Ezeltjes op het strand
André Desmidt
We herinneren ons wellicht allemaal nog de ezeltjes op het strand met een lekker schapenvelletje op de rug. Begeleid door de verhuurder mochten we dan een wandelingetje maken op de rug van de ezel van de ene golfbreker naar de andere (of toch bijna).
Ter voorbereiding van ons bezoek aan de laatste ezelvoerder Theo Decuyper zochten we even op sinds wanneer dit gebruik bestaat en of dit al dan niet gereglementeerd was.
Reeds in 1868 bestond er een gemeentelijk reglement wat er op wijst dat dit dan al enkele jaren in gebruik was.
Op het einde van de 19de eeuw werden alle politieverordeningen gecoördineerd en daarin vinden we een hoofdstuk over het verhuren van ezeltjes. We geven de oorspronkelijke tekst weer.
Tegenover de Serweytens de Mercxstraat stonden ezelverhuurders Constant De Visscher en Pieter Broeckaert (foto 1905)
Uittreksel uit het algemeen politiereglement van Heyst-aan-zee uitgegeven door drukkerij Herreboudt te Brugge in 1896
Hoofdstuk 15: Verhuurders van ezels gedurende het badgetijde
Art.315 Alle persoon die begeert op het strand of op alle openbare wegen der gemeente, gedurende het badgetijde ezels ter beschikking van het publiek te stellen, om wandelingen te doen, moet ten dien einde eene schriftelijke vraag aan den Burgemeester doen.
De aanvraag duidt het getal van rijdieren aan, den ouderdom en de woonst der geleiders.
Art. 316 De eigenaars van ezels moeten met hunne rijdieren staan aan de barreelen door den Burgemeester aangewezen.
Art. 317 Ieder ezel zal eene zichtbare plaat met zijn ordenummer moeten dragen; de geleider zal altoos van een uittrek der tegenwoordige verordening moeten drager zijn.
Art. 319 De ezels moeten op de standplaatsen volgens de orde van hunne aankomst gerangschikt worden, en geen van hen mag in de plaats van een ander gezet worden.
Zij moeten op den rang van hunne aankomst bewaard worden en mogen van de plaats niet verwijderd worden dan na door die, welke van het rijdier willen gebruik maken, te zijn gevraagd geworden.
De geleiders moeten zich bovendien ten allen tijde naar de aanwijzingen der politie schikken.
Art. 320 De geleiders moeten van het mannelijk geslacht ten minste 12 jaar en betamelijk gekleed en aanveerd zijn door het Gemeentebestuur.
Het getuig moet in goeden staan en voorzien zijn van alles wat de veiligheid en het gemak der te vervoeren personen vereischt.
Art. 321 Het getuig dat gebrekkig of slecht onderhouden bevonden wordt, kan door de politie buiten gebruik worden gesteld, tot dat het later goed hermaakt is, en, indien hetzelve niet meer kan hersteld worden, is het verboden er zich langer van te bedienen en wordt de toelating ingetrokken.
Het verbod kan insgelijks toegepast worden aan de ezels die gebrekkig of buiten staan om den dienst te doen voor welken zij bestemd zijn.
Ter hoogte van het bosje van Heist (tegenover de rampe) kon men een ezelritje boeken naar Duinbergen. Foto politiemannen met de kleintste Vandenbroele (ook belleman)
Art. 322 De prijzen van iederen koers wordt per halve uur vastgesteld.
- Voor de eerste halve uur 0.50
- Voor de geheele uur 1.00
- Voor ieder halve uur daarboven 0.50
De tijd voor het terugkeeren noodig, moet medegerekend worden.
Alle overtredingen aan de tegenwoordige schikkingen worden gestraft met eene boete van 1 tot 15 franken en eene gevangzetting van 1 tot 5 dagen, ’t zij gezamelijk, ’t afzonderlijk, volgens de omstandigheden en de zwaarheid der feiten.
De vaders, of de moeders na het overlijden van hunnen echtgenoot, zijn burgerlijk verantwoordelijk nopens de overtredingen door hunne minderjarige kinderen of door de met hun inwonende weezen begaan; de meesters en de machtgevers zijn verantwoordelijk voor de overtredingen door hunne dienstboden, werklieden en opzieners begaan, in het uitoefenen der bedieningen die zij hun toevertrouwd hebben.
Aldus vastgestel in zittingen der Gemeenteraads van 18den maart 1896
De Sekretaris - De Burgemeester-Voorzitter
L. Du Bois - L. De Sutter
Afgekondigd naar luid der wet, den zondag 2 augustus 1896.
****************
Op bezoek bij Theo Met ezelverhuurder Gusten Vandenbroele
In de Polderstraat zat Theo ons op te wachten... want normaal is hij weg met de fiets. Het werd een gezellige babbel met een dubbele pot koffie en veel herinneringen.
Theo is een rasechte Heistenaar en zijn vader was er stukadoor zeg maar specialist plafoneerder. Zoals het in die tijd gebruikelijk was, werden de kinderen rap ingeschakeld in de bedrijvigheid van de ouders en zo verging het ook met Theo.
