Een merkwaardig doek op de tentoonstelling
‘Van het atelier naar de kust’

Danny Lannoy

2020 01 12 113347De Zeeweg (Knocke) olie op doek, 54 x 79 cm, privéverzameling Knokke-Heist. 

Eén van onze leden is in het bezit van een merkwaardig olieverfschilderij van kunstschilder Antoon Joostens (Brugge 1820-1886). Joostens was afkomstig uit Brugge en schilderde meestal stadsgezichten van Brugge en historische taferelen.

Naast het doek van Willy Schlobach met de Zeeweg, of latere Lippenslaan, dat nu in de Raadzaal van het stadhuis te zien is, schenken we aandacht aan dit iconografisch belangrijk werk van Joostens. Het toont ons de Zeeweg of weg door de duinen, eigenlijk niet meer dan een karrespoor, met in de achtergrond de vuurtoren en het omgebouwde telegraafkantoor of eerste strandpaviljoen. Links op het schilderij staat de loods van de staatsreddingsdienst.

Knokke-Bad bestond tussen 1880 en 1889 enkel uit een drietal constructies bij de vuurtoren.

In die barakjes konden de toeristen die vanuit Heist te voet of per ezeltje kwamen, een verfrissing gebruiken. Later werd een badendienst ingericht ten behoeve van de eerste badgasten.

Voordien was halfweg de 19de eeuw, door het Ministerie van Oorlog, een klein stenen gebouw opgericht in de duinen om de scheepvaart naar de Schelde te controleren. Dit gebouw deed tijdelijk dienst als telegraafkantoor. De bestaande telegrafische verbinding Brussel-Brugge van in 1851 werd zodoende verbonden met Knokke. Na de woelige jaren rond de ‘Krimoorlog’ geraakte het telegraafkantoor buiten dienst.

In 1859 liet het Ministerie weten aan de grondeigenaars, de Zoutepolder, dat een buurtweg van 3 meter breed zou aangelegd worden ‘op de plaats langstwelke de staken van den telegraef hebben gestaen, zullende aldus deze weg, het welkst daerstellig het Departement van oorlog in 1846 de noodige gronden heeft aangekocht, eener regte rigtlijn nemen beginnende aen het huizeken dat het telegrafie Bureel gediend en eindigen aen het Dorp’.

2020 01 12 113444Edgar Auguin, Le vieux Knocke-Bains en 1890. Ets. 

Pas in 1869 werd de Zeeweg aangelegd met kasseien op een breedte van 5 meter uitmondende 60 meter ten westen van het telegraafkantoor. De loodsdiensten vroegen een lichtbaken op te richten in de duinen van Knokke. In 1871 startten de werkzaamheden aan de lichtbaken. Deze kwam 100 meter ten oosten van de aangelegde Zeeweg en 40 meter ten noordoosten van het telegraafkantoor (zie plan in bijlage).

In 1878 stelde men vast dat gedurende de laatste veertig jaar de duinen over een breedte van 200 meter waren weggespoeld.

Het was dan ook reeds in 1880 dat Andries Verheye (*), timmerman uit Knokke het oud telegraafkantoor huurde en het omvormde tot eerste herberg. Hij installeerde een houten trap op het duin en schilderde er ‘Pavillon du Phare’ op. Samen met zijn halfzusters baatte hij dit uit in de zomermaanden juli en augustus. Daar konden de eerste toeristen die wandelend of per ezeltje de vuurtoren bereikten, hun dorst lessen.

Tenslotte mocht vuurtorenwachter Franz Lutzenrath in 1882 een houten chalet bouwen die de naam ‘Le Congo’ kreeg. Bakker Charles Lievens uit het dorp richtte een derde houten paviljoen op in 1885 en noemde het ‘La Marguerite’ naar zijn dochter Margareta.

Enkele jaren later trok Verheye het gebouw op met een verdieping, blijkbaar deed hij er goede zaken.

2020 01 12 113459Uittreksel van de Dienst der Domeinen waarin verklaard wordt dat Verheye eigenaar was sedert 3 november 1877.

