Op 6 april neemt Lodewijk van Nassau met zijn oorlogsvloot Vlissingen in. Samen met Den Briel vormt de haven van Vlissingen een goede uitvalsbasis voor de Watergeuzen die de Vlaamse kust bestoken.

Begin juni komt de Spanjaard Medina Caeli, de vervanger van de hertog van Alva, met een vloot van meer dan 40 schepen en 2000 soldaten aan boord, naar de Nederlanden. In het Sluise Gat wordt hij opgewacht door 20 schepen uit Vlissingen, o.l.v. Ewout Pieterszoon Worst. De opstandelingen weten een aantal schepen buit te maken, maar Medina Caeli geraakt met zijn schip toch binnen in de haven van Sluis.

Op 14 juni 1572 vertrekt Medina Caeli met zijn troepen van Sluis naar Brugge en van daar uit reisde hij door naar Gent (16 juni). Wanneer hij zich terugtrekt in het kasteel van Middelburg (Vl) om zijn vloot te versterken wordt hij belegerd door opstandelingen uit Vlissingen. Caeli weet echter te ontsnappen en keert terug naar Spanje.

Op 6 april neemt Lodewijk van Nassau met zijn oorlogsvloot Vlissingen in. Samen met Den Briel vormt de haven van Vlissingen een goede uitvalsbasis voor de Watergeuzen die de Vlaamse kust bestoken.

Op de kust van Brugse Vrije is er vanaf juli 1572 geregeld dreiging van Calvinisten die van uit Engeland opereren.

In de kerkrekeningen van Hoeke van 1572-1573 worden de Onze-Lieve-Vrouwgilde en de Sint-Jacobsgilde vermeld. In dat jaar werden in Hoeke 7 meerderjarigen begraven.

Pieter Pourbus tekent een kaart van de wateringen van den Broucke en Moerkerke-zuid-over-de-Leie, waarschijnlijk naar aanleiding van een afwateringsgeschil.

Jean de Croy, gouverneur van Vlaanderen, schrijft op 22 oktober 1572 aan Alva dat de Watergeuzen Vlissingen, Briel en Vere hebben veroverd en dat zij oprukken naar Damme, Sluis, Hulst en Oudenaarde die moeten worden versterkt.

Op 6 april 1572 kiest Vlissingen de zijde van Willem van Oranje. Vanuit de haven vertrekken de watergeuzen op strooptocht.

Geuzen vallen op donderdag 19 juni binnen in Aardenburg waardoor pastoor Vincent de Backere, deken van Aardenburg, naar Middelburg (Vl). Vlucht.

Jean de Croy, gouverneur van Vlaanderen, schrijft op 22 oktober 1572 aan Alva dat de Watergeuzen Vlissingen, Briel en Vere hebben veroverd en dat zij oprukken naar Damme, Sluis, Hulst en Oudenaarde die moeten worden versterkt.

In januari 1572 kregen de kerkbedienaars de raad om binnen de kerken te overnachten. Het was immers bekend dat vele inwoners van het Vrije met de predikers van de nieuwe religie simpatiszeerden.

Omstreeks 20 september 1572 doen de geuzen een poging om in de kuststrook Wenduine-Knokke post te vatten. Ze plunderden de kerken van enkele kustgemeenten. Deze en de volgende invallen worden afgeslagen.

In de kerkrekeningen van Hoeke van 1572-1573 worden de Onze-Lieve-Vrouwgilde en de Sint-Jacobsgilde vermeld. In dat jaar werden in Hoeke 7 meerderjarigen begraven.

In Sluis wordt in 1572 het convent van St. Katherijne geseijt de Maegdalene afgebroken.

Een vloot van 40 schepen en 2000 man o.l.v. admiraal Ewout Pieterz. Wordt komt uit Vlissingen en verspert de ingang van het Zwin voor de vloot van Medina Caeli, de opvolger van Alva die uit Spanje komt. De Vlissingenaren kunnen een drietal schepen enteren.

Op 14 juni 1572 vertrekt Medina uit Sluis naar Brugge.

Wanneer Medina van Gent naar Middelburg (Vl.) terugkeert wordt hij aangevallen door een bende Vlissingenaren. Medina kan zich verschansen in het kasteel. Daarop vetrekken de Vlissingenaren naar Eeklo waar zij een ton geld onderscheppen en de pastoor en vier Spanjaarden ontvoeren die zij meevoeren naar Briele waar zij hen ophangen.

Op 16 juli komen Zeeuwen , die in Aardenburg 23 metalen stukken geschut hadden gestolen, terug aan in Vlissingen.

Een vloot van Alva die oorlogstuig wil brengen naar Middelburg (Zeeland) wordt door Zeeuwen aangevallen in het Kortrak tussen Sluis en Walcheren waar drie schepen worden veroverd. De Spaanse schepen wordt achtervolgd tot in de haven van Rammekens waar de vloot in brand wordt gestoken.

Op 13 of 14 september wordt de Gardiaan van de minderbroeders van Sluis, pater Franciscus Penneman op de terugweg van Gent naar Sluis in Sint-Laureins gevangen genomen door de Wilde Geuzen of Bosgeuzen o.l.v. Andries Bosschaert en daarna vermoord.

Brugge stelt Philippe d'Oignies aan het hoofd van de verdediging van Sluis tegen de oprukkende troepen van Requesens.

Op 1 april 1572 veroveren Watergeuzen o.l.v. Willem de la Marche en Adriaan de Hollain, Den Briel.

Op 14 juni 1572 verrekt Medina Caeli met zijn troepen van Sluis naar Brugge en van daar uit reisde hij door naar Gent (16 juni). Wanneer hij zich terugtrekt in het kasteel van Middelburg (Vl) om zijn vloot te versterken wordt hij belegerd door opstandelingen uit Vlissingen. Caeli weet echter te ontsnappen en keert terug naar Spanje.

In de periode 1572-1574 wort Walcheren bezet door de Calvinisten die daarmee ook de Scheldemonding controleren.