HomeTentoonstellingenTentoonstellingen 2004

duindoornDuindoornstruweel is een bijzonder rijk biotoop. Dit is heel erg gevarieerd. Het ontwikkelt zich als overgang naar een echt duinbos nadat het binnenduin volledig werd vastgelegd door vegetatie en alle zandverplaatsing is weggevallen. Tussen de Duindoorn tref je ook heel wat Vlier aan, evenals Slee- en Meidoorn. Duindoorn is een tweehuizige struik. Dat betekent dat er struiken zijn met enkel mannelijke bloemen, stuifmeelleveranciers en andere met enkel vrouwelijke bloemen. Na bestuiving is het op de vrouwelijke struiken dat je de prachtige oranjerode bessen aantreft. Deze bessen zijn in de winter, vooral bij vorstweer, een rijk gedekte tafel voor vele duizenden bessenetende vogelsoorten. Dan zie je in dergelijk biotoop soms grote groepen Kramsvogels, Koperwieken, Spreeuwen e.v.a.

Doch ook in de broedperiode is dat een eldorado voor vele tientallen zangvogeltjes. In geen enkel ander biotoop tref je zoveel Nachtegalen aan als hier. Doch ook Kneutjes, de vier grasmussoorten, Fitissen en nog veel meer vinden hier een erg geschikt broedgebied. De ganse winter en dat vér tot in het voorjaar tref je op duindoornstruiken spinnenwebachtige weefsels aan.

In mei zie je daar dan tientallen rupsen uitkruipen. Dat zijn de rupsen van de Bastaardsatijnvlinder. Precies deze vlindersoort zorgt voor een natuurlijk evenwicht zonder de minste ingreep van de mens. Bij een sterke toename van de Duindoorn is er een rijk voedselaanbod voor deze rups. Zo komt er behoorlijke toename van de vlindersoort tot stand.

Zo komt er een onevenwicht met als gevolg de afname van het voedselaanbod. Te weinig voedsel betekent een afname van de vlinder. Zo kan de plant zich opnieuw herstellen.

zeedistelDe Blauwe Zeedistel is een echt sieraad van kalkrijke duingebieden. Helaas is hij zeer zeldzaam geworden. Het is zo'n mooie plant dat heel wat mensen in het verleden getracht hebben hem over te planten naar hun privé-tuintjes. Meestal gedijt deze forse plant niet in een kalkarm milieu en sterft dan meteen al snel af. Deze plant is in feite geen echte distel want dat zijn Composieten. Deze behoort tot de familie van de Schermbloemigen. Deze zeedistel is een middelhoge stevige blauwgroene overblijvende plant. Ze groeit in pollen. De onderste bladeren zijn leerachtig blauwgrijs.

De rand van deze bladeren is erg stekelig en a.h.w. gegolfd. De nerven ervan zijn witgrijs. De schitterende bloemhoofden zijn blauwachtig grijs. De bloeiwijze is duidelijk schermachtig.

Deze plant vind je hoofdzakelijk in kalkrijke duinen. Vaak ook a.h.w. kolonievormend. Vooral bij de kusten van Noord-Frankrijk vind je nog steeds zeer veel zeedistels. Langs onze kust werd hij op veel plaatsen uitgeroeid.

Door zijn nu beschermde status tref je echter steeds meer Blauwe zeedistels aan  in onze duingebieden die nu ook meestal duinreservaten zijn. (GB)

Terug