Het schooltje van de ‘nunnetjes’...
een stukje pure nostalgie

Frie Devinck

Het oude H. Hartschooltje! Van deze brok jeugdsentiment zal binnenkort helemaal niets meer overblijven!

Dit gezellig kleinschalig schooltje straalde een familiale sfeer uit, iedereen kende elkaar bij naam, van de kleine kleuterklasjes tot de laatste studiejaren.

Maar wie weet nog wanneer, waar en vooral waarom dit H. Hartschooltje schooltje werd gebouwd?

We stappen even in de teletijdmachine om de geschiedenis van dit schooltje te achterhalen.

In het interbellum, tussen 1918 en 1940, bloeide Knokke helemaal open en kende een ware boost.

Het oude dorpje ontpopte zich stilaan tot een aantrekkelijke gemeente met in het Zoute mooi aangelegde lanen en kronkelende paadjes omzoomd met wilgen en populieren. Knokke had reeds een lange stenen wandeldijk, verschillende stijlvolle hotels werden gebouwd en villa’s met grote tuinen verrezen in het Zoute. Het opkomende badplaatsje pronkte met een nieuw treinstation, een hoogtepunt was de opening van het vliegveld in 1929 en als kers op de taart beschikte het in juli 1930 over een ‘spiksplinternieuw’ casino. Het aantal inwoners groeide aan door de vele ‘aangespoelden’ die in Knokke werk vonden en er ook bleven wonen.

Door die plotse uitbreiding moest er dringend een kerk gebouwd worden aan de Dumortierlaan en was er nood aan een nieuwe school in die omgeving.

De zusters van de congregatie O.L Vrouw ten Bunderen uit het West-Vlaamse Moorslede hadden hier al een klooster met een meisjesschool in de Van Rysselberghestraat en een filiaalschooltje in ‘‘t Kalf’. Een persoon met visie op de toekomst, een soort ‘promotor avant la lettre’, moet de zusters waarschijnlijk ingefluisterd hebben, dat het hoog tijd was om ook daar bij de nieuwe kerk een lagere meisjesschool te bouwen.

De onvermoeibare zusters bleven niet bij de pakken zitten en te midden van de blanke duinen verrees de nieuwe school die een heel stuk van de Diksmuidestraat in beslag nam. De bouwwerken startten op 9 juni 1934 en reeds op 1 september, jawel 3 maanden later, werd de ‘bewaarklas’ voor kleuters en ook een eerste lagere klas geopend. Het volgende jaar kwam er nog een lagere- en kleuterklas bij. In 1939 werd een ontwerp van bouwmeester Henri Buytaert voor het bijbouwen van drie klassen en ‘bijhorigheden’ goedgekeurd. De H. Hartschool bestond nu uit zes klaslokalen. In 1941 was het gebouw helemaal afgewerkt en werd de speelplaats gedeeltelijk geplaveid, de rest van de grond bleef een stuk puur natuur met heerlijk goudgeel zand. Naast het schoolterrein stond de imposante villa ‘La Tremblaie’ heel majestueus op een hoog duin.

Het schooltje zelf was een lang, mooi gebouw, zeer goed geproportioneerd met uitspringende erkers op de benedenverdieping die de eentonigheid van de gevel braken. Boven en onder de erkers liepen banden in witsteen die een mooi contrast vormden met de bakstenen waarin het gebouw was opgetrokken. Op de zijgevel, in de Kardinaal Mercierstraat, prijkte ‘School H. Hart’ in witsteen en daar was ook de toegang tot het speelplein langs een smal, klein poortje. De remise waaronder de kinderen konden spelen als het regende, bevond zich op het einde van het speelplein. Daar waren een paar kleine, lage toiletten voor de kleutertjes voorzien en ook gewone toiletten voor de grotere leerlingen van de andere klassen.

2020 01 12 143322De school kort voor de veranderingswerken van 1964.

2020 01 12 143349Deel van het gevelplan uit 1939 (architect H. Buytaert).

2020 01 12 143416De Heilig Hartschool gezien van noord naar zuid

Gedurende de oorlog werd de school door vier of vijf granaten getroffen en moest hersteld worden.