2020 01 12 113516

Pavillon du phare - Repos & Rafraichisse…

Edgard Auguin schreef in 1899 in zijn geïllustreerde gids het volgende over Knokke-Bad:

(..) Knocke is dus aan de Oostkust, de laatste bewoonde plaats. Het dorp zelf, waarvan we de naam reeds terugvinden op de kaarten van de 16de eeuw, is gebleven zoals het was. Zo zien we het nu nog. In werkelijkheid is het voor de baders van Heyst het gemakkelijkst om Knocke te beschouwen als een charmant bedevaartsoord, waar men rustig kan baden, een aperitief nemen of iets eten. (..) Ook vindt men er veel wandelaars, zowel op de binnenwegen als op het strand. Het is natuurlijk mogelijk de tram te nemen. Maar hoeveel beter is het niet om te voet of per ezel een uitstapje te wagen. (..)

Herinneringen aan de oude badplaats Knocke in 1890.

Bij het verlaten van Heyst lijken de huisjes van Knocke allemaal op elkaar; maar eens op de weg lijken de verre duinen te vluchten, naarmate men ze nadert. Na een halfuur stappen nemen ze in de vochtige lucht vastere vorm aan. Op de bijna blanke top verschijnt sinds enkele jaren de kop van de vuurtoren (..) Dan in het midden van een brede open duinpan vinden we het blauwe paviljoen met de gouden sterren, de afspanning ‘Le Congo’. De ezeltjes die elkaar steeds volgen beklimmen dan het pad dat naar de top van het duin leidt.

Zo was Knocke Bad in 1890. Het strand bestond uit drie strandcabines, drie afspanningen en één 'belvedère’. Knocke Bad was toen slechts een halte voor de excursisten. Het was de gewoonte om even te verpozen bij één der afspanningen om de ezeltjes wat te laten rusten en de begeleiders een glaasje jenever te betalen. (..) Terwijl men zijn bulk vulde beklommen de kinderen de duinen. Het was de tijd van de schilders en kluizenaars, die zich gedurende een paar dagen levend kwamen begraven. De estaminets hadden enkele kamers voor toeristen. Een nacht in één van die huisjes moet een grandioos en schrikwekkend karakter hebben gehad. In deze uitgestrekte zandvlakte moet de wind onuitputtelijk krachtig zijn geweest.

Dries Verheye had het terrein met zijn ‘estaminet’ in pacht voor een termijn van drie, zes, negen jaar. Zijn jaarlijkse pacht bedroeg 20 franc plus 5% grondbelastingen. Het bestuur der Domeinen behield zich het recht voor om te allen tijde de pacht op te zeggen zonder schadeloosstelling. En plots kwam de tijd!

Verheye kreeg het bericht dat de oude telegraph statie diende te worden afgebroken. Het consortium Verwee-Van Bunnen-Dumortier deed een voorstel in augustus 1888 om de gronden aan te kopen voor de uitbouw van de badplaats. Na veel aandringen van het bestuur van Bruggen en Wegen werd pas op 5 oktober 1889 het estaminet gesloopt. Daarna volgde de aanleg van het eerste stuk van de stenen Zeedijk in Knokke. Na het badseizoen van 1889 startte de aannemer met de werken. Terzelfder tijd kwam ook het ‘Grand Hôtel de Knocke’ tot stand, meteen het eerste dijkhotel van Knokke-Bad. (*)

(*) Andries Verheye (°Knokke 29.05.1839) was de zoon van Leonard en Rosalie De Zutter. Louis Baeyens huwde later met de weduwe Rosalie Verheye. Dries woonde in de Smedenstraat met zijn halfzusters Stephanie en Louise Baeyens en werkte met zijn halfbroer Louis als timmerman. Tussen 1896 en 1900 werkten een drietal knechten bij Verheye. Zijn broer Edward Verheye bouwde de ‘Commerce’ in de Dorpsstraat en werd schepen te Knokke. Dries Verheye bleef ongehuwd en overleed in 1911.

2020 01 12 113533Knokke-Bad met de vuurtoren en het ‘Pavillon du Phare’.
Op de zijgevel zien we ook de letters ‘ment’, van het woord 'Rafraichissement’

 

2020 01 12 113551Grondplan van het terrein bij de vuurtoren van Knokke, mei 1888. 

Een merkwaardig doek op de tentoonstelling ‘Van het atelier naar de kust’

Danny Lannoy

Cnocke is Hier
2013
50a
009-012
Leonore Kuijken
2023-06-19 14:49:21