vòòr de indijking van de Nieuw Hazegraspolder, zien we links onderaan Knokke-Dorp met de diverse gebouwen van het hof (Rijksarchief Brugge, nr. 345).
Joannes Sr. Demaecker en Helena Malefason staan in het register alsook Joannes Jr. Demaecker en Maria Callant. Deze laatste was de 1ste burgemeester van Knokke in het Onafhankelijk België van 1830 tot 1836. Voorheen zetelde hij in de raad en was in 1829 kerkmeester. Bij zijn overlijden op 25 januari 1839 (4) kwam de familie Nicolas Tavernier de hoeve bewonen (5).
De kadastrale legger van P.C. Popp vermeldt: ‘Eigendom Wed. Demaecker, Maria Callant, en bewoond door Tavernier, landbouwer, Knocke’.
Twee jaar na het betrekken van de hoeve door Nicolaas Tavernier huwde hun zoon Philip op 21 juli 1841 de 25 jaar oudere weduwe Demaecker, Maria Callant.
Waarschijnlijk werd toen een groot woonhuis en schuur opgetrokken (zie foto).
Philip Tavernier bleef op de hoeve tot zijn dood in 1896.
De dorpskern van Knokke omstreeks 1784 met het kruispunt van de Dorpsstraat (S. Nachtegaelestraat) die doorloopt naar de latere De Judestraat; de Weg naar Westcapelle (Smedenstraat) en links de zandweg naar Heist. Onderaan de hoeve van Joannes De Maecker (fragment uit de kaart voor de indijking van de Hazegrasschorre van landmeter Lameire).
In 1889 (!) kwam de familie (Karel) Lodewijk Vermeire (Knocke 1864),- Eugenie Van Houtte (Knocke 1873) de hoeve bewonen (6).
In 1906 worden deze opgevolgd door Desiré Mengé-Maria Regelbrugge. Door de bouw van het treinstation en, in 1937, door de aanleg van de Staatssteenweg Maldegem-Knokke, nu Natiënlaan, werd de hofstede gesloopt.
Lokale politiek
Onder burgemeester Jan Nachtegaele in 1848 waren Bernard Verlinde en Philip Tavernier schepenen. Ze maakten ook deel uit van de gezondheidscommissie gedurende de crisisperiode in de aardappelteelt omstreeks 1847.
In 1854 werd Philip Tavernier de nieuwe burgervader van Knokke. De raad bestond uit schepenen Lodewijk Driessens en Frans Boone, raadsleden, Karel Traen, Sebastiaan Loeys, Sebastiaan Nachtegaele, Philippe Schepens, secretaris Fr. Frankin. De gemeente had toen af te rekenen met de “gezondheid”, de cholera heerste in Vlaanderen en wilde een houten barak timmeren om als ziekenzaal dienst te doen!
Gedurende de vele ambtsperiodes van Philip Tavernier werden heel wat openbare werken uitgevoerd in de landelijke gemeente. O.m. de aanleg van de Steenweg van Westkapelle naar Knokke in 1858-59, de steenweg Hazegras-Schapenbrugge in 1868, de verlenging van de steenweg van ’t Kalf naar het Hazegras in 1871 (deels uitgevoerd) en voltooid in 1885 en de Zeeweg in 1870.
Bij de verkiezingen van 1866 werd hij nogmaals verkozen; er waren 59 geldige stemmen op 63. De schepenen waren Sebastiaan Nachtegaele en Lodewijk Driessens. In februari had Tavernier problemen met schepen Driessens die misbruik gemaakt had van zijn functie. Karel Lievens, molenaar bakker, had ‘mishandelinge gepleegd op de persoon van de douanier Schoolmeester’. De gendarmen van Westkapelle hadden een proces verbaal opgemaakt maar Driessens had een PV opgemaakt ten laste van Schoolmeester, wat dus ten voordele was van Lievens. Voortaan zou de burgemeester de verantwoordelijkheid van de politionele bevoegdheden op zich nemen maar er deden zich moeilijkheden voor.
De ‘Cygne’ deed toen dienst als gemeentehuis en de burgemeester en veldwachter Van Houtte stonden dikwijls voor een gesloten deur. Op een andere dag was de raadskamer afgesloten. Uitbater Van Landschoot had de sleutel op zak. Enkele dagen later stond de lade van de archiefkast open. Er waren dus herhaaldelijk incidenten tussen het bestuur, veldwachter en de uitbater van de herberg. Dit zou tot gevolg hebben dat de raadskamer in 1872 werd ondergebracht in de ‘Hôtel Communal’ bij de Loskaai.
