Datum / Jaartal | Gebeurtenis |
---|---|
1249 | De abdij Ter Doest (Lissewege) koopt 10 bunders land bij het hof Pilsbroek voor een som van 20 Vlaamse ponden aan Jan van Leffinge . |
ca. 1250 | De eerste Lombarden doen omstreeks 1250 hun verschijning in Brugge |
1250 | Oudste vermelding van Hoeke |
ca. 1250 | Ca. 1250 krijgt Monnikerede stadsrechten. |
1250 | Kort na 1250 wordt Monnikerede een vrijstad met eigen privileges. |
1250 | Vroegste vermelding van Hoeke |
ca. 1250 | In de noordoosthoek van de parochie Dudzele wordt in de eerste helft van de 13de eeuw een hulpkapel ter ere van de H. Vincentius gebouwd. Het bedoelde deel van Dudzele wordt ca. 1250 afgescheiden en de kapel wordt verheven tot een parochiekerk die in 1260 verschijnt onder de naam Ramskapelle. Voor zover we weten, is er geen enkel dokument bewaard, dat ons meedeelt in welk jaar en onder welke voorwaarden de parochie Ramskapelle werd gesticht. |
ca. 1250 | Ca. 1250 is het schip van de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Lissewege waarschijnlijk klaar en begint men met de bouw van de toren (13 roeden). |
1250 | De lekenbroeder Henricus Conversus (Hendrik de lekenbroeder) leidt het scriptorium van de abdij Ter Doest (Lissewege) waar hij een vierdelige bijbel en andere werken schrijft. |
1251 | Gent wijzigt zijn project om een waterweg te graven naar Aardenburg en besluit de Lieve naar Damme te graven. |
1251 | Afbakening van het rechtsgebied van de schepenbank van Aardenburg. |
1251 | Gent wijzigt zijn project om een waterweg te graven naar Aardenburg en besluit de Lieve naar Damme te graven. |
oktober 1251 | Gravin Margaretha bevestigt in oktober 1251 het recht van Aardenburg op een kanaal dat Aardenburg met Gent zou verbinden. Het kanaal wordt echter nooit gegraven. |
1252-1253 | Vroegste vermelding van Knokke (Cnocke) in een reglement voor de scheepvaart en tolheffing op het Zwin, uitgevaardigd door Margareta van Konstantinopel. |
1252-1253 | Vroegste vermelding van Knokke (Cnocke) in een reglement voor de scheepvaart en tolheffing op het Zwin, uitgevaardigd door Margareta van Konstantinopel. |
1252 | Margareta van Constantinopel regelt de scheepvaart en de tol op het Zwin voor de vijf vissersplaatsen Knokke, Reygaartsvliet, Niewersluis, Cadzand en Coxyde. |
mei 1252 | Gravin Margareta van Constantinopel verleent in mei 1252 aan de Duitse Hanze het fameuze Toltarief van Damme. Het tolreglement vermeldt de toekomstige oprichting van inningskantoren in Damme, Monnikerede, Hoeke, Mude en Sluis. |
ca. 1252 | De vroegst bekende versie van het Scheepsrecht van Damme zou dateren van omstreeks 1252. |
1252 | In 1252 onderhandelen Oosterlingen met gravin Margareta van Constantinopel om zekere privilegies te krijgen. De gravin stelt hen voor om een kolonie te stichten in Damme of om tussen Damme en Mude een nederzetting (Nieuw Damme) te stichten. De Oosterlingen wijzen het voorstel af en kiezen Hoeke als zetel voor hun activiteiten. |
1252 | Margareta van Constantinopel verleent in mei 1252 een gunstig toltarief aan kooplieden die in Damme verblijven (toltarief van Damme). |
1252 | In 1252 wordt een nieuwe 'tolrolle'of tolreglement op het Zwin uitgevaardigd door gravin Margareta van Constantinopel. In deze tolrol worden meer dan 300 verschillende goederen vermeld. Het hoofdkantoor is in Damme gevestigd, maar ook in Monnikrede, Sluis, Hoeke, Mude, Slepeldamme (bij Aardenburg), Waterdune (Cadzand), Coxyde en Oostburg zijn er kantoren. |
1252 | In 1252 is de haringstapel al in Damme gevestigd. |
1252 | In het toltarief van 1252 wordt vermeld dat Damme een wekelijkse markt op dinsdag heeft. Ook is er sprake van de jaarmarkt van Damme die jaarlijks rond Pinksteren in Damme wordt gehouden. |
1252 | Gravin Margareta van Constantinopel weigert om aan de Duitse Hanze de toelating te geven om een eigen kolonie bij Damme op te richten. |
1252 | Gravin Margareta van Constantinopel weigert om aan de Duitse Hanze de toelating te geven om een eigen kolonie bij Damme op te richten. |