Dudzele telt 1585 inwoners.

Door een storm en hoge vloed is de zeedijk van de Commandeurspolder opnieuw doorgebroken.

Het reeds zwaar aangetaste Groot Kasteel van Sluis wordt in 1820 helemaal afgebroken.

Guido Snycker wordt secretaris van Heist.

Heist telt 604 inwoners.

Een verordening van 25 oktober 1821 geeft aan alle gemeenten, die slechts 1 mijl van de kust verwijderd liggen, het bevel om de zeeoever te helpen bewaken. De inwoners van Dudzele moeten zich voor de kustwacht naar Heist begeven.

Joannes van Westerveldt (broer van Carolus van Westerveldt) wordt pastoor van Knokke.

Knokke telt 917 inwoners.

Dudzele bezit in 1823 213 paarden en 102 vooertuigen.

Onderwijzer H. Mestdagh uit Dudzele heeft ca. 100 leerlingen.

De koster Sebastiaan Vervaecke wordt de eerste onderwijzer van Knokke.

Het Gemeentebestuur van Heist beslist om de arme kinderen gratis te laten inenten tegen koepokken.

Op 18 november 1824 vindt een openbare verkoop plaats in het stadhuis van Damme met de verkoop van een groot gedeelte van de loden buizen van de pijplijn die vertrok uit de vijvers van Male.

De gemeenteraad van Dudzele bestaat in 1824 uit: burgemeester T. Vandenbussche, schepenen G. Pypers en Filip Vanzandweghe, leden F. Demaecker,Valentijn Vanaudenaerde, P.Goethals en Pieter Devlaeminck.

Afbraak van het Groot Kasteel van Sluis.

De loting van de dienstplichtigen vindt vanaf nu plaats in Damme i.p.v. te Westkapelle.

Jan Van Houtte wordt veldwachter in Knokke.

Dudzele telt 11 herbergen.

Door een stormvloed op 5 februari overstromen 5 polders in Zuid-Bevland, 9 op Tholen en 5 op Schouwen-Duiveland. In Zeeuws-Vlaanderen lopen Sluis en enkele polders rond Axel onder water.

Franciscus Franckin wordt aangesteld als gemeenteontvanger van Knokke.

Franciscus Franckin wordt aangesteld als secretaris van Westkapelle.

Antoon Franckin wordt de nieuwe secretaris van Heist.

De Gemeenteraad beslist om een deel van het huis van Joseph Mestdag, koster en onderwijzer, aan te kopen als schoollokaal in Westkapelle.

Dudzele telt in 1826 261 huizen, waarvan 70 in het dorp. De notabelen zijn : burgemeester T. Vandenbussche, pstoor Jakob Bollaert, secretaris Pieter Debree, notarissen Hendrik Claerhout en Lodewijk Ketele, heelmeester Karel Ollevier, peerdenmeester Antoon Declercq, veldwachter J. Susier, landmeter Pieter Mabesoone en koster H. Mestdagh.

Carolus Moygnacq wordt pastoor van Knokke.