Herinneringen aan een Heistse (gekwetste) vuurkruiser Oscar Deblauwe
André Desmidt
In de beginjaren van Heyst Leeft ging toenmalig voorzitter Fernand De Backere reeds op bezoek bij Oscar Deblauwe in de Ijzerstraat voor een verkennend gesprek.
In het kader van onze reeks over Heist en de Eerste Wereldoorlog waren wij aanvullend te gast bij zoon Marcel in Blankenberge die ons op een gezellige manier – regelmatig aangevuld door zijn echtgenote – vertelde over het leven van zijn vader.
Oscar werd geboren te Varsenare op 21 december 1894. Zijn ouders woonden immers in Varsenare waar ze een konijnenkwekerij hadden. Oscar hielp in de zaak samen met zijn broer René. Na de oorlog was hij hotelbediende en marktkramer. Tenslotte verhuisden ze naar Torhout waar ze een winkel uitbaatten van Singer naaimachines.
Oscar huwde met Zulma De Rudder (geboren 8 maart 1910).
In 1946 kwam het gezin naar Heist wonen en vestigden zich in de Noordstraat waar ze een winkel hadden van Bernina naaimachines! Wegens ziekte van Oscar in 1952 moest de zaak stopgezet worden en in 1953 werd de winkel overgelaten aan de familie Heuzel.
Leger en oorlog
Oscar was van de klasse 14. Op een dag liep de garde van Varsenare met een luide bel door de straten van het dorp om alle jongelingen (tussen de 16 en de 22 jaar) op te roepen voor de algemene legerdienst. (nota van zoon Marcel: De wet van 1903 op de beperkte persoonlijke dienstplicht – hervorming gekoppeld aan de afschaffing van het lotingsysteem – werd gewijzigd en leidde enkele maanden voor de Duitse inval op ons neutraal grondgebied, in 1913 tot de algemene dienstplicht).
Met zeven trokken ze te voet naar Duinkerken waar ze zich moesten aanmelden. De dienstplichtigen werden overgebracht naar het “Camp de Vaux” in Frankrijk.
De jonge soldaat Deblauwe Oscar
Oscar werd ingelijfd bij het 13de Linie Regiment en kreeg 3 maanden opleiding. Zijn identificatienummer was SM 1914-13de Linie – stamnummer 113 31901.Daarna belandde hij al aan het IJzerfront.
Helaas op 15 juli 1915 werd hij zwaar gewond op een wachtpost te Ramskapelle aan de IJzer door een Duitse landsbom op zeer korte afstand. Zijn strijdmakker Temmerman werd in het hoofd getroffen en bezweek kort nadien aan zijn verwondingen.
Oscar werd gekwetst aan de rug en in de liesstreek. Gelukkig bukte hij zich juist op het ogenblik dat hij getroffen werd…
Het duurde een hele tijd vooraleer de zwaargewonde Oscar uit de gevechtszone kon weggehaald worden want men beschikte maar over één draagberrie om gewonden weg te dragen. Uiteindelijk gebruikte men twee zware balken (poutrelle) daarvoor met het gevolg dat men acht sterke mannen nodig had om Oscar te evacueren.
Uiteindelijk kwam Oscar goed en wel terecht in het hospitaal Koningin Elisabeth in De Panne waar hij de beste zorgen kreeg (gelet op de omstandigheden…) en dit gedurende vier maanden.
Niemand minder dan de Koningin zelf verscheen aan zijn ziekbed wat grote indruk op hem maakte. Koningin Elisabeth die zich verdienstelijk maakte in de verpleging in dit hospitaal kwam op een stoel naast hem zitten of informeerde naar zijn toestand en de kwaliteit van zijn verzorging. Bij het heengaan gaf ze opdracht om Oscar elke dag een eitje te brengen (gekokt, geklutst of een pèèrdoge…).
De inmiddels naar Frankrijk gevluchte ouders van Oscar vernamen het ongeval en na drie dagen waren ze reeds in De Panne op ziekenbezoek.
