Met de trein tot aan zee
33 jaar na de komst van de eerste stoomtrein in 1835 verkreeg de groeiende badplaats Heist via Brugge en Blankenberge een spoorwegverbinding met het binnenland. België legde als jonge natie het eerste spoorwegnet op het Europese continent aan. Na drie jaar kibbelen kreeg Brugge in 1838 in het westen van het land aansluiting met het spoorwegnet. Nog datzelfde jaar deed de trein voor het eerst de badstad Oostende aan. In 1863 was Blankenberge aan de beurt.
Aannemer Dyson kreeg in 1866 ook de verlenging van de lijn tot in Heist toegewezen. Het publiek kon vanaf 22 juli 1868 tot in Heist sporen. Op zondag 28 juli werden in Brugge meteen meer dan 5.000 biljetten verkocht met bestemming Blankenberge of Heist. De werkende klasse had plots de mogelijkheid een plezierreisje naar zee te maken. Maar ook arbeiders en materiaal nodig om de beide badplaatsen op te bouwen, geraakten makkelijker met de trein ter plaatse.
In 1895 werd beslist om een haven te bouwen tussen Blankenberge en Heist: ‘Zee-Brugge’ was geboren. Grootse plannen werden gesmeed. In 1902 startten de voorbereidende werken voor een rechtstreekse lijn Brugge-Zeebrugge. Vanaf 1906 reden er passagierstreinen. Op 1 oktober 1908 volgden belangrijke wijzigingen in het spoorwegverkeer naar de Oostkust. De secties tussen de stations van Blankenberge en Zeebrugge werden afgeschaft. Blankenberge fungeerde voortaan als eindstation.
Een nieuwe lijn van Brugge naar Heist, via Zeebrugge, zag het licht. Heist kreeg als eindpunt een groter stationsgebouw, een ‘barakkenstatie’, niet echt een badplaats waardig. Er was toen al sprake om de lijn te verlengen tot Knokke, maar ondanks aandringen bij de regering werden die wensen pas in 1920 vervuld.
Zeebrugge
Zee-Brugge-West was het eerste gebouw in hout dat fungeerde als station op de lijn Brugge-Zeebrugge, die in dienst werd genomen op 1 mei 1906. Het station bevond zich op de plaats van het huidige rangeerstation aan de Baron de Maerelaan. Datzelfde jaar volgde ook nog het doortrekken van de rails naar de havendam. De minister van Spoorwegen sloot op 30 april 1906 een contract af met de Lancashire en Yorkshire Railway uit Manchester (Engeland). Bij wijze van proef werd vanaf 1 juni een wekelijkse dienst voor reizigers ingericht tussen Hull en Brussel, langs de nieuwe lijn Brugge- Zeebrugge. Op zondag 3 juni kwam de eerste boot, de ‘Duke of Clearance’ aan vanuit Engeland. ‘Den uulboat’ zoals de mensen uit de streek de stoomboot van 95 meter lang noemde, kwam op zondag en donderdag ’s morgens aan in Zeebrugge om er ’s avonds weer te vertrekken. Het was de voorloper van de huidige North Sea Ferries.
Op 18 juni 1906 schreef de Gazette van Brugge: ‘Te Zee-Brugge heeft men: de bestaande statie; dan de nieuwe: Zee-Brugge West; de zeestatie op het havenhoofd, die schier opgedaan is, zeer gerievig en groot is en reeds uitgebaat wordt. De nieuwe spoorweglijn, rechtstreek naar Zee-Brugge, is reeds in gebruik tot aan Dudzele, waar zij aansluit met de oude spoorweglijn. Nieuwe halten zijn gemaakt in Dudzele en te Lisseweghe.’ Lissewege kreeg naast een nieuw station ook een weegbrug en los- en laadkade. De stopplaats in Dudzele lag aan de kruising met de weg naar Dudzele.
Heist-Sluizen
Ingenieurs moesten op de brug die over de afwateringskanalen (Schipdonk- en Leopoldkanaal) liep op zoek naar een oplossing om er én treinen én trams te laten rijden zonder een tweede brug te moeten bouwen. Zowel de spoorwegen als de buurtspoorwegen gebruikten vanaf 1911 dezelfde brug. De breedte van de sporen was niet dezelfde. Voor treinen was de spoorbreedte 1,435 meter, voor trams 1,000 meter. Er kwam een verstrengeld spoor: tram- en treinsporen lagen naast elkaar op dezelfde dwarsligger. Een veiligheidssysteem met seinen belette dat tram en trein elkaar op de brug ontmoetten.
Bijgevoegd plan werd opgemaakt op 16 mei 1911 door de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen voor de tramlijn Oostende-Blankenberge-Heist. – Verzameling Provinciaal Archief West-Vlaanderen.
Op 22 juli 1868 werd het baanvak Blankenberge-Heist ingehuldigd. Ei zo na konden die feesten niet doorgaan want twee dagen eerder stortte ’s morgens om 9 uur in de buurt van de sluizen van Heist een nieuw gebouwde steunmuur in. Het gemeentebestuur van Heist verwelkomde in hun nieuw groeiende badplaats ondermeer de Gouverneur van de Provincie en het bestuur van de spoorwegmaatschappij.
De gemeentesecretaris sprak de genodigden toe en bedankte iedereen voor de voordelen die de trein voor Heist bracht. De provinciegouverneur beantwoordde die toespraak en verzekerde dat zowel de nationale, als de provinciale overheid zich inzette voor de welvaart van Oostende, Blankenberge en Heist. De heer Delwart van de Spoorwegmaatschappij Brugge-Blankenberge had het in zijn redevoering op het belang die de spoorweg had in “het drijtal zustersteden der Vlaamsche badplaetsen”. Het was duidelijk dat de spoorweg ervoor zorgde dat meer mensen naar de kust konden. De genodigden wandelden na de toespraken langs het strand en tijdens een aansluitend banket volgden de heildronken op de toekomst en voorspoed voor Blankenberge en Heist zich snel op.