HomeZoeken in databanken

omd_2010_heist-wandeling

Praktische informatie

Plaats: Vissershuldeplein, Heist

Vertrek: 10, 11, 13, 14, 15 en 16u

Verhaal: Een natuur- en cultuurhistorische wandeling aan de rand van de oude vissersplaats Heist: we mijmeren over het (vroegere) noeste leven van de vissers, stappen op de grens van water en strand, ontdekken vuurtorens zonder vuur, grasduinen in natuurgebieden... Afstand ongeveer 4 km. De wandeling duurt ongeveer 1,5 uur.

logo-natuurpunt-smallIn Samenwerking met Natuurpunt Knokke-Heist.

Over zee en vuurtoren - Enkele locaties

Heist heeft als (oude) vissersgemeente een band met water: de zee die geeft en de zee die neemt. Het licht van de vuurtorens, gedoofd in 1983, zorgde bij nacht en ontij voor een veilige binnenvaart. Ze staan er nu werkloos bij. In de lucht zweven tientallen vogels achter de vissersvaartuigen aan. Steeds minder, want het aantal vissersvaartuigen blijft schrikbarend afnemen. De duinen gaven mens en dier beschutting tegen mogelijke overstromingen en stormen vanuit zee. De Zeedijk heeft, met vanaf het begin flanerende toeristen, deze taak overgenomen.

Zeedijk

Omstreeks het tweede kwart van de 19de eeuw komen de eerste bezoekers naar Heist. Ze genieten er van de duinen, het strand en de zee en verblijven in de dorpskom bij herbergiers of particulieren. Een aanpassing van de infrastructuur om de badgasten beter te ontvangen, komt er vanaf 1850. Aan de kustlijn staat enkel de nieuw opgetrokken vuurtoren, ter hoogte van de huidige Vuurtorenstraat. In 1852 legt de overheid aan de oostkant van het Leopoldkanaal (1843-1847) een muur van arduinblokken als zeewering aan, met in 1855 een verlenging van de stenen zeewering van 250 meter in oostelijke richting. Nog voor de eeuwwisseling ontstaat rond de monding van de Leopoldvaart een kleine badplaats Het Sas van Heist.

In 1857 zijn er aanwijzingen van toeristische activiteiten: een politiereglement op het baden, diligences rijden vanuit Brugge naar de kust, de eerste badkarren verschijnen in de Vierhoek op het strand recht voor het Noorddorp. Het bestuur van de Domeinen (Belgische Staat) verkavelt in 1860 de duinen ten noorden van de dorpskom, die in het oosten grenzen aan de eigendom van Serweytens (grens aangeduid met een dijkje aan de oostzijde van het huidige Heldenplein). Voor het Pavillon du Phare doet een houten plankenvloer dienst als wandeldijk. Vanaf 1865 worden in navolging van Oostende en Blankenberge nieuwe aanpassingswerken uitgevoerd met de aanleg van een nieuwe stenen zeedijk en een treinstation. In de eerstvolgende jaren krijgen de aanpalende straten kasseien en voetpaden. Deze eerste stenen zeedijk vanaf de duinengronden van Serweytens tot aan de vuurtoren (huidige Vuurtorenstraat) bestaat uit een bakstenen bovenbekleding met daarop Doornikse breuksteen

Tussen 1870 en 1874 wordt westwaarts uitgebreid. Het gebied tussen Hotel du Phare en het Kursaal langs dit eerste gedeelte van de zeedijk wordt stilaan volgebouwd. In 1869 bouwen arbeiders het Grand Hotel de la Plage op de plaats van een paviljoen even ten oosten van het Noorddorp. Het gebied tussen Hotel du Phare en Hotel de la Plage wordt de officiële badplaats van Heist. De vuurtoren wordt in 1872 gesloopt en in 1907 vervangen door een vuurbaken helemaal op het westelijke uiteinde van de Zeedijk.

Omstreeks 1900 bestaat de zeedijk van Heist uit een voetpad, een rijweg belegd met keien en een promenade van elf meter belegd met keramiektegels. De bebouwing bestaat uit een aaneengesloten rij villa's en hotels in een mengeling van neostijlen en eclecticisme. Veel villa's hebben een open terras op de hoge bel-etage, versierd met figuratief faiencewerk en grillig versierde balkons. In de Eerste Wereldoorlog loopt de Zeedijk grote schade op. De gebouwen worden hersteld of vervangen door nieuwe gebouwen, in art deco of modernisme. Om te beantwoorden aan het toenemende toerisme gaan veel hotels over tot uitbreiding. In de jaren 1950 wordt vaker voor vervanging dan voor herstel gekozen, wat leidt tot de aanzet van de aaneengesloten rij appartementsgebouwen, die in de decennia daarna steeds verder uitbreidt. In 1977 worden twee tunnels van de Zeedijk onder de Elizabetlaan getrokken, ter hoogte van het Vissershuldeplein en de Parkstraat. De skyline van de appartementsgebouwen wordt steeds hoger. De limiet is nu vastgelegd op negen bouwlagen.

 

Vissersmonument

Aan het Vissershuldeplein staat sinds 1964 het beeld van een visser en zijn vrouw met kind in de arm met hun rug naar de zee gekeerd. Jaarlijks is er op de zondag van Carnaval, na de eucharistieviering in de Sint-Antoniuskerk, een bloemenhulde aan dit Vissersmonument. Wie hulde brengt staat meteen ook in oog met de vissersfamilie en de zee. Beeldhouwer en ontwerper van medailles André Taeckens (1906-1962) inspireerde zich voor de realisatie op het ontwerp van de Heistse beeldende kunstenaar Henri De Jaeger (1912 - 1984), een gewaardeerd kunstschilder, beeldhouwer en voorzitter van de lokale kunstkring "Horizon". Tijdens de zomermaanden hield hij in de Parkstraat te Heist een kunstgalerij open.
 