Eens ontslagen mocht Oscar naar huis voor een herstelperiode. Hij deed de verplaatsing met de trein en herinnert zich nog een lieve Franse dame die hem in Parijs een koffie betaalde en hem begeleide naar de trein naar huis. Nooit heeft hij deze dame om haar behulpzaamheid kunnen danken want hij wist niet wie ze was.
Na zijn herstelperiode bleef Oscar “invalide” en als korporaal heeft hij dan verder dienst gedaan als toezichthouder bij de Belgische militairen die de Duitse krijgsgevangenen moesten bewaken en werk geven.
Oscar getooid met alle decoraties die in verband met WO I uitgereikt werden. Hij droeg zich fier en met waardigheid op alle vaderlandse plechtigheden.
Op het einde van de oorlog verbleef hij in een kazerne in Etterbeek en uiteindelijk werd hij gedemobiliseerd in Namen.
De wapenstilstand was het einde van een lange traumatische nachtmerrie.
Dat is wellicht de reden waarom Oscar – net als vele van zijn vrienden strijdmakkers – nooit gedetailleerd vertelde over wat er zich aan het front eigenlijk afspeelde.
En wat is nu het verschil tussen een oudstrijder en een vuurkruiser ? Een oudstrijder is iemand die minder dan één jaar aan het front gezeten heeft, terwijl een vuurkruiser minimum één jaar aan het front gestreden heeft. Per zes maanden kreeg men een “frontstreep”.
De oorlog is bij Oscar nooit ver weg geweest. Hij was lid van de Oudstrijdersbond, van de Albertisten, was Vuurkruiser en lid van de Invalidenbond en nam ook in die organisaties bestuursfuncties op.
Oscar getooid met alle decoraties die in verband met WO I uitgereikt werden. Hij droeg zich fier en met waardigheid op alle vaderlandse plechtigheden.
Vlag van de Vuurkruisen geschonken aan het museum Sincfala
Oscar werd in 1947 bestuurslid van de bond van vuurkruisers te Heist. Toen was dr. Leclercq voorzitter, Albert Vandeputte eerste ondervoorzitter, Joseph Huyghe tweede ondervoorzitter en Evarist Danschotter secretaris.
Bestuursleden: Leon Janssens, Achiel Vantorre, André Van Mullem, August Wittesaele, Florimond Despiegelaere en Oscar Deblauwe.
In 1952 sticht Oscar de Veteranen van Koning Albert.
In 1970 wordt hij voorzitter van de Vuurkruisers als opvolger van Albert Vandeputte.
Hoogdagen voor de vaderlandslievende verenigingen waren natuurlijk het feest van de Wapenstilstand op 11 november, het feest van de Dynastie, de nationale feestdag met Te Deum en de huldiging van Koning Albert te Nieuwpoort.
Men ging er getooid met de vlaggen en de decoraties naar toe in alle waardigheid en gelukkig er nog te kunnen bij zijn.
Maelstaf, Deblauwe, Leon Devoogt (soepe), Leopold Savels, …………, …………………,
Te noteren dat in die tijd er geen financiële steun kwam van de overheid zodat men genoodzaakt was regelmatig feestjes te organiseren om geld in het bakje te krijgen.
Feestcomité
Oscar was een gekend figuur en maakte zich ook verdienstelijk als lid van het autonome feestcomité Heist in de naoorlogse periode. Hij reed ook steeds mee in de bloemencorso.
Er waren heel wat informele bestuursvergaderingen van de verenigingen waar Oscar lid van was en telkens een ideale gelegenheid om gezellig samen te zijn en een druppeltje te drinken (de jeneverfles was nooit ver weg, thuis in de Ijzerstraat…).
Robert Dewispelare was voorzitter bijgestaan door sasmeester André Van Mullem, loodgieter Florimond Despiegelaere (met Fleuren goan ze nie leuren…) en douanier Triphon van Resseghem en natuurlijk ook Oscar Deblauwe.
Ter info: een volledig dossier over Oscar en WOI is te bezien in het museum In Flanders Fields te Ieper en het museum Sincfala in Heist.
Oscar Deblauwe en echtgenote Zulma De Rudder
Een vereremerking