Sfeerbeelden
Sfeerbeelden
Klasgenoten in Heist-aan-Zee is gebaseerd op een collectie van foto's die de afgelopen jaren werden verzameld door Anne-Marie Maertens.
Literatuur
• Ballegeer, Johan – Archiefbeelden Knokke-Heist – Tempus, 2003
• Bleyaert, Maria et al. – De Zusters van de Onbevlekte Ontvangenis Heist (1897-1997) en het Ziekenhuis O.-L.-Vrouw ter Linden Knokke (1947-1997) – vzw Gezondheidzeorg Oostkust (Knokke-Heist), 1997
• Braems, J.P. – Heist in oude prentbriefkaarten – Europese Bibliotheek (Zaltbommel), 1972
• Coornaert, Maurits – Heist & de Eiesluis – Lannoo (Tielt), 1976
• Dekeyzer, Maurits – Heist van vissersdorp tot badstad. Eddy Druk (Heist), 1969
• Devent, Georges – De oostkust van toen: van Knokke tot Bredene – Uitgeverij Marc van de Wiele (Brugge), 1982
• Devent, Georges – Heist aan zee, de memoires van een badstad – Uitgeverij Marc Van de Wiele (Brugge), 1993
• Devent, Georges – Het Heist van toen – Uitgeverij Marc Van de Wiele (Brugge), 1986
• Devriendt, Michel – De Broeders Xaverianen – Eigen beheer, 1981.
Vrije Visserijschool
In 1904 kreeg pastoor Froidure de toelating om in de nieuwe gemeenteschool aan de Pannenstraat een Vrije Avondvisserijschool te stichten voor avond- en weekendonderricht aan jonge vissers en jongens die nog niet op zee gingen, de zogenaamde niet-gemonsterde leerlingen. Tot 1925 was er les op zaterdagmiddag en zondagmorgen. Daarna werd het een echte avondschool voor jongens van 13 tot 17 jaar.
Gemiddeld volgden 50 à 60 leerlingen er les, waarvan tweederde met vader of broer als laver in zee staken. De jongeren werden in drie leergangen verdeeld en kregen onderricht over wereldkennis, zeekaarten, kompas, koersverordeningen, log en lood, lichten en vuren, uitliggers en boeien, zeewetten en reglementen, gezondheidsleer aan boord... Ze leerden er ook splitsen, boeten, knopen leggen, breien en zeilen maken. De leerlingen die het tweede studiejaar met succes beëindigden, mochten zich tot de eerste leerproef, het laversexamen, aanbieden, waarna ze stage mochten lopen op een vissersboot.
In de jaren 1930 werd een bekwaamheidsgetuigschrift vereist om het bevel te voeren over een schip, wat heel wat opschudding veroorzaakte in het visserijmilieu. Kort daarop werd ook het verplichte brevet ingevoerd. Dat gaf aanleiding tot een snelle groei van het aantal leerlingen tot meer dan 100. Het moment was rijp voor de oprichting van een dagschool. De Tweede Wereldoorlog verhinderde een snelle oprichting. Die kwam er pas in 1947. Vier jaar later werd tot de dagschool overgegaan, met Karel Ackx als eerste directeur. In 1957 verhuisde de Vrije Visserijschool naar de Kerkstraat. Gustaaf Vermeille volgde Ackx in 1969 op, tot aan de fusie met de Rijksvisserijschool in 1978.
Rijksvisserijschool
In 1947 ging de Rijksvisserijschool van start in het ‘Kasteeltje' aan de Kursaalstraat. Vele Heistse kinderen volgden visserijonderwijs in ‘de IBIS’ in Oostende, waar ze op internaat waren. Die school, waar de jongens met militaire dril werden opgeleid, was voor vele Heistse vissers betaalbaar.
Door de grote evolutie in de vaartuigen, de visserijtechnieken, de navigatieapparatuur, de motoren, de wetgeving en reglementering, werd de visserijopleiding er niet makkelijker op. Het harde en gevaarlijke vissersbestaan begon dan ook minder jongens aan te trekken.
Fusie
In 1978 fusioneerden de Vrije Visserijschool en de Rijksvisserijschool van Heist. De fusieschool kreeg in 1983 de naam Visserijschool van de Vlaamse Gemeenschap, later omgevormd tot het Provinciaal Maritiem Instituut dat tot het schooljaar 2004-2005 in het beschermde 'Kasteeltje' aan de Kursaalstraat gevestigd was. Het visserijonderwijs is in Heist intussen verleden tijd.
In Heist zag het Rijksonderwijs (later Gemeenschapsonderwijs) in 1961 het levenslicht met een lagere afdeling en een technisch instituut. Leerlingen van beide scholen zaten in het begin zowat overal verspreid in de gemeente: aan de dijk, naast de kerk in de lokalen van een home voor vakantiekolonies en in een oude filmzaal…
Rijkslagereschool
Onder impuls van stichter-directeur Devulder, en met de hulp van plaatselijke voorvechters voor een officieel neutraal onderwijs in Heist, zoals Jean Lemaître, werd de Rijkslagereschool opgericht. Oorspronkelijk waren er twee ‘fröbelklassen’ en vijf klassen lager onderwijs, goed voor 211 ingeschreven kinderen. Op het einde van het eerste schooljaar nam de scholengemeenschap haar intrek in de woning Castellino van notaris Van Damme, gelegen tussen de Noordstraat, Guido Gezellestraat en Kursaalstraat. Er was ook een houten paviljoen aan de Noordstraat. In een relatief kleine gemeente, zonder echt hinterland, groeide de school uit tot een bestand 440 leerlingen.