Nog maar goed dertien jaar (en al een beetje schoolmoe) vond zijn vader het goed dat hij hem wat kwam helpen als plafoneerder.
Het was meteen hard werken maar als kind is men wat overmoedig en wil men zich groot en sterk voordoen. Theo roerde in de kalkbak en bij het “blussen” van de kalk loopt de overmoedige jonge Theo een ruggewerfletsel op (1957).
Pas gehuwd (met Reubens Stefanie) en amper 21 jaar oud wordt hij werkonbekwaam en zijn de vooruitzichten niet zo goed.
Hij kan amper nog behoorlijk rechtop lopen en op doktersadvies krijgt hij een corset op maat met een bol aan de binnenkant die op de juiste plaats druk moet geven zodat alles terug op zijn plaats kan komen. En zo geschiedde !
Men adviseerde hem om uurwerkmaker te worden maar er waren geen “horlogemakers” die hem wilden opleiden (wellicht uit vrees voor concurrentie). Zonder werk kwam er geen brood op de plank.
Op een bepaald moment liet Gusten Vandenbroele zijn ezelsbedrijfje over. De moeder van Theo was badkarhoudster (Irène Nyckees) en zo waren ze vertrouwd met het strand en Theo zag dat wel zitten. Enige probleem: met zijn rugklachten kon hij de kinderen niet optillen om ze op de ezeltjes te zetten. Maar de ouders of begeleiders losten dat wel op.
Gusten Vandenbroele woonde in de Kerkstraat (ongeveer waar de vroegere Ravelingen stond) en zijn ezeltjes graasden in de weide ten Westen van Heist (gekend als de weide Vyvey waar nu Delhaize is).
In 1958 neemt Theo de vijf ezeltjes over voor een totale prijs van 32.000 fr (geld dat vader voorschoot). In die tijd waren er twee plaatsen voor ezelverhuur op het strand.
- De eerste locatie was in het verlengde van de Parkstraat (einde van de rampe) ten oosten van de golfbreker. Aan de westkant stond Arthur Ryckaert met zijn paarden.
- De tweede locatie aan de golfbreker ter hoogte van de Anemonenlaan in Duinbergen.
Om de drie jaar moest er ingestoken worden en zolang er maar één was bleef de prijs laag. Maar op een gegeven ogenblik wilde Arthur Ryckaert ook de standplaats van de ezeltjes en begon hij in de raadszaal van het stadhuis Heist op te bieden tegenover de jonge Theo.
Dit was niet naar de zin van de zoon van Arthur Eugène die zijn vader het zwijgen oplegde. Eugène had begrip voor de toestand van Theo en wist ook dat deze jonge gast niet op kon tegen Arthur. Daarenboven was het voor Theo de enige (mogelijke) kostwinning. Dank zij de tussenkomst van Eugène kon Theo zijn standplaats behouden en bij de volgende insteek hield Arthur zijn mond (en was de prijs weer laag zoals vroeger).
Gedurende de winter liet Theo zijn ezeltjes grazen in de weide achter de Pannenstraat (waar nu HUBO is). De dieren werden goed verzorgd (beter dan in de tijd van Vandenbroele !). Vandenbroele gaf zijn ezels in de winter per dag een halve biet en wat stro en begon ze pas goed te voederen een goede maand voor Pasen (begin van ’t seizoen).
De beestjes stonden “gratemager” en dat was niet naar de zin van dierenliefhebber Theo. Hij kocht bij “Ons Brood” (Deblaere) oud roggebrood en de ezeltjes vonden die bokken een echte lekkernij. En uiteraard werden ze nog bijgevoederd met stro, bieten en hooi.
Af en toe werden ze ook eens voor andere activiteiten ingeschakeld.
Zo ook in Blankenberge voor het TV-spel Hartendrie... waar een van de proeven een ezelskoers was. Helaas, de ezeltjes waren de commando’s van Theo gewoon en luisterden niet naar de nieuwe ruiters tot grote hilariteit van de kijkers natuurlijk. En de ezels deden hun naam van koppigaards alle eer aan (iets wat Theo later nog weerlegt).
Wanneer de ezeltjes naar een andere locatie moesten dan was er geen transport voorzien. Dat wil zeggen dat het te voet gebeurde. Zo ook naar Blankenberge heen en terug. Naast de wandelingen op het strand heeft Theo dus zeker vele duizenden kilometers afgelegd vandaar wellicht nog zijn goede fysiek op zijn 75 jaar.
Zomeractiviteiten
De eerste wandelingen werden gemaakt in de Paasvakantie want dan kwamen de eerste toeristen (als het goed weer was tenminste).
Dan bleef het kalm met af en toe een weekendje. Vanaf juni was het elke dag naar het strand tot halfweg september. De verplaatsingen gebeurden te voet. Eens met drie en eens met twee ezels. Met de ezeltjes werd er gewandeld van 9.30 u tot 12 u en van 14.30 tot 18 u. (tot er geen klanten meer waren).
