Een regiment Hollanders o.l.v. kolonel Torsay vervangt de 5 compagnieën van kolonel de graaf van Grimberghe in Damme op 8 november 1675.

Van 1675 tot 27 april 1676 was don Antonio de Torres gouverneur van Damme.

Op 10 oktober 1675 is er een algemeen alarm in Damme.

Dudzele betaalde aan 'Pieter de Vlyeghere weerdt aende Twee Speyen op de vaertdt naer Plassendaele, ten tyde vanden alarme in februari ende maerte 1674 synde omtrtendt de tneghentich mannen sterck, ende 3 a 4 daghen niet moghende afgaen van haerlieder post'. Van 1 november 1673 tot 18 april 1674 hield men torenwacht. Ook betaalde men in Dudzele voor pionies die in augustus en september naar Oudenaarde trokken.

Chrsitophoor D'Hulst volgt Jacob Croes op als pastoor van Hoeke waar hij tot februari 1676 verblijft.

Op 5 november 1675 wordt de kerk van Sint-Anna-ter-Muiden door en vreselijk onweer getroffen en zwaar beschadigd.

Omwille van zijn vele conflicten met de burgerlijke overheden wordt Jacobus Koelman bij een resolutie van de Staten-Generaal op 18 mei 1675 uit zijn ambt als predikant van Sluis afgezet. Op 17 juni 1675 verlaat hij Sluis.

In 1675 was de markt van Monnikerede reeds omgevormd in een boomgaard.

Jan Baptista Tilli is van februari 1676 tot juni 1677 pastoor van Hoeke.

In Damme komen 7 compagnieën met Italiaanse soldaten van het regiment van kolonel Bustavici.

Sergeant Jan Michiels weigert mee te helpen bij het breken van het ijs in de omgeving van Damme. Hij wordt drie maanden uit zijn ambt ontzet.

Van 20 november 1676 tot aan zijn dood op 1 april 1683 is don Diego de Machuca de Brugas gouverneur van Damme.

In Damme wordenop 24 maart 1676 6 compagnieën gelegerd van het regiement van kolonel Vrijberghe.

Een schuur in Damme wordt op 28 maart 1676 ter beschikking gesteld aan Hollandse soldaten.

Op 10 april 1676 zijn in Damme nog 3 compagnieën van kolonel de graaf van Grimberghe.

Op 26 april 1676 vervangen 7 compagnieën van het regiement vandon Diego de Spinola het regiment Vrijberghe.

Op 9 mei 1676 wordt in Damme een deserteur aangehouden op verdenking van het feit dat hij Damme in brand wou steken en het munitiedepot doen ontploffen.

Op 26 mei 1676 zijn Franse troepen die van Oostende komen op doortocht door Damme. In het noorden hebben die troepen verschillende dorpen in brand gestoken.

Op 1 juni worden een zekere d'Arras en een zekere de Blonde in Brugge ondervraagd, over de sabotagepoging in Damme op 26 mei 1676.

Op 11 juni 1676 komen troepen van kolonel Ernandus en van kolonel graaf van Grimberhge in Damme.

Op 10 augustus komen 5 compagnieën van het regiment van kolnel Markies de Warenuy in Damme.

Op 13 augustus komen 9 compagnieën van kolonel Persay in Damme.

Burgemeesters en schepen van Damme, Hoeke en Monnnikerede beslissen op 12 oktober 1676 dat diegenen van wie paarden of vee wordt gestolen door de Franse troepen, zullen worden vergoed.

Op 7 december 1676 is er een algemeen alarm in Damme.

Op 9 december 1676 is er een algemeen alarm in Damme omdat men vreest dat Teerlynck, gouverneur van Kortrijk en Rijsel en de maarschalk d'Himières met pontons, geschut en 6000 soldaten uit Kortrijk zijn vertrokken om Damme in te nemen.