Datum / Jaartal | Gebeurtenis |
---|---|
1132 | Volgens Sanderus zou Willem van Yperen in 1132 de haven van 'Sluis' hebben versterkt. |
1 oktober 1134 | Als gevolg van de vele stormen worden in de 11de eeuw defensieve dijkjes aangelegd om de gewonnen gronden te beschermen. Geleidelijk worden meer en meer offensieve dijken gebouwd waardoor op grote schaal wordt ingepolderd.
Na de stormvloed van 1 oktober 1134 worden snel een aantal bijkomende dijken gebouwd. Het zuidwesten van Zeeland en het noordwesten van Vlaanderen worden verbrokkeld tot een eilandengroep waarbinnen brede zeearmen ontstaan waaronder waarschijnlijk de Sincfal (latere Zwin). |
1134 | Het gebied ten noorden van Lissewege en ten zuiden van de Evendijk wordt ontwaterd door de Lissewegeree die van noord naar zuid tot Brugge stroomt. |
1 oktober 1134 | Als gevolg van de vele stormen worden in de 11de eeuw defensieve dijkjes aangelegd om de gewonnen gronden te beschermen. Geleidelijk worden meer en meer offensieve dijken gebouwd waardoor op grote schaal wordt ingepolderd.
Na de stormvloed van 1 oktober 1134 worden snel een aantal bijkomende dijken gebouwd. Het zuidwesten van Zeeland en het noordwesten van Vlaanderen worden verbrokkeld tot een eilandengroep waarbinnen brede zeearmen ontstaan waaronder waarschijnlijk de Sincfal (latere Zwin). |
1134-1135 | Zware stormen teisteren de zeeweringen, oa. tussen Uitkerke en de Rugge (Koudekerke). |
1135 | Vredius vermeldt in een tekst 'Knok'. |
1143 | Vlaamse lakenhandelaars worden opgemerkt in de steden bij de monding van de Rhone. |
ca. 1150-1200 | De Oudemaarspolder wordt ingedijkt. Daarna vestigen enkele vissers zich op de polder. |
1150 | Inpoldering van de Baespolder. |
1152 | Herbrand, heer van Lissewege, tekent samen met Rogier van Kortrijk en graaf Diederik van Vlaanderen een verkoopsakte van gronden in Rodenburg (Aardenburg) en van grond van de Sint-Pietersabdij in Affligem. De kopers zijn de broers Boudewijn en Lieven de Prato. |
vr 3 jul 1159 | De bisschop van Doornik laat in Oostkerke de relieken van Sint-Guthago opgraven en in een schrijn plaatsen. |
vr 3 jul 1159 | De bisschop van Doornik laat in Oostkerke de relieken van Sint-Guthago opgraven en in een schrijn plaatsen. |
1159 | Diederik van den Elzas stelt het toltarief van Letterswerve (Damme) vast. |
ca. 1160 | De Duinkerke IIIB-transgressie loopt ten einde, waarna de schorrenbegroeiing buiten de toenmalige zeedijk (cfr. 1110) snel evolueert. Schapenkudden kunnen weer de schorrenweiden afgrazen. |
1160 | Van uit Sint-Donaas heeft de devotie voor St.-Lenaart zich tot de dochterkerk te Dudzele uitgebreid. In die parochie wordt de heilige ca. 1160 reeds druk vereerd. We moeten dan ook aannemen dat St.-Lenaart ten laatsste in de eerste helft van de 12de eeuw een altaar kreeg in de St.-Donaaskerk. De bedevaart naar St.-Lenaart in de St.-Pieterskerk te Dudzele wordt omstreeks 1160 zo belangrijk dat er tussen Sint-Donaas en het kerkbestuur van Dudzele een betwisting ontstaat aangaande de offergaven van de pelgrims. Daar er ook over andere zaken onenigheid bestaat zijn de twee partijen verplicht een scheidingsgerecht te halen. |
1160 | Cobald van Dudzele bezit de heerlijkheid Dudzele in 1160. |
1160 | Na een betwisting met Cobald, heer van Dudzele, over de tienden, bevestigt paus Alexander III op 7 januari 1160 de rechten van de abdij van Corbie in Dudzele. |
1163-1183 | Filips van den Elzas geeft stadsrechten aan de volgende zes vissershavens : Grevelinge, Mardijk, Duinkerke, Nieuwpoort, Damme en Biervliet. |
16 februari 1164 | Grote stormvloed op 16 februari 1164. |
29 september 1165 | Op 29 september 1165 sticht graaf Filips van de Elzas de jaarmarkt van Nieuwpoort. |
na 1165 | De abdij Ter Duinen (Koksijde) ligt aan de basis van vele inpolderingen in Zeeland. Onder impuls van de abdij worden ook verschillende parochies (Krabbendijke, Waarde, Schoudee, Kloosterzande, Hontenisse...)gesticht. Het oudste bezit is het uithof in Bommenee (op Schouwen) (na 1165). |
1167 | Haket, burggraaf van Brugge en afkomstig uit Lissewege, wordt de eerste abt van de abdij van Ter Doest. |
27 februari 1168 | Op 27 februari 1168 laat Graaf Filips van de Elzas zijn rivaal Floris III van Holland na drie jaar gevangenschap vrij. Hij zou duizend Zeeuwen en Friezen naar Vlaanderen zou sturen om te helpen bij de bedijking en de drooglegging. In het verdrag tussen de beide graven is hier echter niets van terug te vinden. |
1168 | Rainerus en Galterus worden vernoemd als pastoors van Lissewege. |
1169 | De parochie Hannekenswerve (op de plaats van het latere Draaibrug), waaruit later Lamminsvliet en Sluis zouden ontstaan, beschikt reeds over een eigen kapel. |