Een wandeling was goed voor ongeveer 300 m (van een de golfbreker Resoluut tot aan het begin van wat we nu het evenementenstrand noemen). Een ritje kostte 5 fr.
Theo kon dit licht werk goed aan, want het was niet belastend voor zijn rug (die overigens prima herstelde). Het was natuurlijk niet altijd even gemakkelijk vooral als het hoogwater was want dan was er weinig of geen doorgang.
In die tijd stonden de meeste badkarhouders ten Oosten van de Parkstraat, zeg maar recht tegenover het bosje... dus daar waar Theo wandelde met zijn ezeltjes. Bij mooi weer en laag water namen de mensen met hun ligzetel plaats op het hard zand maar met opkomend water schoven ze ook op naar boven.
Dat wil zeggen dat bij hoog water iedereen boven zat en men een zeer druk bezet strand had.
Komt daarbij dat de baigneurs specialisten waren om hun zeilen zo ver mogelijk te plaatsen niet om hun klanten uit de wind te zetten maar om de wandelaars tegen te kunnen houden en te “vangen”. In die tijd werden de toeristen immers aangesproken om een ligzetel te huren.
Hoewel er een betonnen paaltje stond tot waar er een zeil mocht gezet worden negeerde men dit en zeilde men tot in het water waardoor Theo geen doorgang had met zijn ezeltjes. Dit zorgde natuurlijk af en toe wel eens voor discussie want iedereen moet leven en in die tijd was het seizoen kort en moest men er elke dag het maximum uithalen.
Een koppige ezel?
Theo wil toch graag het imago van de koppige ezel weerleggen. Ezels zijn slim en voorzichtig. Zo zet een ezel elke stap in twee bewegingen: eerst een aftastende beweging en dan de hoef op de grond. Het is daarom dat ezeltjes zoveel in de bergen gebruikt worden omdat die dieren zo voorzichtig zijn en voelen wanneer de grond onder hen niet stabiel is.
Dit had ook zijn nadelen want op het strand lag er in bepaalde perioden van het jaar veel knotswier (wier met luchtzakjes) en als een ezel daar op trapt dan geeft dit een kleine knal dat het dier deed opschrikken. Wanneer men de stap van een ezel bestudeert dan stelt men vast dat - in tegenstelling met een paard - de ezel altijd drie poten op de grond heeft.
Een zadel
Een zadel voor een paard kan men in de handel aankopen maar voor ezels bestaat dit niet. Dus was het een winterwerkje voor Theo om te zorgen dat zijn ezeltjes een mooi zadel hadden of beter gezegd een stevige zitplaats voor de kinderen op de rug van de ezel.
Hierbij moest er zorg voor gedragen worden dat er geen wrijving kwam op het vel van het dier en anderzijds dat de kinderen stevig en vooral veilig zaten. Het zitsel werd gemaakt van opgebonden stro en natuurlijk het mooie schapenvelletje.
Het nodige comfort en mooi voor de foto’s
Diefstal
Op een dag belde de baas van Hotel du Soleil in Duinbergen (de heer Cosyn) dat de ezels niet meer in de weide in Duinbergen zaten en of ik dat wel wist. Ik was zeer verbaasd, aldus Theo en trok meteen naar de heer Cosyn die me kon vertellen wie de dieren had meegenomen: een camion van Dereese (die hadden evenwel niets met de diefstal te maken).
Uit een gesprek met het transportbedrijf bleek dat zij in opdracht van iemand uit de regio Blankenberge de ezels opgehaald hadden (die had ingestoken om een honderdtal ezels te leveren voor een stoet in Brussel). Na enig speurwerk kwam ik terecht op de plaats waar de ezeltjes gelost waren maar de verantwoordelijke ontkende natuurlijk in alle talen.
Theo was van geen kleintje vervaard en stelde dat hij onmiddellijk zijn ezeltjes uit die grote groep grazende viervoeters zou halen wat de heler niet kon geloven. Theo fluitte even en onmiddellijk keken zijn ezels op en toen ze hem zagen kwamen ze naar hem toe. De zaak werd in der minne geregeld (zonder politie) en Dereese bracht de ezeltjes terug (zonder iets aan Theo aan te rekenen!).
Stopzetting van het bedrijf
Op een gegeven ogenblik was het geen winstgevende activiteit meer en besloot Theo, die perfect hersteld was van zijn rugletsel, om zijn ezels te verkopen.
Zelf had hij twee ezeltjes opgekweekt maar nood breekt deugd en hij moest van zijn hart een steen maken. Maar op de beestenmarkt kreeg hij niet de gevraagde prijs.
Ondertussen had Arthur Ryckaert de muilezel gekocht voor een van zijn kleinkinderen en ook gouverneur van Outryve d’Ydewalle kocht een ezeltje voor de kinderen (maar hij kende goed de prijs en gaf geen frank teveel, aldus Theo).
Uiteindelijk werden de resterende ezels toch verkocht op de beestenmarkt te Brussel en telde Heist een aantal ezels minder...