Uiteindelijk had de school drie kleuterklassen en vier graadklassen met elk twee leerjaren. Men kon er dus vanaf het eerste leerjaar tot en met het achtste leerjaar les volgen. Later werden de twee laatste jaren afgeschaft en na het zesde leerjaar gingen de leerlingen dan over naar de Humaniora- of naar de Snit- en Naadafdeling bij de zusters in de Nestor de Tièrestraat (St. Jozefschool).

Het was een aangenaam, geanimeerd schooltje en werd vanaf het eerste moment in 1934 door iedereen heel familiair de ‘nunnetjesschole’ genoemd. Direct na de oorlog werd ik aan de hand van oudere meisjes, die mijn huis voorbij moesten, meegenomen naar de school. Dit was een speciaal moment in mijn kleine meisjesleven want ik mocht mee met de groten. Ik was echt doordrongen van mijn ‘belangrijkheid’! Ze leverden me veilig af in de kleuterklas tussen allemaal jongens en meisjes en gedurende de speeltijd kwamen ze zelfs kijken of ik het leuk vond. Als een volwassene me vroeg: “en waar ga jij naar school meisje?” antwoordde ik dan heel fier: “bie de nunnetjes in teilig erte” (enkel voor Knokkenaars verstaanbaar).

Van de eerste kleuterjaren herinner ik me nog het vele ‘prikken’ met een priem langs de randjes van een tekening en het weven van papieren matjes in felle kleuren. Ook het urenlang draadjes trekken uit stukjes stof kwam dikwijls aan bod maar bij mij viel dit soms tegen en alles verfrommelde dan tot een hoopje ellende in mijn handen. Jongens waren toegelaten in de kleuterklassen en heel vroeger zelfs tot in het derde en vierde studiejaar. Later moesten ze vanaf het eerste studiejaar naar de Smedenstraat bij meester Raymond Degroote of bij meester Leo Verbeke.

De derde kleuterklas van de alom bekende en gevreesde ‘zuster Albina’ werd door haar met ijzeren hand geleid. Hoeveel van haar leerlingen hebben niet kennis gemaakt met de bezemkast vol opgerolde landkaarten, oude boeken, emmers, borstels en ander kuisgerief. Eens vergat ze zelfs dat er nog een jongen in de kast zat en sloot ze de klas om 12u af. De jongen die goed gehoord had dat de school gedaan was, sloop er voorzichtig uit en stond voor een gesloten deur. Hij was een snuggere kerel, zag dat het venster op een kier stond want het was een warme dag, en klom langs het open venster naar buiten de vrijheid tegemoet.

2020 01 12 143431Frieda Devinck in het 1ste studiejaar.

2020 01 12 143452Diploma Frieda Devinck
leerling afb. 1e stj.
H.Hart, Knokke heeft 95% bekomen in de algmenen kampstrijd 1946-47.
Gertrude

2020 01 12 1435181ste rij: v.l.n.r. 7de Dirk Smits, ?, ?, 10de Johnny Van Huysse
2de rij: Ingrid Mattelaer, Jeanine Baervoets, ?, Gentilla Genouw, ?, Betty Devos, ?, Gisèle Declercq
3de rij: ?, ?, ?, Arlette Hongenaert, Myriam Decuypere, Betty Devinck, ?, ?, Edith Lemaître, Elsie Catry, ?, ?
4de rij: Eddy Vanagt, ?, Willy Ackx, De Smet, Jacques De Groote, Eddy Van Houtte, Paul Vanleede, ?, Robert Lingier. 

Zuster Albina koos regelmatig een slachtoffer uit om de woorden op de plaatjes die langs de muur hingen, luidop te laten lezen. Ze tikte dan venijnig van de ene plaat op de andere met een houten lange stok en bij iedere harde tik kromp haar slachtoffer ineen. O wee, hij die wilde helpen en het slachtoffer iets influisterde, die moest regelrecht de bezemkast in.

Mensen die konijntjes kweekten, maakten van de mooiste vellen soms warme mutsen voor hun kinderen. In de winter kwamen de meisjes dan warm ingeduffeld met hun bontmutsje op naar school. Dit was een echte doom in het oog van zuster Albina! Ze trok telkens de bontmutsjes af en verplichtte elk kind eerst een ‘Weesgegroet’ te lezen vòòr een tafeltje waarop een Mariabeeld met bloemen was uitgestald. Dan pas kregen ze hun mutsje terug. Wat bezielde haar? Voelde ze zich een pionierster van ‘Gaia’? Het is me nog altijd een raadsel...

