Een reuzenverhaal
Hoewel we ze al enige tijd niet meer buiten gezien hebben, is het wel degelijk zo dat Heist nog steeds zijn twee reuzen heeft: Pier en Wanne.
We maken ons wel wat ongerust over hun gezondheid en daarom gingen we ons wat verdiepen in de oorsprong van de reuzen in het algemeen en van die van Pier en Wanne in het bijzonder.
Het ontstaan van reuzen
De populairste reuzen die we kennen zijn wellicht Goliath die in het Oude Testament de strijd aanging tegen David en ook de sprookjesfiguur Gulliver.
Als goede reuzen kennen we natuurlijk ook Sint-Kristoffel die het kindje Jezus over het water droeg (beschermheilige van de reizigers) en de Bijbelse figuur Samson die de tempel van de Filistijnen deed instorten.
Een eerste historische verklaring van of ontmoeting met reuzen is de verwijzing naar buitenaardse wezens die de góden op aarde evenaren. Letterlijk en figuurlijk wezens om naar op te kijken.
Een tweede benadering stelt dat we reuzen moeten situeren in de periode van de dinosaurussen en andere reusachtige dieren (ongeveer 135 miljoen jaar geleden...) .
In die tijd zouden we niet alleen reuzenplanten en reuzenreptielen hebben, maar ook reusachtige menselijke wezens. Die zouden verdwenen zijn door een gigantische planetenbotsing waardoor de aarde plots anders ging draaien met zondvloeden en natuurrampen tot gevolg en uiteraard ook een ingrijpende klimaatsverandering.
In de Griekse mythologie vinden we verhalen over Cyclopen,
Giganten en Titanen. In de Slavische legenden heeft men het over "bagaterey" of reuzen en de Inca's spreken over de "Zonen van de Zon".
In het volksgeloof en de volksliteratuur maar ook in de wereldliteratuur (godsdienstig en profaan) komen er ook reuzen voor.
De reus wordt vaak voorgesteld als een draak en is het symbool van het kwaad.
In het Oosten daarentegen is de reus een meer positieve verschijning en wordt die geassocieerd met het goede, de kracht en de bescherming.
Bron: Reuzen in Vlaanderen - Renaat Van Der Linden. Uitgegeven bij het Vlaams Boekenfonds nv te Aartselaar - 1985
De reuzen uit de volksverhalen staan dicht bij het leven en zijn zeer herkenbaar en hebben een plaatsje in onze geschiedenis.
Bij ons in Vlaanderen vinden we de oudste verwijzingen naar reuzen in de vijftiende en de zestiende eeuw (o.a. de reus Goliath in de H. Bloedprocessie van Brugge in 1545).
- Onder de oudste rekenen we:
- Sint-Kristoffel uit Antwerpen (1398)
- Ros Beiaard van Lier (1417)
- Ros Beiaard van Mechelen (1415)
- Ros Beiaard van Oudenaarde (1433)
- De draak van Aalst (1417)
- De draak van Geraardsbergen (1431)
- De draak en Sint Jan van Geraardsbergen (1431)
- De reus van Diksmuide (1405)
In onze contreien vinden we reuzen terug in ommegangen, stoeten en processies.
De reus is vaak ook het symbool van feestgenot en zo kennen we ook het reuzenlied (dat we wellicht nog op school hebben gezongen)
Al die daar zeidt
De reus die komt, de reus die komt
Zij liegen erom
Kere weer om, reuske, reuske, kere weer om reuzegom
Sa moeder zet
de pot op 't vier, de pot op ’t vier
De reus is hier
Kere weer om, reuske, reuske, kere weer om reuzegom
Sa moeder snijdt
Een boterham, een boterham
De reus is gram
Kere weer om, reuske, reuske, kere weer om reuzegom
Sa moeder, tap
Van 't beste bier, van 't beste bier
De reus is gier
Kere weer om reuske, reuske, kere weer om reuzegom
Sa moeder stopt
Nu maar het vat, nu maar het vat
De reus is zat
Kere weer om reuske, reuske, kere weer om reuzegom
Wat of wie inspireerde de reuzenmakers ?
- De klassieke oudheid met figuren als Hercules, Pallas Athena, de Griekse godin Gemelea, de god van feest en wijn Bacchus, Julius Caesar, Brutus, de oorlogsgod Mars...
- De godsdienst met de populaire figuren David en Goliath maar ook Sint Joris met de draak, Sint Kristoffel, Samson, de Duvel, Johannes de Doper...
- Ambachten en beroepen. Volgens de streek hebben we vissers zoals ons koppel Pier en Wanne, de kogelrapers, de smid, de lancier, de palingboer, Mie en Pie Witlof, Mie Katoen, Jan Soldaat, de vlaskweker, de mandenvlechter, de kaartridder, de ketellapper, de diersnijder, de leurder, de molenaar, de zeerover, de duivenmelker.
- Jubilea zoals het honderdjarig bestaan of het duizendjarig bestaan van iets. Ook honderdjarigen in het dorp of verenigingen of organisaties die een afgerond aantal jaren bestaan.
- Dieren en dan in het begin vooral het ros Beiaard. Maar ook draken, eenhoorns, walvissen, arenden, zeepaarden... In deze reeks situeren zich ook de dierenriemen. Een reeks mensen onder één zeil of doek die één bepaald dier uitbeelden (cfr de Chinese leeuwen) en door hun grootte en beweeglijkheid natuurlijk grote indruk maken.