In 1975 werd de opening van de wijkschool Oostwinkel gevierd en vestigden kleuters en leerlingen van de eerste graad zich in één enkel stenen paviljoen. Het jaar daarop werden ook de andere houten barakken door een stenen gebouw vervangen. Vanaf 1978 werd de Rijkslagereschool de Rijksbasisschool.
In 1980 werd het blokvormig kasteeltje van de Brugse notaris Van Damme afgebroken. Het duurde tot in 1983 voor de nieuwe gebouwen van de Rijksbasisschool er stonden. Bij het 25-jarig bestaan, in 1986, telde de basisschool vijf kleuterklassen en twaalf klassen in het lager. In 1989 kwam er een vernieuwde kleuterafdeling. In 2004 werd de basisschool De Zeeparel (Heist) gefusioneerd met de basisschool Knokke.
KTA
Het Rijkstechnisch Instituut stak in Heist in 1961 van wal met een 100-tal leerlingen in prefabpaviljoenen. Eerste directeur was de heer Herman. Hij werd opgevolgd door de heer Maertens. In 1986 werden de nieuwe gebouwen aan de Heistlaan in gebruik genomen. Twee jaar later volgde de fusie met het Koninklijk Atheneum van Knokke. In 1999 waren er geruchten dat het KTA dreigde te verdwijnen. Dat jaar studeerden ongeveer honderd leerlingen in de richtingen houtbewerking, haartooi en kantoor.
Basisschool De Zeeparel | Koninklijk Atheneum Zwinstede – Afdeling Heist
In 1900 kochten de Broeders Xaverianen langs de Oude Kerkstraat (nu Heistlaan) in Heist, tegenover de weide van Vyvey, een eerste stuk grond. Twee jaar later bouwde de congregatie die het Sint-Franciscus-Xaveriusinstituut uit Brugge beheert er een gepland zomerverblijf. Villa Maris Stella, diende aanvankelijk als buitenverblijf voor de Broeders en als vakantieoord voor hun leerlingen. De bedoeling was in de schoolvilla aan leerlingen van diverse nationaliteiten, afkomstig uit de school in Brugge, die tijdens de zomermaanden niet naar huis kunnen tijdens de vakantie, les te geven.
De ‘Frères’ hadden aanvankelijk een school voor lager onderwijs in de Kerkstraat, naast de bewaarschool van de Zusters. Op aandringen van Heistse notabelen en middenstanders startten de Broeders van de Heilige Franciscus Xaverius in 1906 naast hun buitenverblijf een school voor lager en middelbaar onderwijs. In het pas opgerichte Sint-Jozefinstituut kregen 58 leerlingen dat jaar les van vier Broeders onder de leiding van Broeder ‘Frère Directeur’ Adolphe Van Acker.
Vanaf 1908 werd met een internaat gestart, wat het aantal leerlingen in één jaar tijd bijna deed verdubbelen. De nood voor een groter gebouw liet zich voelen. In 1913 noteerde de school een recordaantal van 135 leerlingen. Nog datzelfde jaar werd links van de oorspronkelijke schoolvilla een laag gebouw met zadeldak opgetrokken. In 1929 werd dit gebouw verhoogd met als opschrift Sint-Jozefinstituut.
Het aantal leerlingen steeg, maar in de loop van de jaren 1930 daalde het weer door de crisis omdat de vrije internaten duur zijn. In 1931 logeerden in het pensionaat 42 leerlingen, in 1938 nog 13. In 1944 sloot de school van juli tot en met november de deuren.
Met de democratisering van het onderwijs en de nieuwe schoolwetgeving (Schoolpact) werd de betalende school een gesubsidieerd school: in 1951 het middelbaar, in 1955 de lagere afdeling, die dan ook een afzonderlijke directie kreeg. Subsidies brachten verplichtingen met zich mee: toename administratief werk en leerkrachten moeten over wettelijke diploma’s beschikken.
Het gebouw werd in 1961 uitgebreid met een klas voor kinderen die buitengewoon onderwijs volgden. Vanaf de jaren 1960 stak de kwelduivel ‘plaatsgebrek’ hardnekkig de kop op. Tijdens het schooljaar 1968-1969 werd door de nood aan lokalen een deel van de gemeenteschool in de Pannenstraat (nu Museum Sincfala) gehuurd. Eerst trokken een tachtigtal leerlingen van de middelbare afdeling er naar toe. Later volgden 36 leerlingen van het buitengewoon onderwijs er les. Internen moesten elke middag naar de Heistlaan om te eten. Na ruim 60 jaar sloten de Broeders in 1969 het internaat en losten zo een netelige plaatskwestie op. Na de aankoop van grond achter en naast de speelplaats kwam er in 1970 een turnzaal. Vanaf 1973 werd de BLO-school, na een fusie met de afdelingen van de Zustersschool, zelfstandig, met Roger Cornille tot 1993 als directeur. In 1975 werd een nieuwe vleugel bijgebouwd in het verlengde van het oude gebouw.
Bij de viering van 75 jaar Sint-Jozefinstituut was er een basisschool voor jongens (hoofdschool aan de Heistlaan en wijkafdeling aan het Kinderpad in Duinbergen), een school voor buitengewoon onderwijs voor jongens en meisjes en een middelbare school voor jongens. In 1983 volgde de fusie van de middelbare afdeling met de OLVO aan de Kursaalstraat. De lagere school verdween in 1989 na samengaan met de Vrije Basisschool OLVO aan de Stadhuisstraat. Nu bestaat op het terrein van de ‘Frères’ nog enkel de Gesubsidieerde Vrije Lagere School voor Buitengewoon Onderwijs De Vuurtoren met Peter Descheemaeker sinds 1993 als directeur.
Gesubsidieerde Vrije Lagere School voor Buitengewoon Onderwijs De Vuurtoren