Brugge krijgt de toelating van Farnese om de Leie met de Zuidleie te verbinden.

Door de slechte toestand van de omgeving vlucht de magistraat van Aardenburg naar Brugge.

In de zomer van 1584 moesten de Kalvinistgen Bruge en Damme prijsgeven en zich uit het Vrije terugtrekken. Ze hielden echter stand binnen de wallen van Oostende en Sluis. Daardoor kwam de frontlijn tussen Dame en Sluis te liggen. De Sluizenaren hielden strooptochten in enkele parochies ten noorden van Brugge o.a. in Dudzele. Hoewel het verkeer zeer beperkt was tengevolge van de heersende overstroming en het optreden van het Sluise garnizoen was Reigarsvliet toch verplicht maatregelen te nemen om de weg te beveiligen die over Lissewegenaar het noorden liep.

Het Kalvinistisch bewind geeft Brugge op 25 mei 1584 aan Farnese over. De meeste inwoners van het Noordvrije waren immers verjaagd door de overstromingen en door de strooptochten van de garnizoenen van Oostende en Sluis. Na de aftocht van de Kalvinisten blijft Dudzele, en de aanpalende parochies, nog enige tijd maar half bewoond.

Het protestantse Sint-Anna-ter-Muiden worden gedeeltelijk verwoest. De inwoners vluchten naar Zeeland, Brugge of Damme.

Op 20 mei 1584 komt Brugge in handen van Parma.

Door de Vrede van Doornik, die wordt gesloten op 22 mei 1584, komt heel Vlaanderen, met uitzondering van Sluis en Oostende, terug onder Spaans gezag.

Willem van Oranje wordt op 10 juli 1584 in Delft vermoord door Balthazar Geard.

Jacob de Gryse, baljuw van het Brugse Vrije, verlaat samen met veertien schepenen, die Willem van Oranje trouw bleven, de stad Brugge, nadat Charles, Prins van Chimay meester wordt in Brugge. Zij worden de grondvesters van het latere Vrije van Sluis dat pas op 10 maart 1605 zijn eerste vergadering kon houden.

Wanneer Karel de Croy, Prins van Chimay, op 23 februari 1584 voor de poorten van Sluis verschijnt, weigert men hem de toegang tot de soldaten hun soldij hebben ontvangen. Ook in Damme en Oostende eisen de soldaten hun soldij.

Op verzoek van Karel de Croy, Prins van Chimay, komen de Wethouders van Sluis op 16 maart 1584 samen om het voorstel om met Parma vrede te sluiten, te bespreken. De deken van de ambachten zijn voor het idee gewonnen. Tegenstanders doen een poging om naar de wapens te grijpen maar hun opstand wordt verijdeld.

Op 22 mei 1584 wordt de Vrede van Doornik gesloten. Vlaanderen, met uitzondering van Sluis en Oostende, komen terug onder Spaans gezag.

In mei 1584 betaalt Sluis 16 pond, 9 schellingen 7 grooten voor het delven van de rest van een gracht in het gat van de Galgedijk en voor het verbreden al de binnengaten in de Moitinspolder zodat het water door het gat van de Galgedijk in het land kan lopen.

De Generale-Staten verklaren op 4 juni 1584 dat Brugge en het Brugse Vrije als vijanden van de Verenigde Provinciën worden beschouwd.

Door militaire inundaties ontstaat het VerdronkenLand van Saeftinge.

Op 2 april 1584 laat Charles de Coy, prins van Chimay en gouverneur van Brugge en het Brugse Vrije, de afgevaardigden van Brugge en van het Brugse Vrije het zogenaamde Vredesverdrag van Brugge tekenen. Sluis sluit zich hier niet bij aan.

Door de Vrede van Doornik, die wordt gesloten op 22 mei 1584, komt heel Vlaanderen, met uitzondering van Sluis en Oostende, terug onder Spaans gezag.

Dijkbreuken door grote stormen. Deel van de polders komen onder water.

17 augustus 1585: Val van Antwerpen

Omdat er vele problemen zijn op en rond het Zwin verlaat de Engelse wolstapel de stad Brugge.

In het Brugse Vrije staan 3500 huizen verlaten.

De pastoor van Sint-Anna-ter-Muiden, Antoon van Halle, bedient ook de parochies van Westkapelle,hoeke, Oostkerke en Koolkerke. Hoj overlijdt in 1595.

De toestand in en rond Aardenburg is in januari 1585 zo erg dat het stadje helemaal verlaten is.

N. de Neage stelt een eerste inventaris van de kerkorgamenten van Dudzele op.

Jan van Peene die de tienden pacht van Sint-Donaas vraagt in1585 om van zijn pacht te worden ontslagen omdatde boeren in Dudzele hun land niet bewerken door de overstromingen en de strooptochten van de garnizoenen van Sluis en Oostende.