Casino Kursaal

casino-kursaal-heist Het Heldenplein krijgt zijn naam naar aanleiding van het oorlogsmonument (uit natuurstenen) voor de militaire en burgerlijke slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog, geplaatst in 1921. Uitvoerder is Hippolyte Le Roy (1857-1943) die in 1920 een uitgeschreven wedstrijd wint. Na de Tweede Wereldoorlog komt er een gedenksteen voor de anonieme slachtoffers van het concentratiekamp in Dachau bij. Tussen 1875 en 1880 wordt het Kursaal gebouwd, dat in 1898 wordt verenigd met het Grand Hotel du Kursaal ontworpen door architect A. Raoux (Oostende) en hernoemd tot het Kursaal Palace Hotel. In 1922 koopt de gemeente het monumentale pand, die het inricht als gemeentehuis. De diensten zijn er gevestigd tot 1932. De gemeente verkoopt het Kursaal opnieuw. Het complex brandt uit in de Tweede Wereldoorlog. Na het puinruimen komt op die plaats de "Put", gebruikt als podium voor
 

Visserskapel

opschrift-cornelius bassensplein
Aan het Cornelius Bassensplein staat de neogotische Visserskapel van 1892, ter vervanging van een kapel van 1854 in de buurt van de Vuurtorenstraat. Bij herstellingen in 1927-1928 wordt de kapel uitbreiding met een klein achtergelegen kapelletje met beeld van de Heilige Theresia. Toen wordt ook een omheining aangebracht, die nu verdwenen is. Het gedenkteken in het kleine niskapelletje heeft het opschrift:
"Hier is 't - ’t Visscherskapelletje - Opgericht in de duinen door E.H. Nounckele Pastor en C. Bassens Reeder Anno 1892 - Hersteld en Verfraaid annis 1927-1928"

In het kapelletje is bidruimte en koor met neogotisch altaar toegewijd aan Onze Lieve Vrouw, Ster der Zee. Boven het altaar en aan de andere binnenmuren hangen ex-voto’s - boten, reddingsboeien, foto's van vissers die omkwamen op zee - getuigend van een levendige devotie.
 

Vuurtorens

vuurtoren-heist De oudste vermelding van de "vierboete" of vuurtoren dateert uit de rekening van de Watering Eiesluis (1364-1365). De heer van Dudzele verhuurde deze "vierboete" aan de gildebroeders van "Onze Vrouwe tot Heyst", de Heistse zeevissers, die zich al vroeg onder de bescherming van O.L.Vrouw, Ster der Zee, gesteld hadden. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) wordt de toren verwoest. Rond 1850 verrijst, nagenoeg op dezelfde plaats, een nieuwe vuurtoren, maar die wordt in 1872 weer afgebroken. In 1907 verschijnt een nieuwe ranke toren in het kader van de afwerking van de haven van Zeebrugge wat een nieuwe bebakening van de havengeul vereiste. De grote vuurtoren of "Hoog (geleide)licht” is het eerste gebouw aan de Belgische kust, opgetrokken in gewapend beton, en is een ontwerp van de gebroeders Grendel, beide Gentse ingenieurs. De vuurtoren blijft gespaard toen in 1918 de voornaamste haveninstallaties van Zeebrugge worden opgeblazen door de terugtrekkende Duitsers. De lichten van de vuurtoren worden in 1983 definitief gedoofd. Vind hier een brochure van de Vlaamse overheid naar aanleiding van 100 jaar Hoog Licht (1907-2007).
 

Baai van Heist

baai-van-heist

De Baai van Heist is voortdurend onderhevig aan invloeden van wind en zee. Van oost tot west strekte zich een strandwal uit in de baai. Tussen 1998 en 2001 neemt die strandwal serieus in hoogte toe. Bij springvloed stroomt de zee regelmatig achter deze zandrug in en uit. Deze langgerekte langsgeul of ‘zwin’ is rijk aan slib. Zoutminnende schorplanten zoals klein schorrekruid, kort- en langarige zeekraal, gewoon kweldergras en Engels slijkgras vinden al snel hun weg naar het zwin. In de herfst van 2001 doen stormvloeden een nieuwe dwarsgeul of ‘mui’ ontstaan. Een belangrijk deel van het schor wordt weggeschuurd en herleid tot een kaal nat strand.

 

De Sashul en Vuurtorenweiden

de-sashul-te-heist

De laaggelegen zompige Vuurtorenweiden gelegen rondom de oude vuurtoren, tekenen zich scherp af tegen het hoger gelegen terrein van De Sashul. Het ‘Barnse Vaartje’, een afwateringskanaal, vloeit minzaam tussen beide in. De Vuurtorenweiden zijn bezaaid met plassen en greppels. Dit typische patroon ontstaat door een opeenvolging van veenvorming, afzetting van slib na zeedoorbraken, geleidelijke inpoldering en turfontginning. Restanten van de Evendijk doorkruisen de lage weiden. Eind jaren 1970 worden de weiden tussen de Heistlaan en ’t Sas van Heist over ruim twee derden van hun oppervlakte opgehoogd met strand- en zeezand. Slechts een 14 ha groot gedeelte van dit meer dan vijf meter opgespoten terrein krijgt de bestemming natuurgebied’ Dit gebied krijgt de naam De Sashul. Hierin slaat Sas op ’t Sas van Heist terwijl hul staat voor heuvel’

Bronnen

Coornaert M., Heist en de eiesluis, Tielt, 1976, boekdeel II
Internet: inventaris.vioe.be en www.natuurenbos.be

Meer lezen

Brochure Lichtelijn
Brochure Hoog Licht