Hoe maakte men de reuzen ?
Vroeger werd het onderstel of geraamte gemaakt door mandenmakers die rond een houten geraamde twijgen vlochten en dat meestal in drie verdiepingen:
- Een onderstel met kijkgat voor de dragers
- Een bovenbouw dat op het onderstel getild werd en verankerd
- Het hoofd
Dit hoofd werd heel vroeger gemaakt uit gebakken aarde wat dan kunstvol beschilderd werd (omwille van het gewicht natuurlijk hol van binnen).
Later maakte men dit van geweekt papier dat gemengd met lijm tot een soort kneedbare pap werd (papier maché) met als eindafwerking natuurlijk ook de beschildering.
Tegenwoordig wordt ook kunststof gebruikt (minder zwaar).
Het houten onderstel wordt bij de nieuwe reuzen (ook Pier en Wanne van Heist) vervangen door een onderstel in licht metaal. Het vlechtwerk wordt vervangen door een soort kippengaas.
Daar waar de reuzen vroeger altijd werden gedragen voorziet men nu onderaan het onderstel wieltjes zodat de "dragers" de reuzen gewoon moeten voort duwen.
Hercules Leuven 1594
PIER EN WANNE
Over onze eigen reuzen is eigenlijk niet zoveel geweten.
Wel weten we dat in 1938 Pier als eerste het levenslicht zag. Dit naar aanleiding van de organisatie van de eerste "Vissersfeesten" wat meteen ook de aanleiding was om de folkloregroep De Heistsche Klakkertjes (toen nog niet koninklijk) op te richten.
Het was dan ook vanzelfsprekend dat Pier dezelfde kledij kreeg als de mannelijke leden van de folkloregroep: een baardige kop met daarop een zuidwester en verder een rode schabbe en een blauwe rok (een broek was te moeilijk...) .
Korte tijd nadien kreeg Pier gezelschap van zijn vissersvrouw Wanne.
De namen zijn nogal evident want Johanna (in de volksmond Wanne) en Petrus of Pieter (in de volksmond Pier) waren zeer gebruikelijke namen in die tijd.
Pier ter hoogte van "Ludders" 1938 (G. Devent)
De reuzen hadden als opdracht aanwezig te zijn op allerhande feesten en plechtigheden. De grote mensen keken er naar op en de kinderen waren eerder bevreesd. Het was al een grote overwinning op zich om de reuzen een handje (zeg maar hand) te durven geven. Foto' s maken was niet zo eenvoudig omdat de mensen zo klein en de reuzen zo groot zijn, maar toch prijkt in menig fotoalbum een leuk zicht met Pier en Wanne.
WANNE (Foto studio Frank Knokke)
Met carnaval en in de processie waren ze steeds present.
Foto Maelstaf 1947 met o.a. Marie-Therese Depaepe, José Boereboom en Robert Dewispelaere. Graaf d'Ursellaan(foto Walter Dobbelaere)
En met de invoering van de folkloremarkt kwamen ze elke donderdag in de zomer buiten om de wacht te houden op het klein marktje (nu De Bolle) naast het Hooghuysorgel. Daar zorgde Maurits Dekeyser wel voor. Het was een prachtig zicht om die reuzen te zien naast het orgel omringd door de visbakkers en de Klakkertjes.
Toen was de folkloremarkt die naam nog echt waardig.
Foto toerisme Pier op de folkloremarkt
Pier en Wanne verkeren in goede gezondheid.
Omdat we de reuzen in Heist al een hele tijd niet meer gezien hadden, drukten heel wat Heistenaars (en toeristen) hun ongerustheid uit over de "gezondheidstoestand" van onze reuzen.
Heyst Leeft ging op "ziekenbezoek" in de depot in 't Walletje te Westkapelle en wij kunnen u verzekeren dat Pier en Wanne in goede gezondheid verkeren.
In tegenspraak tot wat we hoorden vertellen, konden we tijdens ons niet aangekondigd bezoek vaststellen dat de reuzen genoten van een geborgen winterrust in een speciale wagen (evenwel met een te hoge vochtigheidsgraad).
Wat is het probleem dan eigenlijk?
Heel eenvoudig, men blijkt in de gemeente geen dragers meer beschikbaar te hebben om de reuzen te laten meewandelen in stoeten en processies. Wel kijkt men uit hoe men op een goede manier de reuzen kan verankeren wanneer ze bijvoorbeeld aanwezig zijn op de folkloremarkt.
Aangezien ze niet meer op De Bolle geplaatst worden (toch enigszins beschut) moet men bijkomende maatregelen nemen. Maar wij hadden in elk geval het gevoel dat er veel goede wil is en dat we in 2010 zeker onze geliefde reuzen opnieuw in het openbaar zullen kunnen begroeten.
En moesten er vrijwilligers zijn om de reuzen te dragen (duwen) dan kunnen zij steeds hun naam opgeven.
Wanne en Pier met carnavalskoppen
Erediploma geschonken door stadsbestuur Torhout 1942 - Walter Dobbelaere
GEZOCHT
Jonge man of vrouw uit Heist-Duinbergen met belangstelling voor geschiedenis die het bestuursteam van HEYST LEEFT wil komen versterken als verslaggever van de maandelijkse vergaderingen.
Belangstellenden kunnen zich melden bij de voorzitter.