De kerkfabriek van Dudzele koopt 600 bedevaartvaantjes voor de jaarlijkse St.-Lenaartbedevaart

In Sluis bestaat de rederijkerskamer De Distelboom nog.

De kerk van Westkapelle wordt voorlopig hersteld en de Bisschop van Brugge komt het nieuwe hoogaltaar inwijden.

Gouverneur de la Motte van Damme laat in Damme de Rozenkrans instellen.

In een verdrag dd. 30 juni 1618 dat wordt gesloten tussen Filips van Merode, de graaf van Middelburg (Vl) en de Staten-Generaal, worden de rechten vastgelegd over dat deel van de heerlijkheid Middelburg dat nu onder het gezag van de Staatsen is gekomen.

In 1618 vernemen we voor de eerste keer dat het kapttel van Sint-Donaas aangetast werd in zijn recht, om de auditie van de kerkrekening vanDudzele voor te zitten. De aartsdiaken van Brugge, Arnold van Mechelen, neemt het voorzitterschap waar.

De kerkfabriek van Dudzele koopt 1300 bedevaartvaantjes voor de jaarlijkse St.-Lenaartbedevaart van 1618 en 1619.

Westkapelle telt ca. 300 communicanten (ca. 450 inwoners).

Bij de dekenale visitatie van Heist telt de parochie 120 communicanten (ca. 250 inwoners).

Willem Vander Stock, pastoor van Hoeke overlijdt op 19 februari 1619 en wordt op 21 februari begraven door Jan Vande Velde, deken van Sluis en Damme.

Nicolaus Breyde ontvangt op 30 maart 1619 het subdiaconaat en de benoeming als pastoor van Hoeke. Hij is geen priester en de taak wordt waarschijnlijk uitgevoerd door Willem Craene.

Franchoijs Manchent, die pastoor is geweest in o.a. Kaprijke en Dudzele, vlucht naar Aardenburg en trekt dan verder naar Holland.

Deken Vandevelde hout een vizitatie in Dudzele op 5 november 1619.

Bisschop Triest schenkt relieken van de H. Odrada aan de kerk van Dudzele.

De kerk van Hoeke verkrijgt in 1619 een schilderij van weduwe Loverlandt.

De kerk van Hoeke bezit 83 gemeten, 1 mok en 82 roeden.

De Verse Sluis wordt vernieuwd.

Ramskapelle telt ca. 120 communicanten (ca. 180 inwoners).

Het Sint-Donaasfort en het Sint-Jobsfort worden opgeknapt.

Graaf Paul de Fontaine wordt gouverneur van Damme (tot 1632). Hij schenkt het hoogaltaar aan de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Damme.

Drie oude poorters van Damme bevestigen onder eed dat zij de voorbije veertig jaar jaren geen stapel van wijn en haring meer hebben gekend in Damme.a

Na een verzoek van Sint-Donaas publiceerde de Bisschop op 19 mei 1620 een verklaring waarin hij bevestigde dat de kanunniken 'esse veros patrons ecclesiarum de Dudzela, Uutkercke, Horesca, sancti Michaelis, sanctae Crucis, Suunkerkcka, Clemskercka,Sviverzela, Artica, Lopphem, Wara et Riddervoorda'.

De kerkfabriek van Dudzele koopt 650 bedevaartvaantjes voor de jaarlijkse St.-Lenaartbedevaart

Maarten volgt zijn gelijknamige vader op als heer van Dudzele.

Op 29 oktober 1620 wordt predikant Cornelius Truyens toegewezen aan Sint-Anna-ter-Muiden.