HomeTentoonstellingenTentoonstellingen 2007Carnaval : Een begrip in Heist / 2007

De Oosterlingen - kooplieden uit Hanzesteden zoals Hamburg, Lübeck en Bremen - willen in de buurt van Damme een kolonie stichten maar krijgen daarvoor geen toestemming van Johanna van Constantinopel. De Duitse handelaars laten hun oog vallen op de hoek Bloedlozendijk/Evendijk (nu Krinkeldijk), beide aangelegd in de 11de eeuw. Halfweg tussen Mude en Monnikerede ontstaat Hoeke, voor het eerst in 1252 vernoemd als gehucht van Oostkerke, zonder eigen parochiekerk.

Hoeke verkrijgt stadrechten vóór 1274. Het is de plaats voor het verhandelen van kalizout uit de grotten van Noordoost-Europa. In de haven gebeurt de overslag van stokvis, graan en zout. Ook katoen, stoffen, specerijen en fruit (tijdens de zomer) gaan van hand tot hand. Eén keer per jaar is er jaarmarkt. Hoeke bezit de houtstapel. Het is de scheepsherstelplaats van de Zwinstreek. In de havenstad wordt ook materiaal voor de scheepsbouw verhandeld, zoals masten, zeilen, pek, teer en koorden.

hoeke_oud_uitgesneden_web hoeke_nieuw_uitgesneden_web

 

Hoeke tijdens de bloei van de haven (tekening, links) en de situatie nu (topografische kaart, rechts)

 

 

Hoeke heeft geen kaaimuren, maar er zijn wel houten staketsels of aanlegsteigers waar bij hoog water opgevaren zeeschepen aanmeren en bij laag water beschutting vinden. In scheepvaartverordeningen, uitgevaardigd door gravin Margaretha van Constantinopel en haar zoon Gwijde van Dampierre, staat Hoeke vermeld als veilige schuilhaven tijdens de wintertijd.

hoeke_winter1993-1994_web_kleinDe periode van verval kondigt zich aan in het begin van de 15de eeuw met de Elisabethvloed (1404). Een jaar later vallen de Engelsen binnen. In 1485 en 1528 teistert een grote brand de haven. Met de verzanding van het Zwin wordt Hoeke een landbouwdorpje. Tijdens de 16de en 17de eeuw is het een verwoeste en verlaten stad. In 1795 wordt Hoeke onder Frans bewind opnieuw een zelfstandige gemeente. Dat blijft zo tot het in 1970 wordt samengevoegd met Lapscheure en Moerkerke. Bij de fusies van 1977 wordt het een deelgemeente van Damme.

Foto links: Een hoge waterstand tijdens de winter 1993-1994 geeft aan waar het Zwin in de middeleeuwse bloeiperiode liep

Tentoongestelde voorwerpen

Aardewerk dameshoofdje in Scarborough ware
hoeke_saintonge_web_kleinEnkele jaren geleden kwam in Hoeke in de opvulling van een gracht een bijzondere toevalsvondst aan het licht. Het gaat om een vrouwenhoofdje in gebakken aardewerk. Mogelijk is het fragment afkomstig van een middeleeuwse nokbekroning, met andere woorden een beeld dat boven op een dak stond. Zowel haardracht als hoofddeksel verwijzen naar een adellijke figuur. Het vrouwenhoofdje is afkomstig uit Scarborough aan de Engelse oostkust en dateert uit de tweede helft 13 de –eerste kwart 14 de eeuw. De vondst van Engelse importwaar in Hoeke is niet uitzonderlijk. Gedurende de laatste jaren kwamen in de Zwinhavens tal van Engelse importen aan het licht.
Privé-collectie Jan Tilleman

IJkgewichten en weegstenen
De opkomst van de handel gaat gepaard met het gebruik van gewichten. In Hoeke werd een bekapt fragment Doornikse kalksteen gevonden, dat door de Hanzeaten als weegsteen gebruikt werd. Het stuk weegt 50 Duitse pond. 1 Duitse pond is zwaarder dan de Vlaamse pond en komt overeen met 500 gram . De weegsteen werd samen met vele keien gevonden op een diepte van 28 tot 45 cm in de verharding van een gedeelte van de oude “Hoogstraete” (zie foto) dat omgeploegd werd en in akkerland omgezet werd.

Een ander gewicht bestaat uit een platte ronde schijf uit lood. Aangestelde ijkers controleerden de in de handel gebruikte gewichten, zodat bij de eerste ijking het merk van de ijker en het stadswapen werden ingeslagen. Het gewicht dat in Hoeke werd gevonden, draagt het stadswapen van Brugge.

Weegsteen 50 Duitse pond
IJkgewichtje met stadswapen van Brugge
Drie ijkgewichtjes, onbekende oorsprong
Privé-collectie Jan Tilleman