Spel en speelgoed zijn iets van alle tijden. Spelen reikt de mens een manier aan om dingen te leren, om zich af te reageren en te ontspannen. Speelgoed is dan wel een handig hulpmiddel bij het spel, het is niet absoluut noodzakelijk om te kunnen spelen! In 2002 begon het Speelgoedmuseum aan een uitgebreid onderzoek op lange termijn naar het spelgedrag van kinderen in Vlaanderen, doorheen de hele 20e eeuw en het begin van de 21e eeuw. Zowel spelonderzoekers uit verschillende wetenschappelijke disciplines, als beleidsmakers en de speelgoedindustrie stelden een hele resem vragen. Maar de hoofdvraag was in feite: ‘In hoeverre spelen kinderen nog de dag van vandaag, en hoe was het vroeger?’. De verwerking van de verkregen antwoorden resulteerde in een lijvig rapport met als titel: ‘Wetenschappelijk onderzoek naar het spelgedrag van kinderen en jongeren vroeger en nu’. De tentoonstelling maakt de resultaten van het onderzoek kenbaar op een ludieke manier. De leefwereld van het kind werd doelbewust als inspiratiebron gekozen. Zo kan iedereen zich weer heel even kind voelen en terugblikken op de eigen kinderjaren. We brengen herinneringen en (straffe) verhalen uit onze kindertijd weer onder de aandacht en we gaan actief op zoek naar het collectieve spel- en speelgoedgeheugen. Alleen zo krijgt ook nostalgie een kans en blijft er ruimte om te vertellen, te luisteren én te verzamelen. Elk stukje speelgoed vertelt ook over het materiële erfgoed dat er onlosmakelijk aan verbonden is (technische ontwikkelingen, materiaalgebruik, enz.). Tegelijkertijd is speelgoed ook een drager van immaterieel erfgoed. De verhalen over hoe en wanneer iemand (met zijn speelgoed) speelde geven informatie over verschillende generaties, sociale achtergronden en veranderende opvattingen van kinderen én ouders. Kortom, we komen zo heel veel te weten over de cultuur en de maatschappij van vroeger en nu. Speelgoed is bijgevolg niet alleen een volwaardige erfgoeddrager, het kan terecht beschouwd worden als een ‘spiegel van de maatschappij’. |