Na de oorlog werd er in de klas levertraan aan de leerlingen gegeven, een middel om ‘kloek en sterk’ te worden. Elke leerling moest een suikerklontje meebrengen en erop zuigen na het slikken van de levertraan om de slechte smaak ervan te verdoezelen. Ik gruwde van die lelijke bruine fles met het plakkerige goedje in maar nog meer van die vuile lepel. Zuster Albina had maar één lepel en die ging van mond tot mond de hele klas rond. Ik zat naast een jongen die altijd een snotneus had en ik loerde dan angstig vanuit mijn ooghoeken of de snottebel nog aan de lepel zou blijven plakken als ze bij mij kwam. Ik walgde al op voorhand bij het idee! Soms spoog ik achter haar rug vlug alles uit in mijn grote zakdoek want wie weigerde... zonder medelijden linea recta de bezemkast in.

De lange gang was zeer uitnodigend om heerlijk, keihard in te rennen. In het derde studiejaar hield ik een loopwedstrijdje in die gang met een vriendin, mijn spitsbroeder in het kattenkwaad. Het was na schooltijd, er was in geen velden of wegen iemand te bespeuren en we zouden heen en terug sprinten ‘om ter eerst’. We gilden van de spanning en plots werd een deur opengetrokken. Daar stond zuster Marie-Rose vol verontwaardiging in het deurgat en heel zoet zei ze: ‘als je toch zo graag door de gang loopt, mag je hem nu ook eens uitvegen!’ We kregen dan een emmertje nat zand dat we over de hele breedte moesten uitstrooien en een grote, zeer brede veegborstel in kokoshaar. Dat nat zand was om het stof en de pluizen niet te doen opwaaien... een uitvindsel van de nonnen? Ik weet het nog altijd niet, maar wel effectief.

We hadden veel leuke leraressen en de favoriet van iedereen was juffrouw Standaert van het zesde studiejaar. Ze was een jonge, moderne en knappe vrouw. Ze leerde ons een nieuwe kijk te hebben op vele gebeurtenissen in de geschiedenis en ook op actuele zaken. Bij haar niet enkel godsdienstige liederen, neen, ze bracht vernieuwing met een hele waaier aan Nederlandse en Vlaamse liedjes en gedichten. Daar kwam ons Vlaams gevoel wakker!

Ik herinner me nog het gedicht ‘De Wilgen’ van Adama van Scheltema dat we moesten uitbeelden op een feest. Er stonden zeven wilgen in een boerenwei en ik was één van de zeven meisjes die uitgedost waren als boerenwilgen. Mens! Wat was dat een lastige rol! We werden strak omhuld door twee lagen bruine jute tot boven het hoofd en daar werd alles samengebonden tot een wijduitstaande kruin waarin wilgentakjes gestoken waren. We konden bijna niet stappen om binnen en buiten te gaan, zo vast spande de stof om ons heen. De jute stak ook opzij vol wilgentakken die we moesten uitduwen, laten groeien of heftig bewegen in de stormwind naargelang het in de tekst voorkwam, die luidop gedeclameerd werd. De jute stonk en de ruwe stof prikkelde mijn blote armen en gezicht. Ik kreeg overal jeuk. Op het eind kwam er nog een regenbui over ons, wij werden helemaal nat, een namaakkoe at van onze bladeren en dan, tot overmaat van ramp, kwam de boer onze takken ook nog afknippen. Dank u Adama van Scheltema, ik zal u nooit vergeten!

2020 01 12 143604Het 3de en 4de studiejaar in het duin bij de speelplaats met Denise Van Keirsbilck.

2020 01 12 143621Het 5de leerjaar met juffrouw Standaert, gefotografeerd in het Binnenhof.
Zittend: Christiane D’hondt, Frieda Devinck, Anne-Marie Verkinderen, Godelieve Watteyne, Marceline Desloovere.
Staand: Jeanine Georges, Gladys Bauters, Arlette Vercaemer, ?, Marie-Claire Penninckx, Georgette Standaert, Gaby Buyle, Annie de Vogelaere.

