Datum / JaartalGebeurtenis
900
Omstreeks 900 loopt een groot deel van de Vlaamse kustvlakte slechts bij stormvloed onder water. Vele stroken van het schorrenveld hebben het stadium van de zoete flora bereikt. Zulke weiden worden 'vaccaria' genoemd omdat daar runderen grazen. In het zuidelijke deel van de kustvlakte is het zoutgehalte bij de kreken en de tussenliggende stukken grond zozeer verminderd dat men openkele hoger gelegen terreinen al kan ploegen en zaaien (omgeving van de woonterp Meetkerke, gewest tussen de Jokweg en de Dulleweg (noorden van St.-Pieters); de strook ten noorden van de Bommelbeek en ten westen van de Dudzeelse Weg; omgeving van Koolkerke, Blauwe Zaal, Bonem, Stampaertshoek, de Hoorn). Men kan evenwel moeilijk de landbouw en de runderteelt bedrijven zonder stallen en schuren. We geloven echter niet dat de boeren hoeven gingen oprichten in de onbeschermde kustvlakte, tenzij op een kunstmatige verhevenheid. Het is dus best mogelijk dat op het grondgebied van Moerkerke, Damme, St.-Kruis, Koolkerke en St.-Pieters al in de 9de of de 10de eeuw enkele hoeven ontstonden waar ze op een mote gevestigd worden en door een opgehoogde schapenweg met de nabije Zandstreek zijn verboden. Anderzijds evolueert de uitbating van de schorrenweiden waar het groeiend aantal schapen de wolproduktie doet stijgen.
916
In de stichtingsakte van het Kapittel van Sint-Donaas door Graaf Arnoud de Oude in 916 wordt de parochie Oostkerke vermeld.
941
In het 'Liber traditionem' van de Gentse Sint-Pietersabdij (941) vindt men schenkingen terug die door adellijke personen uit hun niet-leenroerig bezit in de pagus Rodanensis (Aardenburg) aan de abdij van Sint-Pieters (Gent) wordt gedaan. Het betreft in hoofdzaak moerassige weidegronden langs de kust ofwel dieper gelegen bouwland en veengrond.
949
Oudste vermelding van Oostburg als Castrum Osburch (ringwalburcht met inwendige diameter van ca. 150 m).
949
Oudste vermelding van Oostburg als Castrum Osburch (ringwalburcht met inwendige diameter van ca. 150 m).
949
Oudste vermelding van Oostburg als Castrum Osburch (ringwalburcht met inwendige diameter van ca. 150 m).
949
Graaf Arnulf I van Vlaanderen schenkt in 949 een aantal gronden aan de Sint-Pietersabdij van Gent, o.a. weidegrond voor 120 schapen bij 'Morena' (in de omgeving van Oostburg).
959
Bouw van de Sint-Baafskerk in Aardenburg door abt Womarus (957-982) van de Sint-Baafsabdij van Gent.
959
Bouw van de Sint-Baafskerk in Aardenburg door abt Womarus (957-982) van de Sint-Baafsabdij van Gent.
960
Indijking van de polder tussen Gentele en Zidelinge onder het bewind van Graaf Arnulf I. Nog voor 1000 ontstonden in het drooggelegde gebied de volgende parochies: Stalhille en Vlissegem (uit Jabbeke), Houtave en Nieuwmunter (uit Varsenare), Meetkerke en Zuienkerke (uit St.-Andries)
960
De eerste polder ten oosten van Brugge is waarschijnlijk omstreeks 960 gewonnen. De dijk bestaat uit de Polderweg te St.-Kruis en de Branddijk die naar de Hoorn te Moerkerke loopt. De hier ontstane polder omvat het Broek en een deel van het latere Moerkerke. Het betekent een aanwinst voor de O.-L.-Vrouwparochie en Sijsele.
31 juli 961
Een oorkonde meldt dat graaf Arnulf (918-195) op 31 juli 961 in de St.-Donaakserk (Brugge) een kapittel van twaalf kanunniken sticht met een proost aan het hoofd. Het kapittel wordt begiftigd met een groot aantal schenkingen in verschillende parochies. De akte zou wel een vervalsing kunnen zijn.
961
In een Charter van Graaf Arnold van 961 wordt gesproken over 'Oostkercka parochia apud Budanflit, parochia Rodenburg, etc.'.
961
In de geantidateerde stichtingsakte van het kapittel van Sint-Donaas door graaf Arnold de Grote, verschijnt voor het eerste de naam 'Lissewege'.
968-1016
De haven van het Zwin staat vermeld in de Anglo-Saksische wetten van koning Aethelred II (968-1016).
988
Vroegste vermelding (988)van Vlissegem als eerste parochie in de polder tussen de Gentele en de Zidelinge.
988
Vroegste vermelding van een schorre die Leffinge heet, ten westen van de Zidelinge, met aan de noordzijde een aanwas (de Streep of Plaat).
1000
De dijklijn Gentele-Evendijk-Zidelinge is aangelegd.
1000
De Duinkerke III A-transgressie spoelt in het begin van de 11de eeuw over een deel van de strandvlakte links en rechts van de Scheure, maar veroorzaakt weinig wijzigingen in het landschap. Het schorreveld vordert langs de zeezijde. Daar groeien aanwassen die Scharphout, Hem, Zandschere en Scherpenesse worden genoemd. Behalve de vluchtheuvels, waar de dorpen Koolkkerke, Dudzele, Lisssewege, Ramskapelle, Westkapellen en Oostkerke zullen ontstaan, worden nog de moten Mikhem, Ten Doele, Rugge en Raaswalle vermeld.
1000
De Duinkerke III A-transgressie spoelt in het begin van de 11de eeuw over een deel van de strandvlakte links en rechts van de Scheure, maar veroorzaakt weinig wijzigingen in het landschap. Het schorreveld vordert langs de zeezijde. Daar groeien aanwassen die Scharphout, Hem, Zandschere en Scherpenesse worden genoemd. Behalve de vluchtheuvels, waar de dorpen Koolkkerke, Dudzele, Lisssewege, Ramskapelle, Westkapellen en Oostkerke zullen ontstaan, worden nog de moten Mikhem, Ten Doele, Rugge en Raaswalle vermeld.
1000
De dijklijn Gentele-Evendijk-Zidelinge is aangelegd.
1000
De Duinkerke III A-transgressie spoelt in het begin van de 11de eeuw over een deel van de strandvlakte links en rechts van de Scheure, maar veroorzaakt weinig wijzigingen in het landschap. Het schorreveld vordert langs de zeezijde. Daar groeien aanwassen die Scharphout, Hem, Zandschere en Scherpenesse worden genoemd. Behalve de vluchtheuvels, waar de dorpen Koolkkerke, Dudzele, Lisssewege, Ramskapelle, Westkapellen en Oostkerke zullen ontstaan, worden nog de moten Mikhem, Ten Doele, Rugge en Raaswalle vermeld.
1 juni 1003
Op 1 juni 1003 zou een grote stormvloed hebben plaatsgevonden.
1003
Eerst schriftelijke vermelding van Houtave en Klemskerke in de polder tussen Gentele en Zidelinge.
1010
Tijdens de Duinkerke III-transgressie blijft Lissewege een eiland met Friese inwijkelingen. Tussen Wulfsberg en de Evendijk in Lissewege verblijven Franken.