Maar toen was Philip Tavernier geen burgemeester meer. Schepen Sebastiaan Nachtegaele had hem opgevolgd. In 1880 was Tavernier gemeenteraadslid en klaagde over de houding van de pastoor en onderpastoor die ‘den oorlog doen aan de scholen der gemeente, dat zij de catechismus in de scholen niet wille leeren’. De schoolstrijd liet zich ook voelen te Knokke tussen gemeenteschool en katholiek onderwijs.
Bij de verkiezingen van 1888 bleef Sebastiaan Nachtegaele burgemeester. Eerste schepen was Leopold Vlaminck maar voor de tweede schepen moest gestemd worden. Pieter Jacxens, Emmanuel Ghysel, Constant Van Parys en Philip Tavernier kwamen in aanmerking. De geheime stemming gaf vijf stemmen voor Tavernier en één blanco stembiljet. Zodoende kwam oud burgervader Tavernier opnieuw in het schepencollege terecht. Eind 1891 zou hij zijn zetel afstaan aan raadslid Paul Parmentier. De voorzitter zond een dankschrift namens de bevolking ‘om zijn voldoening te betuigen over de onderscheidene wijze de verkleefdheid en de kunde op welke hij gedurende bijna een halve eeuw de rechten en het welvaren der gemeente bevorderde, voorgestaan en verdedigde en ter harte heeft genomen’.
Philip Tavernier overleed te Knokke op 10 april 1896.
Hij was schepen van 1848 tot 1853, burgemeester van 1854 tot 1871 en schepen van 1888 tot eind 1891.
Leonard Tavernier (1853-1915) (7) zoon van Pieter en Isabelle Driessens werd gemeenteraadslid in 1896 onder burgervader Théophiel D’hoore. Pieter (°1813) was de oudere broer van Philip Tavernier.
De zoon van Leonard, Adolf Tavernier (1889-1953), zou op zijn beurt raadslid worden na WO I bij de lijst Gemeentebelangen (Liberalen) onder de katholieke burgemeester Lodewijk Deklerck. In 1927 werd hij herkozen op de katholieke lijst, alsook in 1933 en 1939 bij de Volkspartij - Gemeentebelangen.
Voetnoten
1. M. Coornaert, Knokke en het Zwin, 1974.
2. Begin 18de eeuw vinden we een Jan Gyselinck als bewoner in de Oud Hazegraspolder; er zijn in 1709 en 1710 schenkingen of tussenkomsten door het parochiebestuur aan arme inwoners van de gemeente.
3. Volgens het verslag van Gilliodts, M. Coornaert.
4. Joannes Jr. Demaecker, 54 jaar, landbouwer, geboren te Knocke, zoon van Joannes Sr. Demaecker en Helena Malefason, beiden alhier overleden, echtgenoot van Maria Jacoba Callant.
Bevolkingsregister 1826 Dorp 27
- Demaecker Johan, landbouwer 43 j, Knocke
- Callant Maria, 34 j, Westcapelle,
- Demaecker Hendrik 11 j, Constant 10 j, Pieter 7 j, Johanna 6 j, Dominicus 5 j, Johan 2 j, Philippe 1j, Dryepondt Johan, dienstbode 22 j, Dudzele, Vanderstegel Jozef dienstbode, 20 j, Vlissegem, Dhondt Florentina, dienstbode 27 j, uit Westkapelle.
5. Bevolkingsregister 1826, Dorp 39
- Tavernier Niclaes, landbouwer 45 j, Knocke (°1780)
- Knudde Johanna, 49 j, Heyst (°1776)
- Omers Johanna, 19 j, Heyst
- Tavernier Theresia, 16 j, Knocke
- Tavernier Johan, 14 j, Knocke
- Tavernier Pieter, 12 j, Knocke
- Tavernier Philip, 10 j, Knocke
- Tavernier Blondina, 6 j, Knocke
De familie Nicolas Tavernier woonde voorheen op een hoeve 300 meter ten zuiden van de Dorpsstraat (omgeving Sportstadion / Edw. Verheyestraat). Philip was het vierde kind geboren op 23 mei 1816.
6. Karel Lodewijk was de zoon van Leopold Vermeire (1832-1900) en Isabella Traen (1829-1910) vroegere uitbaters van ‘De Zwaan’ op de eigendom van Ph. Landschoot-Geldof, (zie Cnocke is hier, jg. 1999, blz. 3-16, Hôtel du Cygne, het gebouw en zijn bewoners door de eeuwen heen. D.L.)
7. Foto’s van de uitvaart van Leonard, 1915, zie ‘Cnocke is hier’, jg. 2001, nr. 38, pp 60-65.