2021 03 22 0900221ste rij: Monique Blanckaert, Ghislaine Van Beveren, Micheline De Jude, Nicole Coolman, Edward Maertens, Paul Goossens. 2de rij: Florentine ?, Sonja Debrock, ?, ?, ?, Thierry ?
3de rij: Nadine Loeys, Vera Deleyn, Frieda D’hondt, Agnes Willems.
4de rij: Genevieve ?, Greta Debruecker, Simonne Adrieanssens, ?, Zuster Marie-Roze.

2020 01 12 143642De kleuterklas van juffrouw Blomme

2020 01 12 143642Het 7de leerjaar met Zuster Isidora in 1945

2020 01 12 143713De 3de kleuterklas van 1949.

2020 01 12 143734De drie meisjes uit de Kustlaan in het 6de studiejaar.
Monique Roose (Delhaise van het Zoute), Frieda Devinck (Swanhouse) en Marceline Desloovere (Hotel Balmoral).

Zuster Isidora, overste van de H. Hartschool, was een goed voorbeeld van hoe een non er echt moet uitzien. Toch in mijn kinderhoofd althans.

Ze was een jonge, mooie en grote non met een albasten huid. Geen enkele rimpel of vlekje ontsierde haar gezicht en rond haar mond lag altijd een kleine zweem van een glimlach. Lang en slank in haar donker gewaad straalde ze waardigheid uit zonder daarvoor iets speciaals te moeten doen. Als ze door de gang stapte, neen, het was meer schrijden, raakte ze amper de grond. Het was zelfs bijna zweven, eerste klasse solemniteit! Een en al beheersing, het hoofd her rechtop, hield ze ingetogen de gekruiste handen onder het voorpand van haar habijt.

Ik bewonderde haar zeer! Ze sprak nooit het ene woord hoger dan het andere en toch had ze alle leerlingen in haar greep. Wat ze ons meedeelde was ‘evangelie’. We zwolgen haar woorden gewoon in!

Al bij al heb ik een zeer mooie en aangename schooltijd gehad in ‘teilig erteschooltje’.

2020 01 12 143751Zuster Isidora en leerkracht Godelieve Vergote.

In 1964 werd de school gesloopt en verrees er een nieuw gebouw naar de plannen van architect Ta Chielens. Deze keer werd het een strak, rechtlijnig en kubusvormig gebouw met drie klaslokalen en een ruime gymzaal op de benedenverdieping en zes klaslokalen op de bovenverdieping.

Nu zijn er plannen om ook dit gebouw af te breken en te vervangen door woongelegenheden in een eerder Modernistische stijl.

2020 01 12 143811De gerenoveerde school in 1965 (architect Ta Chielens)

“De verkoop heeft plaats gevonden maar de koper vraagt om niet bekend gemaakt te worden” zei Willy Bombeek van het Vlaams Secretariaat van het Katholiek Onderwijs.

Het gebouw en de locatie stonden openbaar te koop voor meer dan 8,5 miljoen euro maar ook het betaalde bedrag blijft geheim. De school verhuist volgend schooljaar naar haar nieuwe vestiging in de Jef Mennekenslaan.

Ook scholen moeten mee met hun tijd, uitbreiden, evolueren en moderniseren. Vooral niet blijven stilstaan!

Maar toch doet het een beetje pijn.
Vaarwel stukje pure nostalgie...
Vaarwel brokje jeugdsentiment..

Bron

  • Jozef G. M. Van den Heuvel, Geschiedenis van de H. Hartparochie van Knokke-Het Zoute, 1935-1985, Uitgeverij Van de Wiele, 1985.
  • Gemeentelijk Archief: stedenbouw plannen 1939, 1965.
  • Dank aan: Micheline De Jude voor de foto en Godelieve Neyts en Willy Ackx voor de foto’s en de verhalen.

Het schooltje van de ‘nunnetjes’... een stukje pure nostalgie

Frie Devinck

Cnocke is Hier
2015
52a
043-050
Leonore Kuijken
2023-06-19 14:49:21